NL1017409C2 - Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. - Google Patents
Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1017409C2 NL1017409C2 NL1017409A NL1017409A NL1017409C2 NL 1017409 C2 NL1017409 C2 NL 1017409C2 NL 1017409 A NL1017409 A NL 1017409A NL 1017409 A NL1017409 A NL 1017409A NL 1017409 C2 NL1017409 C2 NL 1017409C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- packaging device
- information carriers
- foregoing
- back part
- polypropylene
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G11—INFORMATION STORAGE
- G11B—INFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
- G11B33/00—Constructional parts, details or accessories not provided for in the other groups of this subclass
- G11B33/02—Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon
- G11B33/04—Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers
- G11B33/0405—Cabinets; Cases; Stands; Disposition of apparatus therein or thereon modified to store record carriers for storing discs
- G11B33/0433—Multiple disc containers
- G11B33/0444—Multiple disc containers for discs without cartridge
Landscapes
- Packaging For Recording Disks (AREA)
- Packaging Frangible Articles (AREA)
- Cartons (AREA)
- Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
Description
Titel: Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers. Een dergelijke informatiedrager is bekend uit WO 97/20315.
Deze bekende verpakkingsinrichting is in gesloten toestand 5 doosvormig en is voorzien van een eerste en tweede dekseldeel, onderling scharnierend verbonden voor openen en sluiten daarvan. Binnen de verpakkingsinrichting zijn vastzetmiddelen voorzien voor het vasthouden van de informatiedrager. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bedoeld voor het opbergen van CD's, diskettes, minidisks, creditcards, DVD's of 10 dergelijke, in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers.
Uit de Europese octrooiaanvrage 0 420 350 is een verpakkingsinrichting bekend voorzien van een enigszins doosvormig dekseldeel met bodem en opstaande wanden, waarbij het tweede dekseldeel dekselvormig is en afsluitend tegen het eerste dekseldeel kan worden 15 gedrukt. Het eerste dekseldeel omvat een inlegvel dat nabij een middengebied is voorzien van verende vingers die in een centrale opening van een CD kunnen grijpen, teneinde deze in een positie ongeveer evenwijdig aan een bodemvlak vast te houden. Het eerste en tweede dekseldeel en het inlegvel zijn losneembaar met elkaar verbonden. Indien in 20 een dergelijke bekende verpakkingsinrichting meer dan één informatiedrager opgesloten dient te worden, wordt een tussenblad aangebracht dat zwenkbaar is ten opzichte van de beide dekseldelen, welk tussenblad eveneens nabij een middengebied is voorzien van verende vingers voor aangrijping in een centrale opening van een CD. In gesloten 25 toestand liggen bij deze uitvoeringsvorm de CD's zodanig ten opzichte van elkaar dat deze elkaar volledig overdekken. Dit betekent dat bij geopende toestand de verschillende CD's niet direct zichtbaar zijn. Immers, ten ton*09’* 2 minste één van de CD's wordt door ten minste één der andere CD's uit het zicht gehouden. Een verder nadeel van deze bekende verpakkingsinrichting, gebruikelijk aangeduid als Jewel Box, is dat deze relatief kwetsbaar is, met name ook door de verschillende onderdelen.
5 De uitvinding beoogt een verpakkingsinrichting van de in de inleiding beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen van de bekende verpakkingsinrichtingen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 1.
10 Bij een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding zijn de vastzetmiddelen zodanig aangebracht dat twee of meer informatiedragers daarin naast elkaar kunnen worden opgesteld, ten opzichte van elkaar zodanig verschoven dat de informatiedragers elkaar niet geheel overlappen. Dit betekent dat bij geopende verpakkingsinrichting de verschillende CD's 15 alle goed zichtbaar zijn en bovendien eenvoudig uit de verpakkingsinrichting kunnen worden genomen of daarin kunnen worden teruggestoken.
Het verdient de voorkeur dat bij een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding de beide dekseldelen onderling zijn verbonden door een 20 rugdeel, waarbij de vastzetmiddelen op het rugdeel zijn aangebracht.
Daarmee wordt een constructief relatief eenvoudige verpakkingsinrichting verkregen met een aangenaam uiterlijk.
In een nadere voordelige uitvoeringsvorm wordt een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding voorts gekenmerkt door de 25 maatregelen volgens conclusie 3.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt het voordeel bereikt dat de informatiedragers eenvoudig met een randdeel kunnen worden ingeklemd en in deze stand kunnen worden vastgezet, voor het binnen de verpakkingsinrichting op hun plaats houden van de informatiedragers.
30 Vastzetten van de informatiedragers in een eventueel aanwezige centrale a 0174 09« 3 opening is daardoor niet meer noodzakelijk, hoewel in voorkomende gevallen wel mogelijk. Dit betekent dat een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding ook kan worden toegepast voor informatiedragers die niet van een dergelijke opening zijn voorzien. Bovendien worden hiermee de 5 voordelen bereikt van een verpakkingsinrichting als bekend uit WO 97/20315, in combinatie met de hiervoor genoemde voordelen.
De vastzetmiddelen zijn bij voorkeur stafvormig, in het bijzonder cilindervormig of afgeknot kegelvormig uitgevoerd, eventueel hol. Hierdoor worden vastzetmiddelen verkregen met relatief klein volume, waardoor 10 vervaardigingstijden voor deze vastzetinrichtingen, met name wanneer gebruik wordt gemaakt van spuitgiettechniek, aanmerkelijk kunnen worden bekort. Verrassenderwijs is gebleken dat dergelijke vastzetmiddelen tot dezelfde of betere positionering van de informatiedragers leiden dan de vastzetmiddelen als toegepast bij de bekende verpakkingsinrichting. Zonder 15 aan enige theorie te willen worden gebonden, lijkt dit het gevolg te zijn van het feit dat de informatiedrager tussen de vastzetmiddelen wordt ingedrukt, waardoor deze enigszins uit elkaar worden gedrukt. Slechts daar waar de informatiedrager over de grootste afstand tussen de vastzetmiddelen is gedrukt, zal klemkracht optreden. Reden waarom aldus uitgevoerde 20 vastzetmiddelen ook bij de stand van de techniek toepasbaar zijn, met dezelfde voordelen.
Het verdient bij een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding de voorkeur dat positioneringsmiddelen zijn voorzien voor het althans bij gesloten verpakkingsinrichting opsluiten van de informatiedragers in de 25 vastzetmiddelen. Deze positioneringsmiddelen zijn bij voorkeur in ten minste één van de dekseldelen aangebracht, bijvoorbeeld nabij een langsrand daarvan tegenover het rugdeel. Bovendien kunnen bij een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding ondersteuningsmiddelen, bij voorkeur van verschillende hoogte, zijn voorzien voor ondersteuning van de 30 informatiedragers, op afstand van de vastzetmiddelen, bij gesloten 1017409· 4 verpakkingsinrichting. Hierdoor wordt een nog betere opsluiting van de informatiedragers verkregen. De positioneringsmiddelen en ondersteuningsmiddelen liggen daarbij bij voorkeur aan tegen de langsrand van de informatiedrager of tegen een gedeelte van een oppervlak van de 5 informatiedrager dat geen informatie draagt, zoals bijvoorbeeld binnen een bereik van 0 tot 0,5 of 1 cm gerekend vanaf de buitenste langsrand.
De informatiedragers worden in de vastzetmiddelen bij voorkeur zodanig gedragen dat deze zich op relatief kleine afstand van het rugdeel uitstrekken waardoor de vastzetmiddelen klein kunnen zijn. Daarbij is over 10 ongeveer de lengterichting van het rugdeel een verstijvingsrug aangebracht, voor het althans grotendeels verhinderen van buiging en tordering van het rugdeel.
Een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur eendelig gespuitgiet. De onderdelen van een verpakkingsinrichting volgens 15 de uitvinding, in het bijzonder dekseldelen zijn bij voorkeur vervaardigd uit transparant materiaal, in het bijzonder polypropyleen of een polypropyleenhoudende kunststof. Meer in het bijzonder verdient het de voorkeur dat een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding is vervaardigd uit polypropyleen of een polypropyleenhoudende kunststof, 20 gepolymeriseerd met metalloceen. De doorzichtigheid is daarbij bij voorkeur zodanig gekozen dat deze meer dan 95,5% is, in het bijzonder meer dan 97%. De haze is derhalve bij voorkeur kleiner dan 4,5%, meer in het bijzonder kleiner dan 3%. Een dergelijke kunststof is bijvoorbeeld vervaardigd door de firma Targor (DE) onder de naam Novolen Μ X 70270 25 of onder de naam Metocene X 70270, en door de firma Basell Polypropylen GmbH, Meinz, DE. Verrassenderwijs is gebleken dat het vervaardigen van verpakkingsinrichtingen van deze kunststof leidt tot een bijzonder hoge doorzichtigheid (lage haze), bij een bijzonder hoge slagsterkte en elasticiteit, terwijl bovendien de mogelijkheid wordt behouden scharnieren met de 30 dekseldelen en rugdelen mee te spuitgieten, voor de vorming van living 1017409« 5 hinges. Dit maakt deze kunststof in het bijzonder geschikt voor de vervaardiging van verpakkingsinrichtingen voor informatiedragers, zoals die volgens de uitvinding en volgens de eerder beschreven stand van de techniek, maar ook voor verpakkingsinrichtingen voor bijvoorbeeld audio- of 5 datacassettes, opbergdozen en dergelijke.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 19.
Met een dergelijke werkwijze kan op bijzonder eenvoudige wijze 10 een althans gedeeltelijk nagenoeg volledig doorzichtige verpakking worden verkregen met hoge slagsterkte en elasticiteit, welke verpakking vormvast en recyclebaar is.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van een verpakkingsinrichting en werkwijze volgens de uitvinding zijn nader 15 toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Figuur 1 in perspectivisch aanzicht een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding met daarin opgenomen een drietal CD's, in geopende toestand; figuur 2 in perspectivisch aanzicht schematisch een 20 verpakkingsinrichting volgens figuur 1, in geopende toestand, zonder CD's; figuur 3 in vooraanzicht een verpakkingsinrichting volgens figuren 1 en 2, in gesloten toestand; figuur 4 in perspectivisch aanzicht schematisch een gedeelte van een geopende verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, in een 25 alternatieve uitvoeringsvorm; figuur 5 in vooraanzicht een gedeelte van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, met geïntegreerde positionerings- en ondersteuningsmiddelen; 1017409* 6 figuur 6 een gedeelte van een verpakkingsinrichting met een alternatieve uitvoeringsvorm voor positionerings- en ondersteuningsmiddelen; en figuur 7 in geopende toestand een gedeelte van een 5 verpakkingsinrichting volgens de uitvinding in een verdere alternatieve uit voe rings vorm.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden is steeds een verpakkingsinrichting 1 getoond, door 10 spuitgieten eendelig vervaardigd, in het bijzonder uit helder kunststof zoals polypropyleen, meer in het bijzonder een polypropyleen gepolymeriseerd met metoceen als katalysator. Bewegende delen zoals scharnieren zijn hierin meegespuitgiet. Het zal evenwel duidelijk zijn dat een verpakkingsinrichting 1 ook op andere wijze kan worden opgebouwd, 15 bijvoorbeeld in verschillende delen zoals bekend uit EP 0 420 350, dat wil zeggen vergelijkbaar met een Jewel Box, waarbij echter vastzetmiddelen als hierna beschreven zullen worden toegepast. Ook kunnen andere materialen worden toegepast, met name bij meerdelige dozen, zoals bijvoorbeeld polystyreen, polycarbonaat, ABS en dergelijke. Geschiktheid van materialen 20 en doosopbouw zullen voor de vakman direct duidelijk zijn.
In figuur 1 is een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding getoond, in geopende toestand met daarin een drietal in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers 2, zoals bijvoorbeeld compactdiscs (CD-i, CD-rom, muziek-CD of dergelijke). Overigens wordt opgemerkt dat op 25 dezelfde of vergelijkbare wijze anders gevormde, in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers in een dergelijke verpakkingsinrichting kunnen worden op geborgen, bijvoorbeeld met een in hoofdzaak rechthoekige vorm, zoals chipcards, diskettes, minidisks en dergelijke.
Een verpakkingsinrichting 1 volgens figuur 1 omvat een eerste 30 dekseldeel 3, een rugdeel 4 en een tweede dekseldeel 5, via een tweetal 1017409« 7 geïntegreerde, meegespuitgiete scharnieren 6 onderling verbonden nabij de onderzijde, zodanig dat de dekseldelen 3, 5 vanuit de in figuur 1 getoonde, geopende stand zwenkbaar zijn tot een gesloten stand, waarbij de dekseldelen 3, 5 tegen elkaar liggen, onder insluiting daartussen van de 5 informatiedragers 2.
Het eerst dekseldeel 3 heeft een topvlak 10A, een voorrand 8 en twee daaraan grenzende eerste zijwanden 9. Het tweede dekseldeel 5 heeft een topvlak 10B, twee opstaande tweede zijwanden 11 en een voorrand 8A. In de gesloten stand liggen de tweede zijwanden 11 aan tegen de eerste 10 zijwanden 9, terwijl de voorranden 8, 8A tegen elkaar liggen. De onderzijde 12 van het rugdeel 4 vormt daarbij de vierde wand van de verpakkingsinrichting 1 in gesloten stand, waardoor deze geheel water- en stofdicht is afgesloten. De vastzetmiddelen 13 voor de informatiedragers 2, welke nog nader zullen worden toegelicht, zijn in deze uitvoeringsvorm 15 opgenomen op het rugdeel 4 en zwenken met het rugdeel mee. In de lengterichting L van het rugdeel 4 strekt zich een verstijvingsrug 7 uit, waardoor torsie en in het bijzonder buiging van het rugdeel 4 grotendeels wordt verhinderd.
Op het rugdeel 4 is een reeks vastzetmiddelen 13A-D aangebracht. 20 De eerste vastzetmiddelen 13A omvatten een paar staf- of penvormige nokken 15 met een bijvoorbeeld enigszins afgeknot kegelvormige vorm. De nokken 15 strekken zich ongeveer haaks op het rugdeel 4 uit, naast en evenwijdig aan elkaar, onder insluiting van een nauwe spieetvormige ruimte 16. De nokken 15 zijn zodanig aangebracht dat de in figuur 2 rechter 25 nok ongeveer direct aansluit op de scharnier 6B, terwijl de naastgelegen linker nok direct naast de verstijvingsrug 7 is geplaatst. De tweede vastzetmiddelen 13B omvatten een drietal nokken 15, in een rij direct naast elkaar op gesteld, welke rij zich evenwijdig uitstrekt aan de eerdergenoemde nokken 15 van de eerste vastzetmiddelen 13A. Bij deze vastzetmiddelen 30 13B is steeds tussen twee naast elkaar gelegen nokken 15 wederom een 10174 09· 8 ruimte 16 ingesloten. De in figuur 2 ter rechter zijde getoonde 16 van de tweede vastzetmiddelen 13B ligt daarbij op een lijn door de eerdergenoemde ruimte 16 van de eerste vastzetmiddelen 13A, welke lijn evenwijdig aan de lengterichting L van het rugdeel 4 ligt, terwijl de naastgelegen ruimte 16 5 direct naast genoemde verstijvingsrug 7 ligt. De derde vastzetmiddelen 13C omvatten wederom een rij van drie nokken 15, gelijk aan die van de tweede vastzetmiddelen 13B doch over de breedte van één nok verschoven, haaks op de lengterichting L van het rugdeel 4 weg van het rechter scharnier 6B. De rechter ruimte 16 ligt op één lijn met de linker ruimte 16 van de tweede 10 vastzetmiddelen 13B. De vierde vastzetmiddelen 13D omvatten wederom twee nokken 15, gelijk aan die van de eerste vastzetmiddelen 13A doch over een afstand van de breedte van twee nokken verschoven, in de richting van de linker scharniermiddelen 6A, zodanig dat de tussen gesloten ruimte 16 op één lijn licht met de linker ruimte 16 van de derde vastzetmiddelen 13C. 15 Derhalve omvatten de eerste en tweede vastzetmiddelen 13A, B elk een paar nokken 15 met tussengelegen ruimte 16 voor het insluiten van een randdeel 2V van een eerste informatiedrager 2A, de tweede en derde vastzetmiddelen 13B, C elk een paar nokken 15 met tussengelegen ruimte 16 voor het opnemen van een tweede, middelste informatiedrager 2B en 20 derde vastzetmiddelen 13C, D elk een paar nokken 15 met tussenruimte 16 voor het opnemen van een randdeel 2V van een derde informatiedrager 2C. De informatiedragers 2A, 2B, 2C zijn steeds ten opzichte van elkaar over een afstand B verschoven, evenwijdig aan een lengterichting L van het rugdeel 4, welke afstand B ongeveer overeenkomt met de afstand tussen de 25 paren nokken 15 van de verschillende vastzetmiddelen 13A-D. Het zal duidelijk zijn dat op dezelfde of corresponderende wijze andere vastzetmiddelen kunnen worden toegepast, bijvoorbeeld als beschreven in WO 97/20315, waarbij steeds paren vastzetvingers over een afstand B ten opzichte van elkaar verschoven kunnen zijn aangebracht. Bovendien zal 30 direct duidelijk zijn dat een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding TOT7409· 9 ook eenvoudig geschikt kan worden gemaakt voor andere aantallen informatiedragers 2 door een corresponderende aanpassing van het aantal vastzetmiddelen 13. Zo zal bijvoorbeeld voor twee informatiedragers 2 één rij nokken kunnen worden weggelaten. In een richting haaks op de 5 lengterichting L hebben de informatiedragers 2 een onderlinge afstand die ongeveer overeenkomt met de breedte van de nokken 15. Zoals duidelijk blijkt uit figuur 2 liggen alle nokken 15 op enige afstand van het in figuur 2 ter linker zijde gelegen scharnier 6A. In het tweede dekseldeel 5 zijn lippen 25 voorzien die zich vanaf de langsranden 11 binnenwaarts uitstrekken, 10 ongeveer evenwijdig aan het topvlak 10B, op geringe afstand daarvan, bijvoorbeeld ongeveer de afstand tussen de linker scharnier 6A en de dichtsbij gelegen nokken 15. Onder de lippen 25 kan bijvoorbeeld een boekje of andere informatie worden gestoken die behoort bij één of meer van de informatiedragers 2. Door de afstand tussen de nokken 15 en genoemd 15 linker scharnier 6A kan desondanks de verpakkingsinrichting 1 nauwkeurig worden gesloten.
In de voorrand 8 van het eerste dekseldeel 3 is een uitsparing 17 aangebracht, in de voorrand 8A van het tweede dekseldeel 5 een corresponderende uitsparing 17A. Bij gesloten verpakkingsinrichting 20 kunnen vingers in de door deze uitsparingen 17, 17A gevormde holte worden gebracht voor het eenvoudig openen van de verpakkingsinrichting 1. Nabij de voorrand 8, naast de uitsparing 17 is een viertal tweede nokken 18 aangebracht, welke zich ongeveer haaks op het topvlak 10A uitstrekken, op regelmatige onderlinge afstand, bijvoorbeeld een afstand B die overeenkomt 25 met de afstand B tussen de nokken paren van de vastzetmiddelen 13. De tweede nokken 18 zijn zodanig gepositioneerd dat bij gesloten verpakkingsinrichting 1 de middelste twee nokken 18A ongeveer aanliggen tegen het snijpunt 19 (in het aanzicht van figuur 3) van twee naast elkaar gelegen informatiedragers 2B, 2C; 2A, 2B. De buitenste twee tweede nokken 30 18B liggen daarbij eveneens aan tegen de langsrand van de 1017409a 10 informatiedragers, zodanig dat de betreffende informatiedragers 2A, 2B, 2C bij gesloten verpakkingsinrichting 1 worden opgesloten tussen de nokken 15, het rugdeel 4 althans de verstijvings rug 14 en steeds twee tweede nokken 18. Daardoor worden de informatiedragers 2A, B, C goed 5 gepositioneerd en vastgehouden, terwijl bij geopende verpakkingsinrichting 1 de informatiedragers 2A, B, C eenvoudig kunnen worden uitgenomen door verschuiving daarvan ongeveer evenwijdig aan hun oppervlak. Voorts is in het eerste dekseldeel 3 een drietal ruggen 20A, 20B, 20C voorzien, elk opgesteld ongeveer tussen twee naast elkaar geplaatste tweede nokken 18. 10 De eerste rug 20A heeft een relatief kleine hoogte boven het topvlak 10A, de middelste, tweede rug 20B een enigszins grotere hoogte, terwijl de derde rug 20C de grootste hoogte heeft. De hoogten van de respectieve ruggen 20A, B, C zijn zodanig gekozen dat bij gesloten verpakkingsinrichting de eerste informatiedrager 2A op de eerste rug 20A rust, de tweede informatiedrager 15 2B op de tweede rug 20B en de derde informatiedrager 2C op de derde rug 20C. Hierdoor worden de informatiedragers op optimale wijze ondersteund. Aan de tegenover de ruggen 20 gelegen zijde worden de informatiedragers bij voorkeur opgesloten door een eerder beschreven boekwerk (niet getoond) onder de lippen 25. De aantallen tweede nokken 18 en ruggen 20 kunnen 20 uiteraard eenvoudig aan het aantal op te bergen informatiedragers worden aangepast. De ruggen 20 zijn bij voorkeur zodanig gepositioneerd dat de informatiedragers met een onbeschreven randdeel 2V daarop rusten. Door keuze van relatief zacht materiaal, zoals polypropyleen voor vervaardiging van de verpakkingsinrichting wordt overigens beschadiging van de 25 informatiedragers nog beter verhinderd.
In figuur 4 is in perspectivisch aanzicht een gedeelte van een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding getoond, in een alternatieve uitvoeringsvorm. In deze uitvoeringsvorm is de verpakkingsinrichting 1, waarvan het rugdeel 4 met delen van het eerste dekseldeel 3 en het tweede 30 dekseldeel 5 zijn getoond, ingericht voor het opnemen van bijvoorbeeld twee 1017409· 11 diskettes of minidisks of dergelijke informatiedragers met een in hoofdzaak rechthoekige of vierkante vorm. Bij deze uitvoeringsvorm zijn op het rugdeel 4 vier paren nokken 15 aangebracht, welke zich ongeveer haaks op het vlak van het rugdeel 4 uitstrekken, op zodanige onderlinge afstand dat de 5 informatiedragers 2 daartussen kunnen worden geklemd. In deze uitvoeringsvorm zijn twee informatiedragers 2 direct naast elkaar geplaatst, waarbij de paren nokken 15 op één rij zijn gezet. Hierdoor zijn de informatiedragers 2 volledig naast elkaar zichtbaar. Het zal overigens duidelijk zijn dat door aanpassing van de aantallen nokken 15 naast elkaar 10 ook twee of meer rijen van twee of meer informatiedragers voor elkaar kunnen worden geplaatst. Zo kan bijvoorbeeld naast de twee middelste paren nokken 15 aan één of elke zijde een nok 15 worden bijgeplaatst, zodat aan één of beide zijden een informatiedrager 2 naast de in figuur 4 getoonde informatiedragers 2 kan worden geplaatst, elk van de getoonde 15 informatiedragers 2 gedeeltelijk overdekkend. Indien de buitenafmetingen van de verpakkingsinrichting dit toelaten kunnen uiteraard ook informatiedragers 2 als getoond in figuur 1 op dergelijke wijze naast elkaar worden op gesteld.
In figuur 5 is een voorrand 8 van een eerste dekseldeel 3 getoond, 20 met uitsparing 17, waarbij de tweede nokken 18 en de ruggen 20 zijn geïntegreerd in de voorrand 8. De nokken 18 zijn daarbij uitgevoerd als enigszins vleugelvormige wanddelen die zich vanaf de voorrand 8 uitstrekken over het topvlak 10A, zodanig dat in gesloten toestand de informatiedragers 2A, 2B, 2C (in onderbroken lijnen weergegeven) 25 daartegenaan liggen. De ruggen 20 zijn eveneens gevormd als zich vanaf de voorrand 8 langs de uitsparing 17 uitstrekkende wanddelen 20 met een enigszins U-vormig bovenaanzicht, zodanig dat deze ongeveer de nokken 18 aan weerszijden daarvan verbinden. De hoogten van de ruggen 20 komen wederom overeen met die als getoond en beschreven aan de hand van 30 figuren 1-3. In deze uitvoeringsvorm is de stabiliteit van de nokken 18 en 3» 0174 09* 12 ruggen 20 vergroot, terwijl bovendien tijdens fabricage betere vloeiwegen worden verkregen.
In figuur 6 is wederom een voorrand 8 van een eerste dekseldeel 3 getoond, vergelijkbaar met het gedeelte van de verpakkingsinrichting als 5 getoond in figuur 5, waarbij de voorrand 8 langs de uitsparing 17 nog verder is geïntegreerd met de positioneringsmiddelen 18 en de ruggen 20. Bij deze uitvoeringsvorm omvat de voorrand 8 in de uitsparing 17 een drietal gebogen delen 21, welke op elkaar aansluiten onder vorming van overgangen 18 op de posities waar in figuur 3 de nokken 18A zijn 10 gepositioneerd. Aan weerszijden van het middelste gebogen deel 21 gelegen gebogen delen 21 eindigen in buitenste bochten 18B, welke zijn gepositioneerd ongeveer daar waar in figuur 3 de buitenste tweede nokken 18B zijn gepositioneerd. Nabij het midden van elk gebogen wanddeel 21 strekt zich op het topvlak 10A een rug 20 uit, waarvan de hoogte wederom 15 is aangepast als getoond en beschreven aan de hand van de figuren 1-3, zodanig dat de respectieve informatiedragers 2A, 2B, 2C op de respectieve ruggen 20A, 20B, 20C kunnen rusten, bij gesloten verpakkingsinrichting 1. Met een dergelijke uitvoeringsvorm kunnen nog kortere productietijden worden verkregen.
20 Figuur 7 toont in bovenaanzicht een middendeel van een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding in een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij op het rugdeel 4 tussen de beide dekseldelen 3, 5 wederom een drietal informatiedragers 2A, 2B, 2C is opgesteld, welke evenwel in bovenaanzicht een hoek α insluiten met de lengterichting L van 25 het rugdeel 4. De informatiedragers 2A, 2B, 2C staan evenwijdig aan elkaar opgesteld, geklemd tussen steeds twee paren nokken 15. De hoek α is daarbij zodanig gekozen dat de informatiedragers in bovenaanzicht (als getoond in figuur 7) raken aan de scharnieren 6A, 6B. Dit betekent dat wanneer de verpakkingsinrichting 1 wordt gesloten de informatiedragers 1017409· 13 automatisch worden opgesloten tussen de beide dekseldelen 3, 5, zodat deze niet tussen de nokken 15 kunnen wegbewegen. In een richting haaks op het rugdeel 4 kunnen de informatiedragers 2 wederom worden opgesloten door positioneringsmiddelen 18, bijvoorbeeld zoals eerder beschreven. Indien 5 gewenst kan de hoek α uiteraard worden aangepast, zodanig dat bij gesloten verpakkingsinrichting 1 tegen ten minste één dekseldeel 3, 5 nog ruimte overblijft voor bijvoorbeeld een boekwerk zoals eerder beschreven.
In de getoonde uitvoeringsvoorbeelden is steeds ten minste één en bij voorkeur elk van de dekseldelen 3, 5 voorzien van een relatief vlak, glad 10 topvlak 10A, 10B, terwijl de buitenzijde van de verpakkingsinrichting 1, in het bijzonder de dekseldelen 3, 5 en het rugdeel 4 bovendien ook vlak zijn uitgevoerd. Dit biedt het voordeel dat de verpakkingsinrichting bijzonder eenvoudig kan worden voorzien van een bedrukking, in het bijzonder door gebruik van in-mold-label-technieken voor het aanbrengen van labels aan 15 de buitenzijde van de verpakking. Uiteraard kan een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding ook op op zichzelf bekende wijze aan de buitenzijde worden voorzien van een doorzichtig folie dat slechts aan de langsranden 8, 8A is vastgezet, zodanig dat tussen genoemd folie en de dekseldelen 3 drukwerk kan worden op genomen. Met name bij niet of slecht doorzichtige 20 dozen kan dit voordelige zijn.
Een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding is bij voorkeur uitgevoerd in kunststof, zodanig dat ten minste de dekseldelen 3, 5 nagenoeg volledig doorzichtig zijn. Bij voorkeur hebben deze een doorzichtigheid die groter is dan 93,5%, bijvoorbeeld 94% of 95%. Dit 25 betekent dat de haze bij voorkeur kleiner is dan 6,5%, meer in het bijzonder kleiner is dan 6% respectievelijk 5%, gemeten met ASTM1003. Het verdient daarbij de voorkeur dat gebruik is gemaakt van ten minste polypropyleen gepolymeriseerd met metalloceen als katalysator. Gebleken is dat bijzonder geschikt gebruik kan worden gemaakt van een mengsel van een 30 polypropyleen homopolymeer gepolymeriseerd met metalloceen, zoals f017409* 14
Novolen MX 50081 en een polypropyleen copolymeer in het bijzonder random copolymeer zoals Novolen 3348 SC. Beide genoemde kunststoffen worden geleverd door de firma Targor, voorheen BASF. Vervaardigingswijze voor deze individuele homo- en copolymeren zijn beschreven in 5 WO 99/11678, hierin opgenomen door referentie. Verrassenderwijs is gebleken dat juist door de menging van voornoemde metoceen homopolymeer en copolymeer bijzonder geschikte producteigenschappen worden verkregen, met name hoge slagsterkte en elasticiteit bij bijzonder goede doorzichtigheid, meer dan 93%. Bij voorkeur wordt daarbij een 10 mengsel gebruikt van 60%-85%, in het bijzonder ongeveer 75% van de metoceen homopolymeer zoals Novolen X 50081, aangevuld met de polypropyleen copolymeer, zoals 3348 SC waarmee een haze van klein en dan 5% bereikbaar is doorzichtheid van 95%. Verrassenderwijs is gebleken dat nog betere eigenschappen worden verkregen door gebruik van een 15 mengsel van ongeveer 80% polypropeen monomeer en één of meer ALK-1-EN, gekozen uit de groep bestaande uit ethyleen, 1-butheen, 1-pentheen, 1-hexeen, 1-heptheen, 1-oktheen, 1-noneen, 1-deceen of 4-methyl- 1-pentheen of mengingen daarvan, welke mengsel is gepolymeriseerd met metoceen als katalysator. Bij voorkeur wordt een mengsel gebruikt met ten minste 85% of 20 meer polypropeen monomeer. Hiermee kan de doorzichtigheid nog verder worden vergroot, bijvoorbeeld tot 96% of meer in het bijzonder 97% of meer (haze kleiner dan 4% respectievelijk 3%). Voor de verdere vervaardiging daarvan, te gebruiken additieven en katalysatoren wordt verwezen naar WO 99/11678 en de daarin genoemde publicaties, welke alle hierin geacht 25 worden te zijn opgenomen, met name voor wat betreft genoemde werkwijze, additieven en gebruikte monomeren naast de polypropyleen monomeren.
Een dergelijke bijzonder geschikte kunststof wordt door Targor aangeduid met Novolen of Metoceen X 70270, welke kunststof nog niet openbaar gemaakt is. Deze kunststoffen blijken verrassenderwijs ten opzichte van 30 eerdergenoemd mengsel van metoceen monomeer en copolymeer tot een nog 1017409· 15 hogere doorzichtigheid te leiden, terwijl de bovendien de slagvastheid en de elasticiteitsmodulus daarvan hoger blijken. Bovendien heeft deze vervaardigingswijze als voordeel dat eenvoudiger gelijkmatiger producteigenschappen te verkrijgen zijn. De hier genoemde kunststoffen 5 zijn ook met hetzelfde effect toegepast bij verpakkingsinrichtingen en opbergdozen volgens de stand van de techniek, in het bijzonder als hiervoor beschreven.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Vele variaties daarop zijn 10 mogelijk binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.
Zo kunnen andere aantallen vastzetmiddelen zijn voorzien voor het in de verpakkingsinrichting opnemen van twee of meer in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers. Ook kan met één der dekseldelen 3, 5, bijvoorbeeld langs de betreffende voorrand 8, 8A of een langsrand 9, 11 een 15 verder rugdeel zijn verbonden, via een scharnier, welke rugdeel kan zijn voorzien van verdere vastzetmiddelen voor bijvoorbeeld een tweede reeks plaatvormige informatiedragers, een boekje of dergelijke middelen, welke naar binnen vouwbaar zijn, naast de informatiedragers 2 op het rugdeel 4, voorafgaand aan of tijdens sluiting van de verpakkingsinrichting 1. Ook kan 20 bijvoorbeeld aan weerszijden van het eerste dekseldeel 3 een rugdeel 4 als eerder besproken zijn voorzien, terwijl aan de van het eerste dekseldeel 3 afgekeerde zijde van elk rugdeel 4 een gedeelte van een tweede dekseldeel 5 is voorzien, zodanig dat beide genoemde delen van het tweede dekseldeel 5 tezamen kunnen sluiten over in de beide rugdelen 4 opgenomen 25 informatiedragers. Uiteraard kunnen allerlei andere positioneringsmiddelen en ondersteuningsmiddelen worden toegepast, bijvoorbeeld losse elementen, in één of beide dekseldelen aangebrachte ruggen, rillen en dergelijke. Met name voor gebruik bij CD's kunnen uiteraard ook in één of beide topvlakken van de dekseldelen conventionele 30 vastzetmiddelen zijn voorzien voor CD's, voor aangrijping in de centrale 101T4 09« 16 opening daarvan. Alsdan kunnen nog meer CD's in dezelfde verpakking worden opgenomen. Een verpakkingsinrichting volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd in standaard afmetingen overeenkomstig DVD-dozen, slimboxes, videodozen, CD-dozen of dergelijke. De 5 vastzetmiddelen kunnen ook als doorlopende randen zijn uitgevoerd waartussen de informatiedragers kunnen worden gestoken.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
»017409«
Claims (19)
1. Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers, voorzien van twee dekseldelen, verbonden met een rugdeel, waarbij vastzetmiddelen zijn voorzien voor de informatiedragers, welke vastzetmiddelen zodanig zijn aangebracht dat ten minste twee 5 informatiedragers daarin naast elkaar opstelbaar zijn, ten opzichte van elkaar zodanig verschoven dat deze elkaar niet geheel overlappen.
2. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de vastzetmiddelen althans in hoofdzaak zijn aangebracht op het rugdeel.
3. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 10 vastzetmiddelen ten minste twee paren vingers omvatten die zich vanaf het rugdeel uitstrekken, waarbij elk paar vingers is ingericht voor daartussen opnemen van een randdeel van een informatiedrager, waarbij de paren vingers ten opzichte van elkaar in de lengterichting van het rugdeel verschoven zijn opgesteld.
4. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vastzetmiddelen zijn ingericht voor opnemen van ten minste drie informatiedragers, verschoven ten opzichte van elkaar opgesteld.
5. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één der dekseldelen is voorzien van 20 positioneringsmiddelen voor het althans bij gesloten verpakkingsinrichting opsluiten van de informatiedragers in de vastzetmiddelen.
6. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 5, waarbij de positioneringsmiddelen zijn voorzien nabij een langsrand van ten minste één dekseldeel, tegenover het rugdeel.
7. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een der dekseldelen op afstand van het rugdeel is f0174 09» voorzien van ondersteumngsmiddelen voor ondersteuning van de informatiedragers bij gesloten verpakkingsinrichting.
8. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 7, waarbij de ondersteuningsmiddelen verschillende hoogten hebben vanaf het 5 betreffende dekseldeel.
9. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vastzetmiddelen in hoofdzaak stafvormig, in het bijzonder cilindervormig of afgeknot kegelvormig zijn uitgevoerd.
10. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 10 waarbij de paren vastzetmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat de informatiedragers in daartussen opgenomen positie op relatief kleine afstand staan van het rugdeel, waarbij zich over de lengterichting van het rugdeel een verstijvingsrug uitstrekt.
11. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 15 waarbij de verpakkingsinrichting eendelig gespuitgiet is.
12. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verpakkingsinrichting, althans de dekseldelen daarvan, zijn vervaardigd uit een transparant materiaal.
13. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij de verpakkingsinrichting, althans de dekseldelen daarvan, zijn vervaardigd uit polypropyleen of een polypropyleenhoudende kunststof.
14. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 13, waarbij de polypropyleen of polypropyleenhoudende kunststof is gepolymeriseerd met metalloceen.
15. Verpakkingsinrichting volgens conclusie 14, waarbij de kunststof in hoofdzaak bestaat uit een mengsel van een polypropyleen-homopolymeer en een polypropyleen-copolymeer, gepolymeriseerd met als katalysator een metalloceen. f0174 09«·
16. Verpakkingsinrichting volgens een der conclusies 12 - 15, waarbij ten minste een der dekseldelen een doorzichtigheid heeft van meer dan 93,5 %, in het bijzonder 95,5 % of meer, bij voorkeur 97% of meer.
17. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 5 waarbij de dekseldelen aan de in gesloten toestand naar binnen gekeerde zijden in hoofdzaak vlak zijn.
18. Verpakkingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij decoratie is voorzien door in mold label techniek.
19. Werkwijze voor het vervaardigen van een verpakking, waarbij een 10 kunststof wordt gevormd door polymeriseren van een mengsel van ten minste propyleen en ten minste een ander monomeer met een metaloceen als katalysator tot een metoceen-polypropyleen copolymeer, waarna de kunststof wordt gespuitgiet tot de gewenste verpakking. 10174 09*
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017409A NL1017409C2 (nl) | 2001-02-20 | 2001-02-20 | Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. |
TW090108611A TW508338B (en) | 2001-02-20 | 2001-04-11 | Packing device for substantially platelike data carriers and method for manufacturing same |
PCT/NL2002/000103 WO2002067262A1 (en) | 2001-02-20 | 2002-02-18 | Packaging device for substantially platelike data carriers and method for manufacturing same |
US10/468,621 US20040079656A1 (en) | 2001-02-20 | 2002-02-18 | Packaging device for substantially platelike data carriers and method for manufacturing same |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1017409A NL1017409C2 (nl) | 2001-02-20 | 2001-02-20 | Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. |
NL1017409 | 2001-02-20 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1017409C2 true NL1017409C2 (nl) | 2002-08-22 |
Family
ID=19772936
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1017409A NL1017409C2 (nl) | 2001-02-20 | 2001-02-20 | Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20040079656A1 (nl) |
NL (1) | NL1017409C2 (nl) |
TW (1) | TW508338B (nl) |
WO (1) | WO2002067262A1 (nl) |
Families Citing this family (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6554132B2 (en) * | 2001-02-20 | 2003-04-29 | Finest Industrial Co., Ltd. | Disk protective enclosure |
HRP20030344B1 (en) * | 2003-04-30 | 2007-03-31 | Zajec �eljko | One-part case for digital records carriers with possibility of connexion with cases of the same type |
WO2005073911A1 (de) * | 2004-01-30 | 2005-08-11 | Baumer Optronic Gmbh | Bildverarbeitungssystem |
FR2866145B3 (fr) * | 2004-02-06 | 2006-01-06 | Moulages Du Velay | Coffret destine a recevoir plusieurs disques compacts |
US7475816B1 (en) * | 2004-06-03 | 2009-01-13 | Rochelo Donald R | Protective case for a plurality of different sized memory cards |
FR2871919B1 (fr) | 2004-06-17 | 2008-10-10 | Montreuil Offset Sa | Conditionnement pour disques numeriques stockes en oblique |
GB2442144B (en) * | 2004-06-17 | 2009-02-04 | Montreuil Offset | Packaging for digital obliquely stored discs |
US20060289318A1 (en) * | 2005-06-17 | 2006-12-28 | Gelardi John A | Closable package for retaining multiple discs in pouch-type holders or disc-receiving trays |
AU2006258799A1 (en) * | 2005-06-17 | 2006-12-21 | Agi Media Packaging Europe Limited | Apparatus for holding a disk |
FR2890056A1 (fr) * | 2005-08-26 | 2007-03-02 | Montreuil Offset Sa | Conditionnement pour une pluralite de disques numeriques stockes en oblique |
US8180410B2 (en) | 2008-06-06 | 2012-05-15 | Sandisk Technologies Inc. | Housing and clip assembly for portable electronics device |
USD613293S1 (en) | 2008-08-26 | 2010-04-06 | Sandisk Corporation | Memory card holder |
US8047363B2 (en) * | 2008-08-26 | 2011-11-01 | Sandisk Technologies Inc. | Memory card holder and organizer for holding and organizing a plurality of portable memory cards |
USD613744S1 (en) * | 2009-06-02 | 2010-04-13 | Sandisk Corporation | Memory card holder |
US8720682B2 (en) | 2009-09-09 | 2014-05-13 | Sandisk Il Ltd. | Holders for portable memory cards and methods for manufacturing same |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5632374A (en) * | 1995-12-07 | 1997-05-27 | Microplas, Inc. | Compact disc transfer station |
US5971144A (en) * | 1995-11-20 | 1999-10-26 | Heiligers; Joennes Hermuns | Container for CDS and other information carriers |
DE20015262U1 (de) * | 2000-08-09 | 2000-11-16 | Hsu, Chih-Chiang, Sanchung, Taipeh | Hängeordner mit Taschen für CDs |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4940143A (en) * | 1989-04-17 | 1990-07-10 | John Stanfield | Flatware case having clamping means |
US5170893A (en) * | 1991-10-01 | 1992-12-15 | Smith Brian D | Disc storage system |
ES2112586T3 (es) * | 1994-07-15 | 1998-04-01 | Grafica Pozzoli Spa | Estuche para una pluralidad de discos, particularmente discos compactos. |
US5791468A (en) * | 1997-09-25 | 1998-08-11 | Arthur Meyer | Paperboard compact disk package |
TW412499B (en) * | 1998-06-29 | 2000-11-21 | Sony Corp | Cartridge holder |
-
2001
- 2001-02-20 NL NL1017409A patent/NL1017409C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2001-04-11 TW TW090108611A patent/TW508338B/zh not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-02-18 WO PCT/NL2002/000103 patent/WO2002067262A1/en not_active Application Discontinuation
- 2002-02-18 US US10/468,621 patent/US20040079656A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5971144A (en) * | 1995-11-20 | 1999-10-26 | Heiligers; Joennes Hermuns | Container for CDS and other information carriers |
US5632374A (en) * | 1995-12-07 | 1997-05-27 | Microplas, Inc. | Compact disc transfer station |
DE20015262U1 (de) * | 2000-08-09 | 2000-11-16 | Hsu, Chih-Chiang, Sanchung, Taipeh | Hängeordner mit Taschen für CDs |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20040079656A1 (en) | 2004-04-29 |
TW508338B (en) | 2002-11-01 |
WO2002067262A8 (en) | 2003-11-06 |
WO2002067262A1 (en) | 2002-08-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1017409C2 (nl) | Verpakkingsinrichting voor in hoofdzaak plaatvormige informatiedragers en werkwijze voor vervaardiging daarvan. | |
NL1001698C2 (nl) | Samenstel van een aantal plaatvormige informatiedragers en een opberginrichting. | |
US4805769A (en) | Compact disc security holder | |
US5477961A (en) | Storage container for digital media and associated materials | |
JP2001505857A (ja) | ディスク型情報担体用の筐体 | |
NL1024956C2 (nl) | Houder voor een informatiedrager. | |
WO2003049115A2 (en) | Device and method for packaging information carriers | |
NL1019410C2 (nl) | Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
NL2001164C2 (nl) | Tray en verpakking voor plaatvormige informatiedragers. | |
NL1019488C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen. | |
US7073663B2 (en) | Sleeveless transparent polypropylene optical disc storage units | |
NL1014238C2 (nl) | Houder voor platte informatiedragers en cassette omvattende drie of meer van dergelijke houders. | |
NL1019924C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het verpakken van informatiedragers en werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke verpakkingen. | |
WO2002029815A2 (en) | Storage device for disc-like data carriers and method for manufacture thereof | |
NL1016314C2 (nl) | Opberginrichting voor schijfvormige gegevensdragers en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. | |
NL1018321C2 (nl) | Verpakkingsinrichting en werkwijze voor het vervaardigen daarvan. | |
NL1009874C1 (nl) | CD-opbergsysteem. | |
NL1029163C2 (nl) | Inrichting en houder voor het verpakken van een informatiedrager. | |
NL1021520C2 (nl) | Verpakkingsinrichting voor Cd's, DVD's, informatiekaarten en dergelijke. | |
NL1021519C2 (nl) | Verpakkingsinrichting voor Cd's, DVD's, informatiekaarten en dergelijke. | |
WO2003052761A2 (en) | Device and method for packaging information carriers and method for manufacturing such packages | |
NL1021223C2 (nl) | Verpakkingsinrichting voor CD's, DVD's, informatiekaarten en dergelijke. | |
NL1023187C2 (nl) | Displayverpakking en verpakkingsdeel daarvoor. | |
NL1019995C2 (nl) | Opslagrek voor cassettes en een scheidingsschot. | |
NL1017385C2 (nl) | Opberginrichting voor schijfvormige gegevensdragers en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050901 |