NL1017399C1 - Werkwijze voor het met behulp van een klemelement inklemmen van tenminste een vel papier en klemelement geschikt voor gebruik daarin. - Google Patents

Description

5 WERKWIJZE VOOR HET MET BEHULP VAN EEN KLEMELEMENT INKLEMMEN VAN TENMINSTE EEN VEL PAPIER EN KLEMELEMENT GESCHIKT VOOR GEBRUIK DAARIN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het met 10 behulp van een klemelement inklemmen van tenminste één vel papier met twee onderling planparallel georiënteerde hoofdzijden voorzien van tenminste twee randen die samenkomen in een hoek van het vel papier. De uitvinding heeft voorts betrekking op een klemelement geschikt voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding. Een dergelijke werkwijze en klemelement zijn bekend uit US 5.272.792 en worden in het 15 algemeen benut in samenhang met een aantal gestapelde vellen papier voor het bijeenhouden daarvan.

In de bekende werkwijze wordt een dun metalen klemelement gedeeltelijk over een hoekdeel van het vel papier geplaatst. Vervolgens worden twee zijdelen van het klemelement elk langs een afzonderlijke in het materiaal van het klemelement 20 voorgevormde vouwlijn volledig omgevouwen, waarbij elke vouwlijn samenvalt met één van de genoemde randen. Tenslotte wordt een eerste vouwdeel van het klemelement, dat tenminste de genoemde zijdelen daarvan omvat, met het daaronder gelegen hoekdeel van het vel papier ten opzichte van een tweede vouwdeel van het klemelement volledig omgevouwen, zodat de genoemde vouwdelen planparallel aan 25 elkaar komen te liggen. Doordat het klemelement bij het genoemde vouwen plastisch deformeert, zal deze de neiging van het papier om terug te vouwen tegengaan.

Een dergelijke werkwijze heeft als nadeel dat de klemmende werking van het klemelement niet optimaal is. In het bijzonder zal het klemelement altijd enigszins elastisch terugveren, hetgeen ten koste gaat van de klemmende werking daarvan. 30 Bovendien kan het klemelement relatief eenvoudig en zeer wel mogelijk ongewenst van het vel papier worden gescheiden wanneer deze onderling worden geroteerd in het vlak van de hoofdzijden van het vel papier, of, indien een aantal vellen papier zijn ingeklemd, wanneer tenminste twee vellen papier onderling worden geroteerd. Door de wijze van inklemmen, waarbij de randen van het omgevouwen hoekdeel van het vel 35 papier tevens zijn ingeklemd door de omgevouwen zijdelen van het klemelement, zal 2 bij het al dan niet ongewenst verwijderen van het klemelement het vel papier gemakkelijk kunnen beschadigen.

De huidige uitvinding beoogt een alternatieve werkwijze voor het met behulp van een klemelement inklemmen van tenminste één vel papier te verschaffen, welke 5 werkwijze bovendien kan leiden tot een verbeterd inklemmen.

De werkwijze volgens de uitvinding omvat daarbij de stappen waarin: - op enige afstand van de door de hoek waarin de twee randen van het vel papier samenkomen rondom het vel papier een door het klemelement gevormd lus wordt aangebracht, die daarbij over de genoemde hoofdzijden van het vel papier wordt 10 geplaatst en over een breedte van de lus aanligt tegen de genoemde randdelen, waarin - een hoekdeel van het vel papier dat zich tussen de lus en de genoemde hoek uitstrekt langs de lus wordt gevouwen tot dit hoekdeel zich in hoofdzaak planparallel uitstrekt aan een niet omgevouwen deel van het vel papier, en waarin 15 - het gevouwen hoekdeel ten opzichte van het genoemde niet omgevouwen deel van het vel papier wordt gefixeerd.

Volgens de uitvinding heeft deze alternatieve werkwijze het voordeel dat de onderlinge bewegingsvrijheid van het of de in te klemmen vel of vellen papier en het klemelement niet uitsluitend teniet wordt gedaan door het inklemmen van het om te 20 vouwen hoekdeel, zoals in de bekende werkwijze. In de werkwijze volgens de uitvinding wordt die bewegingsvrijheid deels te niet gedaan door het klemelement als een lus om het papier te plaatsen, daarbij aanligend tegen twee randen van het papier, en deels door het genoemde hoekdeel langs de lus planparallel aan overige delen van het vel papier te vouwen en in die positie te fixeren. De werkwijze volgens 25 de uitvinding zal in het algemeen resulteren in een verbeterde en betrouwbare inklemming, waarbij met name de genoemde onderlinge rotatie minder snel zal kunnen leiden tot het verbreken daarvan.

Volgens de uitvinding kan de genoemde fixatie van het omgevouwen hoekdeel voordelig worden bereikt door het benutte klemelement te voorzien van een vouwdeel 30 dat zich bij gebruik vanuit de genoemde lus uitstrekt in de richting van de genoemde hoek en door de werkwijze volgens de uitvinding verder de stappen te laten omvatten waarin: - een vouwdeel van het klemelement dat grenst aan de genoemde lus samen met het hoekdeel van het vel papier wordt gevouwen tot dit vouwdeel zich in hoofdzaak 35 planparallel uitstrekt aan de genoemde lus en het hoekdeel zich tenminste gedeeltelijk 3 tussen het vouwdeel en de lus bevindt en waarin; - het vouwdeel na het genoemde vouwen ten opzichte van de lus van het klemelement wordt gefixeerd.

Volgens de uitvinding kan het fixeren van het vouwdeel op verschillende 5 overigens principieel bekende wijzen worden uitgevoerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk, gelijk de bekende werkwijze, gebruik te maken van de opgetreden plastische vervorming van het klemelement methode, dan wel vouwdeel of lus op daartoe geëigende plaatsen te voorzien van een hechtlaag. Ook kunnen, tenminste wanneer het klemelement van een daartoe geschikte kunststof is vervaardigd, delen van het 10 vouwdeel en de lus met behulp van warmte met elkaar worden versmolten ofwel geseald.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een klemelement geschikt voor het gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding. Het klemelement volgens de uitvinding omvat een eerste vouwdeel en een tweede vouwdeel, welke vouwdelen ter plaatse 15 van een hoofdvouwlijn van het klemelement met elkaar zijn verbonden, waarbij het eerste vouwdeel is voorzien van twee verdere vouwlijnen die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd en die ieder aansluiten op de genoemde hoofdvouwlijn, daarbij onderling convergerend in de richting van de hoofdvouwlijn. Een dergelijk klemelement wordt bijvoorkeur aan de bovenzijde van het in te klemmen vel 20 papier aangebracht, zodanig dat de verdere vouwlijn samenvallen met de genoemde twee randen daarvan, zoals bepaald in de werkwijze volgens de uitvinding.

Opgemerkt wordt dat, hoewel de vouwlijnen volgens de uitvinding in het materiaal van het klemelement kunnen zijn voorgevormd, de uitvinding zich niet bij uitsluiting op dergelijke voorgevormde vouwlijnen richt. De uitvinding heeft tevens 25 betrekking op klemelementen waarvan de vouwlijnen eerst bij gebruik ontstaan. De term vouwlijnen kan aldus worden opgevat als lijnen waarlangs delen van het klemelement onderling vouwbaar zijn, waartoe in ieder geval de lijnen behoren waarlangs het klemelement na het aanbrengen daarvan op één of meer vellen papier dient is gevouwen. Aan weerszijden van een dergelijke lijnen kunnen delen van het 30 oppervlak van het klemelement onderling onder een hoek worden georiënteerd.

Het klemelement volgens de uitvinding is relatief eenvoudig aan te brengen en heeft een goede klemmende werking. Bovendien kan het klemelement volgens de uitvinding naast van metaal naar wens ook van papier of karton kan worden vervaardigd. Ten opzichte van metaal hebben papier en karton de belangrijke 35 voordelen dat deze materialen relatief goedkoop zijn en bovendien eenvoudig en 4 tegen lage kosten kunnen worden bewerkt en bedrukt zoals met een reclame-uiting of bedrijfslogo. In geval van een klemelement van papier of karton kan de genoemde neiging van het hoekdeel van het vel papier om terug te vouwen worden tegengegaan door delen van het klemelement vast met elkaar of eventueel met het vel papier te 5 verbinden, bijvoorbeeld met behulp van een hechtmiddel zoals lijm. Door het klemelement zodanig volgens de uitvinding vorm te gegeven dat de genoemde delen van het klemelement enkel onderling, en dus niet direct aan het papier, worden gehecht, blijft het ingeklemde papier met voordeel ongeschonden en kan de sluiting relatief eenvoudig van het papier worden verwijderd in het bijzonder bij toepassing van 10 een hechtmiddel geschikt voor hergebruik.

Volgens een voordelige uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding, sluiten de genoemde twee verdere vouwlijn ieder afzonderlijk aan op een uiteinde van de hoofdvouwlijn. Bij voorkeur omvat het eerste vouwdeel van een dergelijk klemelement daarbij een trapeziumvormig hoofddeel, waarvan de kortste van 15 de twee parallelle zijden wordt gevormd door de hoofdvouwlijn en waarvan de schuine zijdes worden gevormd door de genoemde twee verdere vouwlijnen. Een dergelijke vormgeving van het klemelement draagt bij aan een optimaal, c.q. minimaal materiaal gebruik.

Voor een optimale werking van het klemelement dient volgens de uitvinding de 20 hoek waaronder de twee verdere vouwlijnen ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd bij voorkeur tenminste nagenoeg overeen te komen met de hoek waaronder de randen van de hoek van het vel papier ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd, hetgeen bij gebruikelijk toegepaste vellen papier een rechte hoek zal zijn. Bovendien dient volgens de uitvinding het klemelement bij voorkeur plaatachtig te worden vervaardigd, 25 dat wil zeggen dat één van de drie dimensies van het klemelement klein is ten opzichte van de andere twee, zodat het vouwen daarvan met weinig moeite kan geschieden.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende 30 beschrijving van een aantal uitvoeringsvormen van het klemelement onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: - figuur 1 een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding toont; - figuren 2-1 tot en met 2-3 de werkwijze volgens de uitvinding illustreren met behulp 35 van het klemelement uit de figuur 1; 5 - figuren 3-1 en 3-2 een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding tonen; - figuren 4-1 tot en met 4-3 de werkwijze volgens de uitvinding illustreren met behulp van het klemelement uit de figuur 3-2; 5 - figuren 5-1 en 5-2 nog een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding tonen; - figuren 6-1 tot en met 6-3 de werkwijze volgens de uitvinding illustreren met behulp van het klemelement uit de figuur 5-2; - figuur 7 een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding voorzien 10 van drie vouwdelen toont; - figuren 8-1 tot en met 8-4 de werkwijze volgens de uitvinding illustreren met behulp van het klemelement uit de figuur 7; - figuur 9 een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding voorzien van een snede toont; 15 - figuur 10 een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding voorzien van een reclamedeel toont; - figuren 11-1 en 11-2 ieder een klemelement volgens de uitvinding voorzien van een visitekaartje weergeven; - figuur 12 een aantal alternatieve uitvoeringsvormen van het klemelement volgens 20 de uitvinding weergeeft.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding dat tevens bij uitstek geschikt is voor gebruik in de werkwijze volgens de uitvinding. Het klemelement omvat een eerste vouwdeel 10 en een tweede vouwdeel 20, welke 25 vouwdelen 10 en 20 ter plaatse van een hoofdvouwlijn 1 van het klemelement met elkaar zijn verbonden. Het eerste vouwdeel 10 is voorzien van twee verdere vouwlijnen 2 en 3 die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd en die ieder aansluiten op de genoemde hoofdvouwlijn 1, daarbij onderling convergerend in de richting van de hoofdvouwlijn. De verdere vouwlijnen 2 en 3 verdelen het eerste 30 vouwdeel in een centraal gelegen hoofddeel 11 en twee zijdelen 13 en 14. Bij gebruik van een dergelijk klemelement wordt het hoofddeel bij voorkeur aan de bovenste van de twee hoofdzijden 51 en 52 van het of de in te klemmen vel of vellen papier 50 aangebracht, zodanig dat er zich een hoekdeel 55 van het papier 50 voorbij het hoofddeel 11 uitstrekt, zoals is geïllustreerd met de stippellijnen in de figuur 2-1. 35 Vervolgens kunnen één voor één de zijdelen 13 en 14 van het eerste vouwdeel 10 ten 6 opzichte van het hoofddeel 11 worden gevouwen langs de vouwlijnen 2 en 3, waarbij de twee verdere vouwlijnen 2 en 3 samenvallen met twee randen 53 en 54 van het papier 50, hetgeen tevens in de figuur 2-1 is geïllustreerd, totdat de zijdelen 13 en 14 samen met het hoofddeel 11 van het eerste vouwdeel 10 een lus 11, 13, 14 rond het 5 papier 50 vormen. Indien het klemelement van papier of karton is vervaardigd, worden de zijdelen 13 en14 daarbij bijvoorkeur met behulp van een hechtmiddel aan elkaar bevestigd. Daarna wordt het tweede vouwdeel 20 samen met het hoekdeel 55 van het papier 50 langs de hoofdvouwlijn 1 naar achtergevouwen, zoals is geïllustreerd in de figuur 2-2. De delen worden 20 en 50 gevouwen, totdat deze zich nagenoeg 10 planparallel uitstrekken aan de achterste hoofzijde 52 van het papier 50. Het hoekdeel 55 kan in deze positie, die is geïllustreerd in de figuur 2-3, gemakkelijk worden gefixeerd door plastische vervorming van het klemelement of door het tweede vouwdeel 20 aan de lus 11, 13, 14 of de achterste hoofdzijde 52 te hechten. Indien voor -de breedte van- de lus 11,13, 14 en voor -de hoogte van- het tweede vouwdeel 15 20 geschikte afmetingen worden gekozen kan worden bereikt dat het tweede vouwdeel 20 uitsluitend overlapt met de lus 11, 13, 14 en niet met het papier 50, hetgeen het voordeel heeft dat er geen hechtmiddel tussen de onderste zijde 52 van het papier 50 en klemelement aanwezig is, zodat dit gemakkelijk kan worden verwijderd. Het hechtmiddel kan over het gehele oppervlak van het klemelement aan 20 tenminste één hoofdzijde daarvan worden aangebracht, maar het is natuurlijk ook mogelijk het hechtmiddel enkel op geselecteerde plaatsten, zoals bijvoorbeeld op tenminste één zijdeel 13 of 14, aan te brengen. Laatstgenoemde werkwijze zal echter vanuit fabricageoverwegingen in het algemeen niet de voorkeur genieten. Volgens de uitvinding is het bijzonder voordelig een hechtmiddel geschikt voor hergebruik toe te 25 passen, zodat klemelement en papier 50 eenvoudig en zonder beschadiging van elkaar kunnen worden geschieden.

Volgens de uitvinding is het in principe ook mogelijk het hoekdeel 55 te vouwen en te fixeren voordat de lus 11, 13, 14 rond het papier 50 is aangebracht. Hierbij kan het hoekdeel 55 worden gefixeerd door het meegevouwen tweede vouwdeel 20 van 30 het klemelement, bijvoorbeeld door plastische vervorming daarvan of door dit met behulp van een hechtmiddel aan de achterste hoofdzijde 52 papier 50 vast te maken. Achtereen volgens wordt dan de lus 11,13, 14 aangebracht door de zijdelen 13 en 14 langs de randen 53 en 54 van het papier 50 te vouwen.

Volgens de uitvinding is het hoofddeel 11 van het eerste vouwdeel 10 bij 35 voorkeur trapeziumvormig, waarbij de kortste van de twee parallelle zijden van het 7 trapezium wordt gevormd door de genoemde hoofdvouwlijn 1 en waarbij de schuine zijdes van het trapezium worden gevormd door de genoemde twee verdere vouwlijnen 2 en 3. Volgens de uitvinding wordt in een dergelijk klemelement een adequate werking gecombineerd met relatief weinig materiaalgebruik. Tevens is het daarbij en 5 voor een algemeen gemak van gebruik voordelig indien de twee verdere vouwlijnen 2 en 3 ieder met een uiteinde daarvan aansluiten op afzonderlijk uiteinden van de hoofdvouwlijn 1. Bovendien is het voor het vouwen van de zijdelen 13 en 14 voordelig, indien deze zijn voorzien van tenminste één randdeel 15 dat onder een in hoofdzaak loodrechte hoek op de genoemde hoofdvouwlijn 1 aansluit. Daar de genoemde randen 10 53 en 54 van het papier 50 in het algemeen onderling loodrecht georiënteerd zijn, worden volgens de uitvinding de twee verdere vouwlijnen 2 en 3 bij voorkeur ook onder een onderling loodrechte hoek georiënteerd. De uitvoeringsvorm van het klemelement uit de figuur 1 bezit al deze voordelige eigenschappen.

De genoemde lus 11, 13, 14 kan rond het vel papier 50 worden aangebracht 15 alvorens het hoekdeel 55 wordt omgevouwen, zoals geïllustreerd in de figuren 2-1 tot en met 2-3, maar vanzelfsprekend is het ook mogelijk het eerste vouwdeel 10 te voorzien van twee planparallelle delen 11 en 12, die ter plaatse van de twee verdere vouwlijnen 2; 3 in elkaar overgaan. De delen 11 en 12 vormen daarmee als het ware een voorgevormde lus 11, 12, die het aanbrengen van het klemelement 20 vergemakkelijkt en tegelijkertijd het aantal benodigde handelingen vermindert. Daarnaast is het volgens de uitvinding mogelijk met behulp van de zijdelen 13 en 14 en het hoofddeel 11 de lus te vormen 11,13, 14 alvorens deze wordt aangebracht op een vel papier 50. Dit is getoond in de figuren 3-1 en 3-2, waarbij figuur 3-1 een alternatieve uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding is. In de figuur 25 3-2 is het klemelement nogmaals weergeven echter nu zijn de zijdelen 13 en 14 naar achter omgevouwen en aan elkaar gehecht, zodanig dat deze samen met het hoofddeel de lus 11,13, 14 vormen.

Het klemelement uit de figuren 3-1 en 3-2 is zodanig vorm worden gegeven, dat de afmeting van het tweede vouwdeel 20 min of meer gelijk zijn aan die van de 30 achterzijde 12 van de lus 11, 13,14 gevormd door de zijdelen 13 en 14, zodat deze elkaar na het aanbrengen van het klemelement overlappen. Een dergelijk klemelement is visueel aantrekkelijk en zal bij toepassing van een hechtmiddel tevens in een goede hechting resulteren.

In de figuren 4-1 tot en met 4-3 is getoond hoe het klemelement uit de figuren 3-35 1 en 3-2 kan worden aangebracht op een vel papier 50. Doordat de genoemde lus 11, δ 12; 11, 13, 14 is voorgevormd is omvat de werkwijze volgens de uitvinding nu enkel nog de stappen waarin het klemelement rond het papier 50 wordt aangebracht, zoals is aangegeven in de figuur 4-1, waarin het tweede vouwdeel 20 van het klemelement samen met het hoekdeei 55 van het papier 50 wordt omgevouwen, zoals is 5 aangegeven in de figuur 4-2, en waarin het tweede vouwdeel 20 en het hoekdeei 55 in de gevouwen toestand worden gefixeerd, zoals is aangegeven in de figuur 4-3.

In de figuur 5-1 is nog een alternatieve uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding weergegeven. Het tweede vouwdeel 20 van het klemelement omvat twee door een vouwlijn 21 met elkaar verbonden delen 22 en 23. Zoals 10 aangegeven in figuur 5-2 kunnen de genoemde delen 22 en 23 in een onderling planparallelle positie worden gebracht en gehouden, bijvoorbeeld met behulp van eên hechtmiddel of in geval van een klemelement van een kunststof door deze met behulp van warmte deels aan elkaar te smelten, c.q. te sealen. Volgens de uitvinding worden de genoemde delen 22 en 23 zodanig aan elkaar bevestigd, dat er een in hoofdzaak 15 driehoekige uitsparing tussen blijft bestaan, waarbij een basiszijde van de driehoek wordt gevormd door de genoemde hoofdvouwlijn 1 en waarbij de twee overige zijdes 24 en 25 van de driehoeksvorm in hoofdzaak in het verlengde liggen van de genoemde twee verdere vouwlijnen 2 en 3 aanwezig in het eerste vouwdeel 10. Bij het klemelement uit de figuur 5-2 is dit gerealiseerd door de genoemde delen 22 en 23 20 van het tweede vouwdeel 20 ter plaatste van het gearceerde gebieden 26 aan elkaar te hechten.

Niet afgebeeld maar wel mogelijk is het volgens de uitvinding om het tweede vouwdeel 20 met een driehoekig hoofddeel uit te voeren dat aan ieder van de genoemde twee overige zijdes is voorzien van een zijdeel. Door deze zijdelen van het 25 hoofdeel langs de genoemde twee overige zijden te vouwen en vervolgens aan elkaar te hechten vormen deze samen met het nu planparallel aan deze zijdelen gelegen hoofddeel een min of meer driehoekige uitsparing.

In de figuren 6-1 tot en met 6-4 is getoond hoe het klemelement uit de figuren 5-1 en 5-2 kan worden aangebracht op een aantal vellen papier 50. In een eerste stap, 30 getoond in de figuur 6-1, wordt het klemelement over het genoemde hoekdeei 55 van het papier 50 geschoven, waarna dit deel zich tussen de planparallelle georiënteerde delen 22 en 23 daarvan in de uitsparing bevindt, zoals blijkt uit de figuur 6-2. De getoonde constructie van het tweede vouwdeel 20 met de twee delen 22 en 23 draagt er daarbij aan bij dat het klemelement eenvoudig en in de juiste positie op het papier 35 50 terechtkomt. Vervolgens wordt het tweede vouwdeel 20 samen met het hoekdeei 9 55 van het papier 50 langs de hoofdvouwlijn 1 naar achtergevouwen, zoals is geïllustreerd in de figuur 6-2. De delen 20 en 50 worden gevouwen, totdat deze zich nagenoeg planparallel uitstrekken aan de achterste hoofzijde 52 van het papier 50. Daarna kunnen één voor één de zijdelen 13 en 14 van het eerste vouwdeel 10 ten 5 opzichte van het hoofddeel 11 worden gevouwen langs de vouwlijnen 2 en 3, waarbij de twee verdere vouwlijnen 2 en 3 samenvallen met twee randen 53 en 54 van het papier 50, hetgeen in de figuur 6-3 is geïllustreerd, totdat de zijdelen 13 en 14 samen met het hoofddeel 11 van het eerste vouwdeel 10 een lus 11, 13, 14 rond het papier 50 vormen zoals weergegeven in de figuur 6-4.

10 In de alternatieve uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding uit de figuur 7 is dit voorzien van een trapeziumvormig tweede vouwdeel 20 dat ter plaatste van de langste van de twee parallelle zijdes daarvan via een verdere vouwlijn 27 grenst aan een aanvullend deel 28. Bij gebruik van een dergelijk klemelement wordt dit met het aanvullend deel 28 op de achterste hoofdzijde 52 van het papier 50 15 gehecht en vervolgens langs de verdere vouwlijn 27 naar voren, dat wil zeggen over de voorste hoofdzijde 51 van het papier gevouwen, zoals is getoond in de figuur 8-1. Hierna kan het klemelement verder wordt aangebracht overeenkomstig de in de figuren 6-1 tot en met 6-3 getoonde werkwijze, zoals ook is weergegeven in de figuren 8-2 tot en met 8-4. Een dergelijk klemelement en werkwijze realiseert een goede 20 hechting tussen klemelement en papier 50.

In de figuur 9 is een uitvoeringsvorm van het klemelement volgens de uitvinding getoond, waarvan het tweede vouwdeel 20 is voorzien van een snede of uitsparing 29 op of nabij de positie waar de denkbeeldige verlengden van de genoemde twee verdere vouwlijnen 2 en 3 elkaar kruisen. Een dergelijk klemelement heeft het 25 voordeel dat bij gebruik daarvan een uiterste deel van het hoekdeel 55 van het papier 50 door de snede of uitparing 29 kan worden gestoken, hetgeen er aan bijdraagt dat het klemelement op eenvoudige wijze in de juiste positie op het papier 50 terechtkomt.

Het klemelement volgens de uitvinding is, in het bijzonder indien vervaardigd van papier, zeer geschikt om te worden bedrukt, hetgeen is geïllustreerd in de figuur 10. 30 Ook is aangegeven in de figuur 10 dat het klemelement volgens de uitvinding kan worden voorzien zijn van een reclamedeel 30 met een decoratief of informatief doel In de figuur 11-1 is een bijzondere uitvoeringsvorm van het klemelement met reclamedeel 30 getoond, waarbij het reclamedeel 30 wordt gevormd door een visitekaartje 30. Het visitekaartje 30 met het eerste vouwdeel 10 verbonden, maar kan 35 met behulp van een perforatie 31 eenvoudig daarvan worden gescheiden.

10

In de figuur 11-2 tenslotte is het klemelement volgens de uitvinding voorzien van een snede 16 in het eerste vouwdeel 10, voor het inklemmen van bijvoorbeeld een visitekaartje nadat het klemelement is aangebracht om het vel of de vellen papier 50.

Het zal voor de deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de onderhavige 5 uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies. In de figuur 12 zijn een aantal van dergelijke vormgevingsvarianten van het klemelement volgens de uitvinding weergegeven.

Claims (18)

1. Werkwijze voor het met behulp van een klemelement inklemmen van tenminste één vel papier (50) met twee onderling planparallel georiënteerde hoofdzijdes (51; 52) 5 en voorzien van tenminste twee randen (53; 54) die samen komen in een hoek van het vel papier (50), waarin: - op enige afstand van de door de hoek waarin de twee randen (53; 54) van het vel papier (50) samenkomen een door het klemelement gevormde lus (11,12; 11,13, 14) wordt aangebracht rondom het vel papier (50), die daarbij over de genoemde 10 hoofdzijden (51; 52) van het vel papier (50) wordt geplaatst en over een breedte van de lus (11,12; 11,13,14) aanligt tegen de genoemde randen (53; 54), waarin - een hoekdeel (55) van het vel papier (50) dat zich tussen de lus (11, 12; 11, 13, 14) en de genoemde hoek uitstrekt langs de lus wordt gevouwen tot dit hoekdeel (55) zich in hoofdzaak planparallel uitstrekt aan een niet omgevouwen deel van het vel papier 15 (50), en waarin - het gevouwen hoekdeel (55) ten opzichte van het genoemde niet omgevouwen deel van het vel papier (50) wordt gefixeerd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 waarin: 20. een vouwdeel (20) van het klemelement dat grenst aan de genoemde lus (11, 12; 11, 13, 14) samen met het hoekdeel (55) van het vel papier (50) wordt gevouwen tot dit vouwdeel (20) zich in hoofdzaak planparallel uitstrekt aan de genoemde lus (11, 12; 11, 13, 14) en het hoekdeel (55) zich tenminste gedeeltelijk tussen het vouwdeel (20) en de lus (11,12; 11,13,14) bevindt en waarin; 25. het vouwdeel (20) na het genoemde vouwen ten opzichte van de lus (11,12; 11, 13, 14. van het klemelement wordt gefixeerd.

3. Klemelement geschikt voor het onderling inklemmen van een aantal vellen papier en in het bijzonder voor gebruik in de werkwijze volgens conclusie 1 of 2, 30 voorzien van twee ter plaatse van een hoofdvouwlijn (1) aan elkaar verbonden vouwdelen (10; 20) waarvan een eerste vouwdeel (10) is voorzien van twee verdere vouwlijnen (2; 3) die onder een hoek ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd en die ieder aansluiten op de genoemde hoofdvouwlijn (1), met het kenmerk dat de twee verdere vouwlijnen (2; 3) in een richting naar de genoemde hoofdvouwlijn (1) onderling 35 convergeren.

4. Klemelement volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de twee verdere vouwlijnen (2; 3) ieder met een uiteinde aansluiten op een afzonderlijk uiteinde van de genoemde hoofdvouwlijn (1). 5

5. Klemelement volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat het eerste vouwdeel (10) een in hoofdzaak als trapezium gevormd hoofddeel (11) omvat, waarvan de kortste van de twee parallelle zijden wordt gevormd door de genoemde hoofdvouwlijn (1) en waarvan de schuine zijdes worden gevormd door de genoemde twee verdere 10 vouwlijnen (2; 3).

6. Klemelement volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk dat het eerste vouwdeel (10) twee planparallelle delen (11; 12) omvat die ter plaatse van de twee verdere vouwlijnen (2; 3) in elkaar overgaan. 15

7. Klemelement volgens één der conclusies 3-6, met het kenmerk dat het eerste vouwdeel (10) een centraal gelegen hoofddeel (11) en twee zijdelen (13; 14) omvat, waarbij de genoemde twee zijdelen (13; 14) ieder afzonderlijk ter plaatse van één van de genoemde twee verdere vouwlijnen (2; 3) met het hoofddeel (11) zijn verbonden. 20

8. Klemelement volgens conclusie 7, met het kenmerk dat een randdeel (15) van een zijdeel (13; 14) onder een in hoofdzaak loodrechte hoek op de genoemde hoofdvouwlijn (1) aansluit.

9. Klemelement volgens één der conclusies 3-8, met het kenmerk dat een tweede vouwdeel (20) van het klemelement in hoofdzaak trapeziumvormig is, waarbij de kortste van de twee parallelle zijden van het trapezium wordt gevormd door de genoemde hoofdvouwlijn (1).

10. Klemelement volgens één der conclusies 3-9, met het kenmerk dat het klemelement een tweede vouwdeel (20) omvat voorzien van twee planparallelle delen (22; 23) die met elkaar zijn verbonden.

11. Klemelement volgens conclusie 10, met het kenmerk dat met het kenmerk dat 35 tenminste één eerste zijde (21) van het tweede vouwdeel (20) een sectie omvat dat een in hoofdzaak driehoekige vorm bezit, waarbij een basiszijde van de driehoeksvorm wordt gevormd door de genoemde hoofdvouwlijn (1) en waarbij de twee overige zijdes (24; 25) van de driehoeksvorm in hoofdzaak in het verlengde liggen van de genoemde twee verdere vouwlijnen (2; 3) en dat de genoemde twee planparallelle delen (22; 23) 5 ter plaatse van de genoemde twee overige zijdes (24; 25) met elkaar zijn verbonden.

12. Klemelement volgens één der conclusies 3-11, met het kenmerk dat tenminste één van de twee genoemde vouwdelen (10; 20) een reclamedeel (30) omvat waarop een tekst of een figuur is weergegeven, welk reclamedeel (30) van het klemelement 10 kan worden gescheiden, bijvoorbeeld met behulp van een perforatie (31).

13. Klemelement volgens één der conclusies 3-12, met het kenmerk dat de twee verdere vouwlijnen (2; 3) onder een tenminste nagenoeg loodrechte hoek ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd. 15

14. Klemelement volgens één der conclusies 3-13, met het kenmerk dat het klemelement is vervaardig van metaal.

15. Klemelement volgens één der conclusies 3-13, met het kenmerk dat het 20 klemelement is vervaardig van papier of karton.

16. Klemelement volgens één der conclusies 3-13, met het kenmerk dat het klemelement is vervaardig van kunststof.

17. Klemelement volgens één der conclusies 3-16, met het kenmerk dat een deel van het klemelement is voorzien van een hechtlaag welke bijvoorkeur geschikt is voor hergebruik.

18. Klemelement volgens conclusie 17, met het kenmerk dat tenminste één 30 hoofdzijde van het klemelement nagenoeg volledig is voorzien van een hechtlaag.