NL1011025C2 - Verlichtingsarmatuur. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Verlichtingsarmatuur.

De uitvinding heeft betrekking op een verlichtingsarmatuur waarin onder een in het armatuur opgenomen 1ichtbron(nen) dwars op de 5 lengterichting van het armatuur een aantal dwarslamellen tenminste nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld en waarbij een dwars-lamel wordt begrensd door zijdelingse begrenzingsvlakken waarbij de onderste delen van de begrenzingsvlakken zich van de onderste be-grenzingsrand van de lamel schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde 10 richting uitstrekken.

Een dergelijk armatuur is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage 4.243.659. Zoals in deze aanvrage is afgebeeld neemt de afstand tussen de zijdelingse begrenzingsvlakken in een van de onderste begrenzingsrand afgekeerde richting geleidelijk toe, 15 tengevolge waarvan een dergelijke dwarslamel aan zijn bovenzijde verhoudingsgewijs breed is, hetgeen een vermindering van de lichtstroom vanaf de met behulp van de lichtbron te verlichten ruimte tot gevolg heeft. _______

Met de uitvinding wordt beoogd een verlichtingsarmatuur van 20 bovengenoemde soort te verkrijgen, waarbij aan dit nadeel van de bekende constructie kan worden tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat op de boveneinden van de onderste delen van de begrenzingsvlakken delen van de begrenzingsvlakken aansluiten, die zich in een van de onderste 25 begrenzingsrand afgekeerde richting schuin naar elkaar toe uit strekken, terwijl op de bovenranden van deze zich naar elkaar toe uitstrekkende delen verdere delen van de begrenzingsvlakken aansluiten, die zich in een van de onderste begrenzingsrand en van elkaar afgekeerde richting uitstrekken.

30 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een getrapte opbouw van een dwarslamel worden verkregen, waarbij een dwarslamel kan worden verkregen waarvan de grootste breedte aanzienlijk kleiner is dan die van de gebruikelijke dwarslamellen. In de praktijk is gebleken, dat door toepassing van de constructie 35 volgens de uitvinding een aanzienlijk hoger armatuur en verlichtings-rendement van verlichtingsarmatuur kan worden verkregen.

* Λ P, Γ ; : ' 3 I i.' ; 2

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuren.

Figuur 1 toont een doorsnede over een dwarslamel volgens de uitvinding.

5 Figuur 2 toont een overeenkomstige doorsnede van een dwarslamel ingetekend in een grotendeels met stippellijnen weergegeven dwarsdoorsnede van èen gebruikelijke dwarslamel.

Figuur 3 toont schematisch een dwarsdoorsnede over een verlichtingsarmatuur.

10 De in figuur 1 weergegeven dwarslamel 1 wordt begrensd door een tweetal zijdelingse begrenzingsvlakken 2 en 3.

Deze begrenzingsvlakken 2 en 3 omvatten onderste delen 4 resp. 5, die zich vanaf een onderste begrenzingsrand Γ van de lamel 1 schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekken.

15 Op de bovenranden van de delen 4 en 5 sluiten zich verdere delen 6 resp. 7 van de begrenzingsvlakken 2 resp. 3 aan, die zich vanaf de bovenste begrenzingsranden van de delen 4 en 5 schuin omhoog in een naar elkaar toegekeerde richting uitstrekken. Op de bovenste begrenzingsranden van de delen 6 en 7 sluiten zich weer verdere delen 20 8 resp. 9 van de begrenzingsvlakken 2 resp. 3 aan, die zich vanaf hun aansluiting op de delen 6 en 7 schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekken.

Zoals uit de figuur 1 duidelijk zal zijn wordt dit patroon meerdere malen herhaald met zich schuin omhoog naar elkaar toe uit-25 strekkende delen 6’, 7’; 6”, 7” en 6’”, 7’”, afgewisseld met zich schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekkende delen 8’, 9’; 8”, 9” en 8’”, 9’”.

Op deze wijze wordt een als het ware "getrapte" doorsnede van de dwarslamel 1 verkregen, hetgeen tot een slanke opbouw van de 30 dwarslamel leidt, zoals in het bijzonder uit figuur 2 duidelijk zal zijn, waarin de dwarslamel ingetekend in een gestippeld aangeduide dwarslamel 10 van gebruikelijke constructie is weergegeven.

In figuur 3 is schematisch een verlichtingsarmatuur 11 in dwarsdoorsnede weergegeven. In het huis 12 van het verlichtings-35 armatuur is een lichtbron 13, gebruikelijk een TL-buis, opgesteld. De . J L· 3 dwarslamellen 1 strekken zich onder de lichtbron 13 en loodrecht op de lengterichting van de lichtbron 13 uit.

Zoals verder in figuur 3 is weergegeven bestaat hierbij de mogelijkheid de dwarslamel met een gekromde bovenste begrenzingsrand 5 uit te voeren, zodanig, dat Zijn uiteinden hoger zijn gelegen dan het midden zonder dat hierdoor op nadelige wijze door de lamp uitgestraald licht wordt onderschept.

•

Claims (4)

1. Verlichtingsarmatuur waarin onder een in het armatuur opgenomen 1ichtbron(nen) dwars op de lengterichting van het armatuur 5 een aantal dwarslamellen tenminste nagenoeg evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld en waarbij een dwarslamel wordt begrensd door zijdelingse begrenzingsvlakken waarbij de onderste delen van de begrenzingsvlakken zich van de onderste begrenzingsrand van de lamel schuin omhoog in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekken, met het kenmerk, dat op de 10 boveneinden van de onderste delen van de begrenzingsvlakken delen van de begrenzingsvlakken aansluiten, die zich in een van de begrenzingsrand afgekeerde richting schuin naar elkaar toe uitstrekken, terwijl op de bovenranden van deze zich naar elkaar toe uitstrekkende delen verdere delen van de begrenzingsvlakken aansluiten, die zich in een 15 van de onderste begrenzingsrand en van elkaar afgekeerde richting uitstrekken.

2. Verlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de begrenzingsvlakken meerdere boven elkaar gelegen groepen van zich schuin naar elkaar toe uitstrekkende delen en op de bovenranden 20 daarvan aansluitende zich in een van elkaar afgekeerde richting uitstrekkende delen bezitten.

3. Verl ichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de bovenste begrenzingsrand van een dwarslamel een gekromd verloop heeft, zodanig, dat gerekend bij horizontaal opge- 25 stelde verlichtingsarmatuur de uiteinden van de bovenste begrenzingsrand hoger zijn gelegen dan het midden van de bovenste begrenzingsrand.

4. Dwarslamel kennelijk bestemd voor een verlichtingsarmatuur volgens een der voorgaande conclusies.