NL1008095C2 - Van een omhulling voorziene, meervoudige pijp. - Google Patents

Description

VAN EEN OMHULLING VOORZIENE, MEERVOUDIGE PIJP

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een meervoudige pijp, omvattende ten minste twee binnenpijpen die met een wandstuk tegen elkaar aan zijn gelegen .

Dergelijke pijpen zijn bekend.

10 Om de binnenpijpen aan elkaar te fixeren, wordt veelal aan de van buitenaf zichtbare naden een lasnaad aangebracht.

Alhoewel dergelijke meervoudige pijpen voor bepaalde toepassingen goed voldoen, hebben deze 15 meervoudige pijpen het nadeel dat zij lastig te buigen zijn, dat zij niet bijzonder stevig zijn, in het bijzonder wanneer het inwendige wordt onderworpen aan hoge drukken, en dat zij slechts leiden tot een matige, thermische en mechanische isolatie.

20 Uit BE-A-403 255 is een meervoudige pijp bekend, waarbij de binnenpijpen tenminste over een deel van hun lengte door een buitenpijp worden omgeven.

Door het aanbrengen van de buitenpijp wordt een veel grotere mechanische sterkte verkregen, waardoor 25 tevens de buigbaarheid toeneemt. Verder wordt de thermische en mechanische isolatie, die door de aldus ontstane pijp wordt verschaft, veel groter dan beide pijpen volgens de stand van de techniek.

Voor bepaalde toepassingen is het van belang 30 dat een grote thermische en mechanische isolatie wordt verkregen tussen de inwendige kanalen en de omgeving.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke meervoudige pijp die thermisch en akoestisch goed geïsoleerd is ten opzichte van de 35 omgeving.

Dit doel wordt bereikt, doordat de buitenpijp tenminste over een deel van de lengte van de binnenpijpen door een spleet is gescheiden van de binnenpijpen.

1008095 2

Een probleem wordt hierbij gevormd door de eis dat de binnenpijpen gefixeerd moeten blijven. Hierbij speelt de buitenpijp een klemmende rol.

Bij de oplossing volgens de uitvinding wordt 5 deze rol gehandhaafd door dat deel van de buitenpijp, dat in contact is met de binnenpijpen, terwijl het overige deel van de buitenpijp zorgdraagt voor een goede isolatie.

Deze isolatie kan verder worden verbeterd, 10 wanneer de spleet met isolerend materiaal is opgevuld. Hierbij wordt er op gewezen dat het uiteraard mogelijk is de spleet niet met een specifiek materiaal te vullen, i zodat deze gewoon met lucht gevuld is.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm is ' 15 de omtrek van de combinatie van de binnenpijpen hoofdzakelijk rond. Dit leidt immers tot een minimaal ruimtebeslag, terwijl bovendien de verhouding tussen oppervlak van de pijp en diameter zo gunstig mogelijk is, hetgeen van belang is in verband met thermische en 20 mechanische isolatie.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm hebben beide binnenpijpen in doorsnede de vorm van een D. Ook dit leidt tot een effectief gebruik van de beschikbare ruimte.

25 Hierbij wordt er op gewezen dat deze uitvoeringsvorm in het bijzonder geschikt is als pijp, aansluitend op een uitlaatspruitstuk van een motor, waarbij het van belang is dat van diverse groepen cilinders afkomstige gasstromen over een zekere afstand 30 van elkaar worden gescheiden om kortsluiting te voorkomen. Hierbij is uiteraard essentieel dat de motor een even aantal cilinders heeft.

Wanneer sprake is van een motor met vijf cilinders, is het aantrekkelijk, wanneer de twee 35 binnenpijpen de vorm hebben van een C, dat de twee binnenpijpen elkaar raken, en dat de binnenruimte tussen deze pijpen is opgevuld met een hoofdzakelijk ronde pijp, waarbij het oppervlak van beide C-vormige pijpen elk 1008095 3 gelijk is aan het dubbele van het oppervlak van de hoofdzakelijk ronde pijp. Hierbij kunnen de gasstromen van paren cilinders, waarvan het ontstekingstijdstip ver uit elkaar ligt, worden gecombineerd, terwijl de gasstroom 5 van de resterende cilinder naar de enkele, ronde pijp kan worden toegevoerd.

De uitvinding is echter ook van toepassing op uitlaatpijpen voor motoren met andere aantallen cilinders. Bij zes-cilinder-motoren worden bijvoorbeeld 10 drie pijpen gecombineerd die elk de doorsnede hebben van 1/3 cirkelsector. Bij acht-cilinder-motoren worden bijvoorbeeld vier pijpen gecombineerd die elk de doorsnede hebben van 1/4 cirkelsector.

Het zal duidelijk zijn dat het tevens mogelijk 15 is andere configuraties toe te passen.

Volgens weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm strekt de buitenpijp zich slechts over een deel van de lengte van een binnenpijpcombinatie uit, en zijn de binnenpijpen over 20 hun deel, dat niet door de buitenpijp wordt bedekt, vertakt voor het vormen van een spruitstuk. Het zal duidelijk zijn dat ook deze uitvoeringsvorm aantrekkelijk is voor toepassing bij een motor, bijvoorbeeld een motor van een motorvoertuig.

25 Dan is het aantrekkelijk, wanneer de vertakte einden van de binnenpijpen zijn ingericht om met een dergelijke motor te worden verbonden.

Dit kan geschieden door aan de vrije einden van de binnenpijpen flenzen te bevestigen voor het aan een 30 machine-onderdeel bevestigen van de pijpen.

Een bijzonder aantrekkelijke uitvoeringsvorm ontstaat, wanneer de flenzen zijn verenigd tot een plaat en de plaat verbonden is met in de vrije binnenpijpen omgevend element, waarbij het element een ruimte tussen 35 de pijpstukken en het element insluit. Een dergelijke combinatie kan bijvoorbeeld gegoten worden.

Andere aantrekkelijke voorkeursuitvoeringsvorm blijken uit de overige onderconclusies.

1008095 4

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: figuur la: een perspectivisch aanzicht van een ] 5 tweevoudige pijp volgens de stand van de techniek; figuur lb: een perspectivisch aanzicht van de i in figuur la weergegeven pijp die door een buitenpijp : volgens de uitvinding wordt omgeven,- ! figuur lc: een variant van de in figuur lb - 10 weergegeven pijp volgens de uitvinding; figuren 2a-2c: de drievoudige uitvoeringsvorm van de in figuren la-lc weergegeven pijpen,· figuur 3a-3c: een andere variant van de in figuren la-lc weergegeven pijpen,- en -> 15 figuur 4: een perspectivisch aanzicht van een motorblok dat voorzien is van een spruitstuk volgens de onderhavige uitvinding.

In figuur la is een zogenaamde DD-pijp 1 ’ getoond die in de stand van de techniek bekend is.

20 Deze DD-pijp omvat twee pijpen 2,3 die elk de vorm hebben van een D en die met hun vlakke zijden 4,5 tegen elkaar aan zijn geplaatst. Ter fixatie zijn twee lasnaden 6, respectievelijk 7 aangebracht. Overigens = ] kunnen andere bevestigingen gebruikt worden, j 25 Figuur lb toont de in figuur la afgebeelde DD- pijp die van een buitenpijp 9 is voorzien. De buitenpijp 9 is, afgezien van de naden, over zijn gehele binnenvlak in aanraking met binnenpijpen 2,3. Deze worden aldus tegen elkaar aangeklemd, zodat de lasnaden 6,7 zouden 30 kunnen vervallen, zij het dat deze tijdens het produktieproces noodzakelijk zouden kunnen zijn. Verder is het mogelijk de buitenpijp 9 slechts over een deel van de lengte van de twee binnenpijpen uit de laten strekken.

Figuur lc toont een uitvoeringsvorm, waarbij de 35 beide binnenpijpen 2,3 door een luchtspleet 10 gescheiden zijn van de buitenpijp 9. Hierbij zal, om de afstand tussen de binnenpijpen en de buitenpijpen te handhaven, het noodzakelijk zijn dat de luchtspleet 10 hetzij gevuld “ 1008095 5 is met een isolerend materiaal, hetzij deze van afstands -houders is voorzien die op regelmatige afstanden zijn aangebracht of dat de luchtspleet slechts over een deel van de lengte van de pijp aanwezig is. Fixatie vindt dan 5 immers plaats op delen van de lengte, waarbij de buitenpij p in direkt contact is met de binne.npijp, zoals in figuur lb is getoond.

Bij gebruik van afstandhouders kan het noodzakelijk zijn de binnenpijpen onderling bijvoorbeeld 10 door middel van lasnaden onderling te fixeren.

Het is aldus mogelijk combinaties te maken van de uitvoeringsvormen van figuur lb en figuur lc.

In figuur 2a is een tot de stand van de techniek behorende drievoudige pijp 11 getoond die door 15 drie gelijke pijpen 12,13,14 wordt gevormd die elk in doorsnede de vorm hebben van een cirkelsegment en die met hun vlakke zijden tegen elkaar aan zijn bevestigd. Ook hier is het mogelijk rondom de aldus gevormde, samengestelde pijp 11 een buitenpijp 15 aan te brengen 20 die in aanraking is met de binnenpijp 12,13 en 14.

Het zal eveneens duidelijk zijn dat ook hier een luchtspleet kan worden toegepast, zoals in figuur 2c getoond is. Daar worden de binnenpijpen 12,13,14 gescheiden van de buitenpijp 16 door een luchtspleet 17 die ook 25 hier al of niet gevuld kan worden met afstandshouders of isolatiemateriaal.

In figuur 3a is een derde variant getoond, omvattende twee binnenpijpen 18,19. De binnenpijpen 18,19 hebben elk in doorsnede de vorm van een C, en liggen met 30 de vrije einden van hun doorsnede tegen elkaar aan. Ook hier kan ter fixatie een niet in de tekening weergegeven lasnaad worden toegepast.

Het zal duidelijk zijn dat evenals bij de voorgaande varianten hierbij een buitenpijp 20 kan worden 35 aangebracht, zoals in figuur 3b getoond is.

In figuur 3c is een uitvoeringsvorm getoond, waarbij tussen een buitenpijp 21 en de binnenpijpen 18,19 een luchtspleet 22 is aangebracht.

1008095 6

Overigens gelden voor deze uitvoeringsvorm dezelfde overwegingen als de uitvoeringsvormen die aan de hand van figuur 1 zijn toegelicht.

Zoals in de aanhef genoemd is, is het mogelijk 5 de buitenpijp van de diverse uitvoeringsvormen zich slechts over een deel van de binnenpijpen uit te laten i strekken en de binnenpijpen te vertakken. Een dergelijke configuratie vindt bijzonder toepassing in de vorm van \ een spruitstuk, bijvoorbeeld een uitlaatspruitstuk van ] 10 een motor, zoals in figuur 4 is weergegeven.

- Figuur 4 toont dan ook een motor 23, waarvan de = uitlaatpoorten 24 verbonden zijn met pijpstukken 25,26,27 en 28. Deze pijpstukken vormen de vertakte uiteinden van - een bijvoorbeeld viervoudige configuratie van een pijp- = 15 stuk volgens de onderhavige uitvoeringsvorm dat leidt naar een koppeling 29. Hierbij is een klein deel tussen de koppeling 29 en de vertakking als een pijp volgens de onderhavige uitvinding uitgevoerd. Er ontstaat een bijzonder aantrekkelijke uitvoeringsvorm, wanneer de losse, 20 vertakte einden van de pijpstukken door een gemeenschappelijke omhulling worden omhuld, welke bijvoorbeeld door een gietstuk kan worden gevormd. Tevens bestaat dan de mogelijkheid het gietstuk te voorzien van bevestigingsmiddelen voor bevestiging van het gehele uitlaatspruit-25 stuk op het motorblok, en wel in één keer.

Het zal duidelijk zijn dat op diverse wijzen van de getoonde uitvoeringsvormen kan worden afgeweken, zonder buiten de uitvinding te vallen.

100809g

Claims (19)

1. Meervoudige pijp, omvattende ten minste twee 5 binnenpijpen die met een wandstuk tegen elkaar aan zijn gelegen waarbij de binnenpijpen tenminste over een deel van hun lengte door een buitenpijp worden omgeven, met het kenmerk, dat de buitenpijp tenminste over een deel van de lengte van de binnenpijpen door een spleet is 10 gescheiden van de binnenpijpen.

2. Meervoudige pijp volgens conclusie l, met het kenmerk, dat de spleet met isolerend materiaal is opgevuld.

3. meervoudige pijp volgens conclusie l of 2, 15 met het kenmerk, dat de omtrek van de combinatie van de binnenpijpen hoofdzakelijk rond is.

4. Meervoudige pijp volgens conclusie l, 2 of 3, met het kenmerk, dat de buitenpijp een ronde doorsnede heeft.

5. Meervoudige pijp volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide binnenpijpen in doorsnede de vorm hebben van een D.

6. Meervoudige pijp volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de twee binnenpijpen 25 de vorm hebben van een C, dat de twee binnenpijpen elkaar raken, en dat de binnenruimte tussen deze pijpen is opgevuld met een hoofdzakelijk ronde pijp, waarbij het oppervlak van de beide C-vormige pijpen elk gelijk is aan het dubbele van het oppervlak van de hoofdzakelijk ronde 30 pijp.

7. Meervoudige pijp volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenpijp zich slechts over een deel van de lengte van de binnenpijpcombinatie uitstrekt.

8. Meervoudige pijp volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de binnenpijpen over hun deel, dat niet door de buitenpijp wordt bedekt, vertakt zijn voor het vormen van een spruitstuk. 1008095 δ

9. Meervoudige pijp volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vertakte einden van de binnenpijpen zijn ingericht om met een machine te worden verbonden.

10. Meervoudige pijp volgens conclusie 9, met 5 het kenmerk, dat aan de vrije einden van de binnenpijpen flenzen zijn bevestigd voor het aan een machineonderdeel « bevestigen van de pijpen.

: 11. Meervoudige pijp volgens conclusie 9, met ; het kenmerk, dat de flenzen zijn verenigd tot een plaat, - 10 en dat de plaat verbonden is met een de vrije bin nenpijpen omgevend element, waarbij het element door een ruimte van de pijpstukken wordt gescheiden.

~ 12. Meervoudige pijp volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het element met de buitenpijp is 15 verbonden.

13. Meervoudige pijp volgens conclusie 9, 10 of 11, met het kenmerk, dat de plaat en het element tezamen een gietstuk vormen.

14. Meervoudige pijp volgens conclusie 13, met «« 20 het kenmerk, dat de plaat, het element en de pijpstukken ' j tezamen een gietstuk vormen.

15. Meervoudige pijp volgens een van de conclusies 10-14, met het kenmerk, dat de meervoudige pijp, het element en de plaat tezamen een 25 uitlaatspruitstuk vormen.

16. Werkwijze voor het vervaardigen van een meervoudige pijp, omvattende ten minste twee binnenpijpen die elk met een wandstuk tegen elkaar aan zijn bevestigd, en een de binnenpijpen omringende buitenpijp, waarbij de 30 werkwijze de volgende stappen omvat: - het tegen elkaar aan bevestigen van de binnenpijpen; ' - het verkleinen van de uitwendige diameter van : de binnenpijpen of het vergroten van de inwendige 35 diameter van de buitenpijp; en - het over de binnenpijpen schuiven van de _____ buitenpijp. Ξ 1008095

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat vervolgens de meervoudige pijp in een mal wordt gebracht, de binnenpijpen met een doorn worden gevuld en de ruimte tussen de buitenpijp en de 5 binnenpijpen ter plaatse van de aansluiting van de wanddelen tussen de binnenpijpen en de buitenpijp onder druk gezet wordt.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat vervolgens de ruimte tussen de buitenpijp en 10 de binnenpijp met vulmateriaal gevuld wordt en vervolgens aan een buigproces wordt onderworpen.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de het vulmateriaal water is, en dat na het inbrengen van het water het water wordt bevroren, en 15 vervolgens het buigproces wordt uitgevoerd. 1008095