NL1007361C2 - Perforator. - Google Patents
Perforator. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1007361C2 NL1007361C2 NL1007361A NL1007361A NL1007361C2 NL 1007361 C2 NL1007361 C2 NL 1007361C2 NL 1007361 A NL1007361 A NL 1007361A NL 1007361 A NL1007361 A NL 1007361A NL 1007361 C2 NL1007361 C2 NL 1007361C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- punch
- head
- mandrel
- cam
- transmission shaft
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B26—HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
- B26F—PERFORATING; PUNCHING; CUTTING-OUT; STAMPING-OUT; SEVERING BY MEANS OTHER THAN CUTTING
- B26F1/00—Perforating; Punching; Cutting-out; Stamping-out; Apparatus therefor
- B26F1/02—Perforating by punching, e.g. with relatively-reciprocating punch and bed
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T74/00—Machine element or mechanism
- Y10T74/18—Mechanical movements
- Y10T74/18568—Reciprocating or oscillating to or from alternating rotary
- Y10T74/188—Reciprocating or oscillating to or from alternating rotary including spur gear
- Y10T74/18808—Reciprocating or oscillating to or from alternating rotary including spur gear with rack
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/869—Means to drive or to guide tool
- Y10T83/8742—Tool pair positionable as a unit
- Y10T83/8743—Straight line positioning
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/869—Means to drive or to guide tool
- Y10T83/8821—With simple rectilinear reciprocating motion only
- Y10T83/8841—Tool driver movable relative to tool support
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/869—Means to drive or to guide tool
- Y10T83/8821—With simple rectilinear reciprocating motion only
- Y10T83/8841—Tool driver movable relative to tool support
- Y10T83/8844—Gear actuated tool support
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/929—Tool or tool with support
- Y10T83/9411—Cutting couple type
- Y10T83/9423—Punching tool
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Forests & Forestry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Perforating, Stamping-Out Or Severing By Means Other Than Cutting (AREA)
Description
Titel: Perforator
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een perforator of een perforeermachine voor het perforeren van documenten of dergelijke wanneer deze gearchiveerd worden.
Een perforeermachine volgens de stand van de techniek 5 is beschreven in de Japanse octrooipublicatie Hei 6-55499. Bij de perforeermachine die hierin beschreven wordt, is een ponssectie aangebracht in een ponssectie-transportgroef in een behuizing, en de bewegende ponssectie is gevormd langs de ponssectie-transportgroef. Daarbij is de ponssectie op 10 een riem zonder einde aangebracht, die om een drijvend en een gedreven wiel gelegd is en aangedreven wordt door de rotatie van het drijvende wiel dat geroteerd wordt door een motor.
Het aandrijfmechanisme van het ponsgereedschap dat in 15 de ponssectie is aangebracht, is voorzien van een krukas met een uiteinde waaraan een ponsdoorn is aangebracht door middel van een pen, die in zijn middendeel ondersteund wordt zodat deze kan zwenken. Verder is voorzien in een langwerpige uitsparing die gevormd is in het achtereinde 20 van de krukas die verbonden is met een arm waarbij een wiel is aangebracht op de arm. Het wiel wordt geroteerd door de motor (aannemend dat de motor op de ponssectie is aangebracht) waarbij de krukas gezwenkt wordt om de ponsdoorn op en neer te bewegen. De ponsdoorn past in een 25 ponsgat gevormd aan de behuizingszijde, en de perforatie heeft plaats door de afschuivingskracht tussen de ponsdoorn en het ponsgat.
Een ponsdoorn-positioneringsgeleiding, die van te voren is vervaardigd overeenkomstig het aantal en de iC spatiëring van de gaten, wordt geselecteerd. Deze ponsdoorn-positioneringsgeleiding wordt aangebracht snier een geleidingsdetectieopnemer die in de ponssectie geplaatst is om deze te detecteren. De motor voor het aandrijver, van het wiel voor het zwenken van de hi erve :·ι " 00 7 'i : 2 genoemde krukas en de motor van het drijvende wiel voor het aandrijven van de hiervoor genoemde riem worden bestuurd om hiermee het vooraf bepaalde aantal gaten op een vooraf bepaalde onderlinge afstand te vormen.
5 Bij de hiervoor genoemde perforeermachine ontstaan geen serieuze problemen bij het maken van gaten in het papier door de ponsdoorn indien het aantal vellen papier gering is, omdat de ponssectie slechts wordt verplaatst als deze in de ponssectie-transportgroef in het huis geplaatst 10 is. Wanneer echter het aantal vellen papier groot is, is het noodzakelijk om een relatief grote kracht op het papier uit te oefenen tijdens het ponsen ervan. Omdat deze kracht door de ponssectie wordt opgenomen tijdens het ponsen van de gaten, is een stevige fixatie aan de ponssectie 15 noodzakelijk om de kracht te weerstaan. Omdat het ponsgat aangebracht is aan de behuizingsziide, kan de drukkracht van de ponsdoorn op de ponssectie als een reactiekracht werken. Als de ponssectie de fixatiekracht verliest, kan de ponsdoorn niet in het ponsgat gebracht worden. Het 20 resultaat is dat het nagenoeg onmogelijk is om de ponsdoorn in het ponsgat te brengen. Verder wordt ongewenste wrijving opgewekt tussen de ponsdoorn en het ponsgat resulterend in vermindering van de snijdende werking van de ponsdoorn hetgeen de levensduur van de ponsdoorn bekort. Derhalve is 25 er, enkel door het plaatsen van de ponssectie in de transportgroef, geen mogelijkheid om de ponssectie stevig te fixeren tegen de bovengenoemde reactiekracht. Om de ponssectie stevig te fixeren is de constructie daarvan ingewikkeld en duur.
30 Ook is, doordat de ponsdoorn is aangebracht aan het uiteinde van de zwenkbare krukas, de kracht om de ponsdoorn naar beneden te drukken niet verticaal gericht. Om deze reden wordt in het geval dat er een behoorlijk grote kracht in neerwaartse richting op de ponsdoorn uitgeoefend wordt, 35 een as van de ponsdoorn verplaatst vanwege de relatie met de ponsweerstand, zodat een ongewenste wrijving opgewekt 1 00 736 1 3 wordt tussen de ponsdoorn en het ponsgat. Op dezelfde wijze als hierboven beschreven, wordt de snijdende werking van de ponsdoorn verminderd hetgeen de levensduur van de ponsdoorn bekort.
5 Tevens wordt, omdat de motor als de aandrijfbron voor de krukas op de ponssectie is aangebracht, het gewicht van de ponssectie verhoogd, evenals de massatraagheid als de ponssectie wordt bewogen of gestopt. In het bijzonder indien de ponssectie wordt aangedreven door de riem is het 10 moeilijk om de bewegende ponssectie met een hoge massatraagheid te stoppen op een geschikte positie. Ook is, omdat de massatraagheid groot is, het onmogelijk om de ponssectie met een hoge snelheid te bewegen, hetgeen in een slechte pons-efficiency resulteert. Tevens wordt indien de 15 motor op de bewegende ponssectie aangebracht wordt, omdat de elektrische bedradingen nodig zijn tussen de motor en de op het stationaire gedeelte aangebrachte stroombron, de bedradingen versleept telkens als de ponssectie bewogen wordt. Hierdoor bestaat er een grote mogelijkheid van 20 beschadigingen zoals een breuk van de bedradingen en dergelijke.
Om de hierboven vermelde gebreken op te lossen, heeft aanvraagster een perforeermachine voorgesteld in de Japanse octrooipublicatie Hei 8-206996. Het concept hiervan zal nu 25 worden beschreven onder verwijzing naar fig. 9 en 10. In fig. 9 zijn een glij-overbrengingsas 2 en een draadstang 3 evenwijdig aan elkaar door een kop 1 aangebracht. Een rechthoekige stang is gebruikt als glij-overbrengingsas 2. Verwijzingsnummer 4 geeft een rail aan voor het geleiden 30 van kop 1 wanneer deze beweegt in richtingen aangegeven door de pijlen b. Vier geleidewielen 5 grijpen aan op de rail 4 zodanig dat ze de rail 4 in verticale richting vastklemmen. De vier geleidewielen 5 worden roteerbaar ondersteund door een ondersteuning 6 aangebracht op de 3 5 kop 1.
1007361 4
De kop 1 omvat een zijwand 7 en een zijvlak 8. Een geleidedeel 9 is aangebracht op een zijvlak van de zijplaat 7 zodat de ponsdoorn van een ponssectie 10 aangebracht onder het geleidedeel 9 hierlangs op en neer kan worden 5 bewogen. Een perforatie-positioneringsdeel 11 voor het bepalen van de positie van de ponsdoorn terwijl een hoeveelheid ingevoerd papier P wordt gejusteerd, is roteerbaar aangebracht zoals aangegeven door pijlen. Het perforatie-positioneringsdeel 11 wordt gepositioneerd door 10 een perforatie-positioneringsregelaar 12. Verwijzingsnummer 14 geeft een bedieningssectie a3^ waarin de wielen voor het roteren van de glij-overbrengingsas 2 en de draadstang 3 en dergelijke zijn aangebracht. Verwijzingsnummer 15 geeft een knop aan voor het bedienen van een verstelbare stuitnok 16 15 voor het selecteren van het aantal gaten en de afstand tussen de gaten. Verwijzingsnummer 17 geeft begrenzingsschakelaars aan om de beweging van de kop 1 te stoppen, die aangebracht zijn aan beide zijden van de kop 1 (niet afgebeeld) en beweegbaar aangebracht zijn op een 20 ondersteuningsstang 18 om het bewegingsbereik van kop 1 te begrenzen overeenkomstig de soort van het papier P.
Wanneer bijvoorbeeld tijdens het perforeren de kop 1 naar rechts bewogen wordt om het perforeren tot aan een vooraf bepaalde positie aan het rechtereinde van het papier 25 P te volbrengen, wordt de kop 1 in contact gebracht met de begrenzingsschakelaar 17 aan de rechterkant en gestopt. Wanneer vervolgens het nieuwe papier P is aangebracht en de schakelaar aangezet wordt, wordt de kop 1 in de tegenovergestelde richting bewogen, dat wil zeggen naar de 30 linkerzijde tijdens het perforeren om het perforeren tot aan een vooraf bepaalde positie aan het linker uiteinde van het papier P te volbrengen, en wordt de kop 1 in contact gebracht met de begrenzingsschakelaar 17 aan de linkerkant en gestopt. Derhalve wordt het perforeren uitgevoerd 35 terwijl de kop 1 heen en weer bewogen wordt zodat de pons-efficiency verbeterd wordt en het mogelijk is om de 1007361 5 ponsposities van de uiteinden aan de linker- en rechterkanten in te stellen door de begrenzingsschakelaars 17 te verplaatsen in overeenstemming met de afmeting van het papier en de afstand tussen de gaten.
5 Zoals afgeheeld in fig. 10, is in het inwendige van de bedieningssectie 14 een schijfnok 19 aangebracht aan een einddeel van de glij-overbrengingsas 2, die geroteerd wordt door een motor (niet afgebeeld) samen met de schijfnok 19. De begrenzingsschakelaar 20 wordt aan- en uitgeschakeld 10 door het schijfnokoppervlak 191 van de schijfnok 19, zodat de glij-overbrengingsas 2 geroteerd wordt en gestopt. Namelijk een verdiept schijfnokoppervlak 192 dat niet met een beweegbaar deel 201 van de begrenzingsschakelaar 20 in glijdend contact is, is gevormd op het schijfnokoppervlak 15 191 van de schijfnok 19. Wanneer de begrenzingsschakelaar die is aangebracht op de kop 1 bij het verdiepte gedeelte van de verstelbare stuitnok 16 is gepositioneerd, en in de "aan" stand is, wordt de motor voor het roteren van de glij-overbrengingsas 2 aangedreven, en wordt het beweegbare 20 deel 201 van de begrenzingsschakelaar 20 in glijdend contact gebracht met het schijfnokoppervlak 191 om de rotatie van de motor te behouden. Wanneer de glij-overbrengingsas 2 één slag is geroteerd, is het beweegbare deel 201 van de begrenzingsschakelaar 20 bij het 25 schijfnokoppervlak 192 gepositioneerd. De rotatie van de motor wordt gestopt, evenals de rotatie van de glij-overbrengingsas 2.
Een aangedreven wiel 21 is aangebracht op een einddeel van de draadstang 3. De draadstang 3 wordt geroteerd door 30 het drijfwiel 22 dat op de as van de motor is bevestigd.
Het beweegbare deel van de begrenzingsschakelaar aangebracht op de kop 1 wordt in glijdend contact gebracht met de verdiepte sectie van de verstelbare stuitnok 16 zodanig dat de begrenzingsschakelaar ingeschakeld wordt om 35 de motor te roteren voor de rotatie van glij- overbrengingsas 2. De glij-overbrengingsas 2 wordt één slag 1007361 6 geroteerd zodat het beweegbare deel 201 van de begrenzingsschakelaar 20 op het schijfnokoppervlak 192 is gepositioneerd om de begrenzingsschakelaar 20 uit te schakelen. Als resultaat wordt de motor voor het aandrijven 5 van het drijfwiel 22 aangedreven voor het bewegen van kop 1. Ook kan de motor worden geroteerd in de voorwaartse en achterwaartse richting. Zoals getoond in fig. 10 wordt wanneer de glij-overbrengingsas 2 geroteerd wordt, en een ponspendrijfwiel 25 geroteerd wordt, een penged^even wiel 10 24 dat in aangrijping is met het drijfwiel 25 geroteerd.
Een aandrijfdeel 23 dat excentrisch op het pengedreven wiel 24 is aangebracht, is in aangrijping met een langwerpig gat 27 dat in een schuif 23 gevormd is. De schuif 26 wordt op en neer bewogen. De ponspen 22 die op de schuif 26 15 aangebracht is wordt in verticale richting op en neer bewogen.
In de perforeermachine als getoond in fig. 9 en 10, wordt de beweging van de kop 1 in de richtingen zoals door pijlen b aangeduid (in de richting van de onderlinge 20 afstand tussen de gaten) uitgevoerd door de draadstang, en de op en neer beweging van de ponspen wordt uitgevoerd door de glij-overbrengingsas. De timing tussen beide wordt verzorgd door de schijfnok en de begrenzingsschakelaars. Overeenkomstig worden de constructies gecompliceerd. Omdat 25 de heen- en weergaande beweging van de kop wordt uitgevoerd door de rotatie en de rotatiestop van de motor werkt de massatraagheid ook ten gevolge van het gewicht van de kop bij de heen- en weergaande beweging met hoge snelheid van de kop. Er is een grens aan de heen- en weergaande beweging 30 met hoge snelheid van de kop.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een perforeermachine waarin, terwijl de functies van de perforeermachine zoals getoond in fig. 9 en 10 behouden blijven, de levensduur van de ponsdoorn wordt 35 verlengd, de installatie van de ponsdoorn in de kop achterwege blijft om de massatraagheid van de kop te 1007361 7 verminderen en de onhandigheid van de bedrading voorkomen wordt, de constructie vereenvoudigd wordt door het uitvoeren van de twee operaties, te weten de beweging van de kop en de verticale beweging van de ponspen, door middel 5 van de rotatie van de glij-overbrengingsas, de negatieve invloed van de massatraagheid van de kop onderdrukt wordt door het mogelijk te maken om de kop periodiek te bewegen door de glij-overbrengingsas continu te roteren, en verder de pons-efficiency verbeterd wordt door het opvoeren van de 10 snelheid van de onderbroken beweging van de kop.
Een middel dat uit de omschrijving van conclusie 1 van de onderhavige uitvinding kan worden afgeleid voor het oplossen van het hierboven beschrevene wordt als volgt beschreven.
15 Een perforator volgens de onderhavige uitvinding wordt gekenmerkt doordat de perforator een glij-overbrengingsas die aangrijpt in een kop omvat, een drijvend deel met een concentrische schroefnok omvattende een schroefvormig gedeelte en een verticaal gedeelte op zijn buitenomtrek en 20 een ponsdrijfwiel, een tandheugel die evenwijdig loopt aan de glij-overbrengingsas en die voorzien is van tanden met een steek die overeenkomt met de spoed van de schroefnok, terwijl deze in aangrijping is met de tandheugel, en een pons gedreven wiel dat wordt geroteerd terwijl het 25 loodrecht op het ponsdrijfwiel in aangrijping is en voorzien is van een pen die in een rechthoekig gat van een ponsdrijfdeel aangrijpt, waarbij de kop verplaatst wordt langs de tandheugel terwijl het schroefvormige deel van de schroefnok in aangrijping is met de tandheugel, en een 30 op/neer beweging van het uiteinde van de ponsdoorn uitgevoerd wordt binnen een gebied van het ponsproces terwijl het verticale deel van de schroefnok in aangrijping is met de tandheugel, en het verplaatsen en stilzetten van de kop en de op/neer beweging van de ponsdoorn volledig 35 gesynchroniseerd zijn met de afstand tussen de te maken gaten.
1 00 736 1 8
Vervolgens zal worden uitgelegd hoe door de uitvinding zoals deze uit conclusie 1 kan worden begrepen de problemen opgelost worden. Omdat de glij-overbrengingsas zodanig is uitgevoerd dat deze door de kop gaat en het drijfdeel 5 waarom heen op de buitenomtrek de schroefnok is aangebracht en het ponsdrijfwiel met de glij-overbrengingsas in aangrijping zijn en op de kop zijn aangebracht, is het mogelijk het ponsdrijfwiel en het drijfdeel door enkel de rotatie van de enkele geleideas aan te drijven.
10 Vervolgens is de tandheugel die in de schroefnok van het drijfdeel aangrijpt evenwijdig met de glij-overbrengingsas uitgevoerd, waarbij het pons gedreven wiel voor het op en neer bewegen van de ponsdoorn in aangrijping is met het ponsdrijfwiel, en het drijfdeel en het 15 ponsdrijfwiel worden geroteerd door de rotatie van de glij-overbrengingsas. Als resultaat wordt het pons gedreven wiel zo geroteerd dat de ponsdoorn die aanwezig is in de kop op en neer bewogen wordt, en de kop wordt periodiek bewogen door de schroefnok. Derhalve is het mogelijk om de kop 20 periodiek te bewegen en de ponspen op en neer te bewegen door de continue rotatie van slechts de enkele glij-oveirbrengingsas.
Een uitvoeringsvorm zoals die kan worden begrepen uit de conclusie van de onderhavige uitvinding als getoond in 25 fig. 1 is gericht op een perforeermachine waarin een kop 1 periodiek bewogen wordt in overeenstemming met een afstand tussen de gaten door middel van een transportmiddel en de gaten gevormd worden in papier door een ponsdoorn 32 aanwezig in de kop 1, met het kenmerk, dat voorzien is in 30 een glij-overbrengingsas 2 om door de genoemde kop 1 te gaan, en zoals getoond in fig. 2, dat een deel 28 waarop op het buitenomtreksoppervlak een schroefnok 281 is gevormd er. een ponsdrijfwiel 29 in aangrijping zijn met de genoemde glij-overbrengingsas 2 en in de genoemde kop 1 aanwezig 35 zijn zoals getoond in fig. 5.
1 007361 9
In fig. 1 en 2 wordt getoond dat een tandheugel 31 die aangrijpt in de schroefnok 281 van het genoemde deel 28, evenwijdig aan de genoemde glij-overbrengingsas 2 aangebracht is, dat verder voorzien is in een pons gedreven 5 wiel 30 voor het op en neer bewegen van de ponsdoorn 32 en voor het aangrijpen van het genoemde ponsdrijfwiel 29, en dat het drijfdeel 28 en het pons gedreven wiel 30 geroteerd worden door de rotatie van de genoemde glij-overbrengingsas 2, waardoor de ponsdoorn 32 die in de kop 1 is aangebracht, 10 op en neer bewogen wordt door de rotatie van het pons gedreven wiel 30, en de kop 1 periodiek door de schroefnok 281 bewogen wordt.
Korte beschrijving van de tekeningen 15
Ir de bijgaande figuren toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht in zijn totaliteit van een perforeermachine overeenkomstig de uitvoeringsvorm, fig. 2 een bovenaanzicht van een kopgedeelte uit 20 fig. l, fig. 3 een vooraanzicht van de constructie zoals getoond in fig. 2 met een gedeeltelijke dwarsdoorsnede in lengterichting, fig. 4 een zijaanzicht van de constructie van fig. 2 25 met een gedeeltelijke dwarsdoorsnede in lengterichting, fig. 5 een dwarsdoorsnede aanzicht volgens de lijn A-A in fig. 4, fig. 6 een schematisch aanzicht van een operationele betrekking tussen een nokvolger en de ponsdoorn getoond in 30 fig. 3, fig. 7 een uitgeslagen aanzicht van de schroefnok van fig. 2, fig. 8 een illustratie van de relatie tussen de rotatie van het drijvende deel zoals getoond in fig. 1 en 35 de schroefnok zoals getoond in fig. 7, 1007361 10 fig. 9 een perspectivisch aanzicht van een gebruikelijke perforeermachine, en fig. 10 een zijaanzicht van het inwendige van het operationele gedeelte getoond in fig. 9.
5
Beschrijving van de voorkeursuitvoeringsvormen
Een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zal nu worden beschreven. Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht 10 dat de uitvoeringsvorm in zijn totaliteit toont. Een glij-overbrengingsas 2 is aangebracht door een kop 1. In de uitvoeringsvorm is een stang met een rechthoekige dwarsdoorsnede gebruikt voor de glij-overbrengingsas 2 zodat voorzien is in een goedkopere glij-overbrengingsas 15 die geen vertandingsbewerking behoeft. Het is echter ook mogelijk een cilindrische staaf te gebruiken die voorzien is van vertanding. Tevens is onder de glij-overbrengingsas 2 en evenwijdig daaraan een tandheugel 31 aangebracht. Verder is voorzien in een rail 4 voor de geleiding van de 20 kop 1 indien deze wordt bewogen in de richtingen aangegeven door pijlen b evenwijdig aan de zijvlakken van de tandheugel 31.
De kop 1 is voorzien van zijplaten 7 en 8. Een ponsdrijfdeel 33 is voorzien in de kop 1. Een ponsdoorn 32 25 van een ponsdeel 10 dat is aangebracht onder het ponsdrijfdeel 33 wordt op en neer bewogen door een schuivend deel. Referentienummer 17 geeft begrenzingsschakelaars aan voor het stoppen van de beweging van de kop 1, die zijn aangebracht op beide zijden van de 30 kop 1 en verplaatsbaar zijn ten opzichte van een ondersteuningsstang 18 om zo het bewegingsbereik van de kop 1 te begrenzen overeenkomstig de soort van het papier P.
Bijvoorbeeld wanneer de kop 1 tijdens het ponsen naar rechts bewogen wordt tot aan een vooraf bepaalde positie 35 aan het rechter uiteinde van het papier P, wordt de kop 1 in contact gebracht met de begrenzingsschakelaar 17 aan de 1 00 736 1 11 rechterzijde en gestopt. Wanneer vervolgens het nieuwe papier P aangebracht wordt en de schakelaar aangezet wordt, wordt de kop 1 in de tegengestelde richting bewogen, dat wil zeggen naar de linker zijde, waarbij deze ponst tot aan 5 een vooraf bepaalde positie aan het linker uiteinde van het papier P, waar de kop 1 in contact gebracht wordt met de begrenzingsschakelaar 17 aan de linkerzijde en gestopt wordt. Zo wordt het ponsen bewerkstelligd terwijl de kop 1 heen en weer bewogen wordt zodat de pons-efficiency 10 verbeterd wordt en het mogelijk wordt om de posities van de uiteinden aan de rechter en linker zijden tot waaraan geponst wordt in te stellen door het verplaatsen van de begrenzingsschakelaars 17 overeenkomstig de afmeting van het papier en de afstand tussen de gaten.
15 De details van elk deel dat getoond wordt in fig. 1 zullen nu in volgorde uitgelegd worden. Fig. 2 is een bovenaanzicht van het gedeelte van kop 1 dat getoond is in fig. 1. Een aandrijfelement 28 waarop een spiraalnok 281 is gevormd is tussen de zijplaten 7 en 8 aangebracht.
20 Specifieker met betrekking hiermee, onder verwijzing naar fig. 5, zijn lageropeningen 701 en 801 gevormd in respectievelijk de zijplaten 7 en 8, en wordt een ponsdrijfwiel 29 ondersteund door de lageropening 801. Het element 28 is voorzien van het as-gedeelte van het 25 ponsdrijfwiel 29, en het deel 28 is roteerbaar gelagerd in de lageropening 701. Met een dusdanige constructie, onder de voorwaarde dat het ponsdrijfwiel 29 en het aandrijfelement 28 in een eenheid worden gehouden, zijn deze componenten roteerbaar gelagerd in de zijplaten 7 en 30 8. De glij-overbrengingsas 2 vervaardigd uit een rechthoekige staaf is gestoken in een rechthoekig gat gevormd in het ponsdrijfwiel 29. In fig. 5 is een aangedreven wiel 44 bevestigd aan een einddeel van de glij-overbrengingsas 2 zodat de glij-overbrengingsas 2 door het 35 drijfwiel 42 dat is bevestigd op een as van een motor 41, geroteerd kan worden door middel van een tussenwiel 43. Het 1007361 12 aandrijfelement 28 wordt geroteerd samen met het ponsdrijfwiel 29 door de rotatie van de glij-overbrengings- as 2 .
Zoals getoond in fign. 2 en 5, heeft de zijplaat 8 in 5 bovenaanzicht een L-vorm en is voorzien van een basisdeel 802. Een as 35 is roteerbaar gelagerd in het dichtstbijzijnde einde 802. Een pons gedreven wiel 30 dat in aangrijping is met het ponsdrijfwiel 29 is bevestigd aan één einde van de as 35, en een nokschijf 36 is bevestigd 10 aan het andere einde. Tevens is een nokvolger 361 aangebracht op de nokschijf 36 '-p een excentrische positie ten opzichte van een as van de nokschijf 36. Zoals getoond in fign. 3 en 5 is de nokvolger 361 in koppelende aangrijping met een langwerpige opening 331 die gevormd is 15 in het ponsdrijfdeel 33. Vervolgens is zoals getoond in fign. 3 en 4 de ponsdoorn 32 bevestigd aan het ponsdrijfdeel 33 door middel van een schroef 37. Dus wanneer de sledeaandrijf-as 2 geroteerd wordt, worden het aandrijfdeel 28 en het ponsdrijfdeel 29 geroteerd en wordt 20 het pons gedreven wiel 30 dat in aangrijping is met het ponsdrijfwiel 29 geroteerd om de nokschijf 36 te roteren. Als resultaat wordt het ponsdrijfdeel 33 op en neer bewogen overeenkomstig de mate van excentriciteit van de nokvolger 361 en wordt de ponsdoorn 32 op en neer bewogen.
25 In fign. 3 en 4 is een ponsdeel 10 gevormd aan een onderste einde 803 gevormd om uit te steken onder het dichtstbijzijnde einde 802 van de zijplaat 8. Een papierinbrengspleet 104 is in het ponsdeel 10 aangebracht, en een bovenste ponsgeleidingsdeel 101 en een onderste 30 ponsgeleidingsdeel 102 zijn aangebracht op bovenste en onderste delen van de papierinbrengspleet 104. Een ponsgat 103 en een geleidingsgat 108 waarin de ponsdoorn 32 is gestoken, zijn gevormd door de bovenste en onderste ponsgeleidingsdelen 101 en 102. Dus in het geval dat het 35 papier in de papierinbrengspleet 104 ingebracht wordt, en de ponsdoorn 32 omlaag gebracht wordt om een gat te vormen, 1007361 13 werkt de ponskracht van de ponsdoorn 32 op het onderste ponsgeleidingsdeel 102 om de papierinbrengspleet 104 te verwijden. De mechanische sterkte van het onderste ponsgeleidingsdeel 102 is echter voldoende groot gekozen om 5 enige vervorming van het onderste ponsgeleidingsdeel 102 te vermijden zodat het mogelijk wordt om elke ongewenste wrijving tussen het ponsgat 103 en de ponsdoorn 32 te vermijden, hetgeen resulteert in verlenging van de levensduur van de ponsdoorn 32.
10 Zoals getoond in fig. 4 is een hol deel 107 voor het inbrengen van het papierpositioneringsdeel 38 (zie fig. 1) gevormd aan een achterdeel van de papierinbrengspleet 104 zodat de kop 1 getoond in fig. 1 kan worden bewogen in de richtingen die door de pijlen b aangegeven worden. Op het 15 zelfde moment wordt de rand van het papier die door de papierinbrengspleet 104 ingebracht is in concact gebracht met het papierpositioneringsdeel 38 zodat de positie van de ponsdoorn 32 bepaald wordt vanaf de rand van het papier zodat het gat gevormd kan worden op een vooraf bepaalde 20 positie. Overigens geeft in fig. 3 referentienummer 105 geleidingsvlakken aan voor het geleiden van het papier wanneer de kop 1 wordt bewogen in de richtingen aangegeven door de pijlen b. Tevens geeft in fig. 4 referentienummer 106 geleidingsvlakken voor de papierinbreng aan voor het 25 vergemakkelijken van het inbrengen van het papier in de papierinbrengspleet 104.
Zoals getoond in fig. 4 is het ondersteuningsdeel 34 bevestigd aan een achtervlak van het onderste eind 803 van de zijplaat 8, en zijn geleidingsgroeven 341 aangebracht 30 langs de rail 4 gevormd op een bovenste en onderste deel van het ondersteuningsdeel 34. Derhalve in het geval dat de volledige kop 1 ondersteund wordt door de rail 4, kan de kop 1 bewogen worden in de richtingen die worden aangegeven door de pijlen b in fig. 1. Een getrapte bevestigingspen 39 35 is in de rail 4 ingebed, en de tandheugel 31 is bevestigd aan de getrapte bevestigingspen 39 door middel van een 1007361 14 schroef 40. Tevens is de tandheugel 31 geplaatst in een weggesneden deel 702 van de zijplaat 7 en is in aangrijping met een spiraalnok 281 gevormd in het aandrijfdeel 28 zoals getoond in fig. 2. De steek P van de tandheugel 31 getoond 5 in fig. 3 is gelijk aan de afstand tussen de gaten die in het papier moeten worden gemaakt.
Fig. 6 is een aanzicht die de relatie toont tussen de beweging van de nokvolger 361 en de verticale beweging van de ponsdoorn 32. De ponsdoorn 32 wordt één slag ^p en neer 10 bewogen tijdens één rotatie van de nokvolger 361. Namelijk wanneer de nokvolger in een positie 361a geplaatst is, bevindt de langwerpige opening zich op een positie 331a en bevindt de ponsdoorn 32 zich in een positie a. Wanneer de nokschijf 36 geroteerd wordt zodat de nokvolger naar een 15 positie 361b bewogen wordt en het ponsdrijfdeel 33 naar beneden gedrukt wordt en de langwerpige opening bewogen wordt naar een positie 331b, bevindt de ponsdoorn 32 zich op een positie b. Verder wanneer de nokschijf 36 geroteerd wordt zodat de nokvolger bewogen wordt naar een positie 20 361c en het ponsdrijfdeel 33 naar beneden gedrukt wordt zodat de langwerpige opening bewogen wordt naar een positie 331c, bevindt de ponsdoorn 32 zich in een positie c. Vervolgens wordt de nokschijf 36 geroteerd zodat de nokvolger bewogen wordt naar een positie 361d. Wanneer het 25 ponsdrijfdeel 33 opgelicht wordt zodat de langwerpige opening bewogen wordt naar een positie 331d, wordt de ponsdoorn 32 opgeheven naar een positie d. Wanneer de nokplaat 36 één slag geroteerd wordt, wordt de nokvolger bewogen naar een positie 361a. Wanneer het ponsdrijfdeel 33 30 opgelicht wordt en de langwerpige opening in de uitgangsstand 331a is gepositioneerd, wordt de ponsdoorn 32 opgeheven tot de positie a.
Bij de draaibeweging van de nokvolger 361, gedurende de rotatie van 361b (90° draaibeweging) naar 36id (270° 35 draaibeweging), wordt de ponsdoorn 32 omlaag gebracht van de positie b naar de positie c, en het vereist de 1007361 15 opheffende beweging van de positie c naar de positie d om daarmee de ponsoperatie uit te voeren. Gedurende deze periode wordt de ponsdoorn 32 in een zodanige stand gehouden dat deze uit het geleidingsgat 108 steekt zodat de 5 kop 1 verhinderd wordt om te bewegen.
Tevens wordt bij de rotatiebeweging van de nokvolger 361, gedurende de rotatie van 361d (270° rotatiebeweging) naar 361a (360° rotatiebeweging), de ponsdoorn 32 opgeheven van de positie d naar de positie a. Verder beweegt de 10 ponsdoorn 32, door de 90° rotatie van 361a naar 361b, naar beneden van de positie a naar de positie b. Gedurende deze periode wordt de ponsdoorn 32 in de stand gehouden waarin deze in de geleidingsopening 108 is teruggetrokken en de kop 1 bewogen kan worden. Uit fig. 6 blijkt verder dat 15 wanneer de ponsdoorn 32 zich in de posities d of b bevindt, de punt van de ponsdoorn 32 in '"'oofdzaak in dezelfde positie is gelegen als die van het open einde van de geleidingsopening 108.
Fig. 7 is een uitgeslagen aanzicht van de spiraalnok 20 281 aangebracht op de buitenomtrek van het deel 28 getoond in fig. 2. De spiraalnok 281 is aangebracht op de omtrek van deel 28 in de vorm van een schroeflijn over de helft van de afstand P tussen de gaten die geponst moeten worden tussen a-b en d-a (hierna genoemd een kopbeweegnok). De 25 spiraalnok 281 is aangebracht op het buitenomtreksvlak van het deel 28 onder de voorwaarde dat de spoed nul is tussen b en d (zie fig. 2). De bewegingen a-b en d-a komen dan respectievelijk overeen met de bereiken van de rotatiehoek van 90° van de nokschijf 36. Tussen zowel a-b als d-a langs 30 de spiraalnok 281, wordt de afstand tussen de gaten die in het papier moeten worden gemaakt, gehouden op een afstand P. Tevens is de spiraalnok 281 aanwezig in het rotatie-bereik van 180° van de nokschijf 36.
Terwijl het deel 28 geroteerd wordt over b-c-d (b-d 35 van de spiraalnok 281 in fig. 7), wordt de ponsdoorn 32 bewogen over b-c-d in fig. 6 om het gat te ponsen.
1 00 7361 16
Vervolgens wordt, terwijl het aandrijfdeel 28 geroteerd wordt over d-a-a-b (d-a-a-b van de spiraalnok in fig. 7), de ponsdoorn 32 bewogen over d-a-a-b in fig. 6 om te worden teruggetrokken in de geleidingsopening 108 zodat de kop 1 5 bewogen wordt over een afstand P tussen de gaten.
De werking volgens de hierboven beschreven constructie van de uitvoeringsvorm zal nu worden uitgelegd. Zoals getoond in fig. 5 steekt de glij-overbrengingsas 2 door de kop 1 en zijn het aandrijfdeel 28 dat voorzien is van het 10 buitenomtreksoppervlak waarop de spiraalnok 281 aangebracht is, en het ponsdrijfwiel 29 dat in aangrijping is met de glij-overbrengingsas 2, aangebracht op de kop 1. Dienovereenkomstig is het mogelijk om het aandrijfdeel 28 en het ponsdrijfwiel 29 te roteren, wanneer de schakelaar 15 voor de motor 41 aangezet wordt en de sledeaandrijf-as 2 geroteerd wordt.
In het geval van de uitvoeringsvorm, zoals getoond in fig. 5, zijn de lageropeningen 701 en 801 aangebracht in de zijplaten 7 en 8, is het ponsdrijfwiel 29 roteerbaar 20 gelagerd in de lageropening 801, is het aandrijfdeel 28 in aangrijping met het as-deel van het ponsdrijfwiel 29 om er een eenheid van te maken, is het aandrijfdeel 28 roteerbaar gelagerd in de lageropening 701, en is de sledeaandrijfas 2 die vervaardigd is uit de rechthoekige staaf in het 25 rechthoekige gat in het ponsdrijfwiel 29 gestoken. Derhalve is de constructie vereenvoudigd waardoor het gewicht van de kop 1 is verminderd, evenals de massatraagheid wanneer de kop 1 bewogen wordt in de richtingen aangegeven door de pijlen b in fig. 1, zodat het mogelijk is om hogesnelheids-30 bewegingen te realiseren.
De tandheugel 31 waarmee de spiraalnok 281 van het aandrijfdeel 28 in aangrijping is, is evenwijdig aan de glij-overbrengingsas 2 aangebracht, en op het zelfde moment zorgt het pons gedreven wiel 30 dat in aangrijping is met 35 het ponsdrijfwiel 29, voor het op en neer bewegen van de ponsdoorn 32. Verder worden het aandrijfdeel 28 en het 1007361 17 ponsdrijfwiel 29 geroteerd door de rotatie van de glij-overbrengingsas 2, en kan de ponsdoorn 32 aangebracht in de kop 1 op en neer worden bewogen door de rotatie van het pons gedreven wiel 30, zodat het deel 28, het ponsdrijfwiel 5 29, het pons gedreven wiel 30 en de nokschijf 36 geroteerd worden door de enkele glij-overbrengingsas 2, het ponsdrijfdeel 33 op en neer kan worden bewogen in overeenstemming met de mate van excentriciteit van de nokvolger 361 en de ponsdoorn 32 kan op en neer worden 10 bewogen.
Omdat de tandheugel 31 waarmee de spiraalnok 281 van het aandrijfdeel 28 in aangrijping is, evenwijdig loopt aan de glij-overbrengingsas 2 en de kop 1 periodiek bewogen wordt door de spiraalnok 281, kan de kop 1 periodiek 15 bewogen worden door de continue rotatie van de slechts ene glij-overbrengingsas 2, en kan op het zelfde moment de ponsdoorn 32 op en neer bewogen worden.
In de uitvoeringsvorm zoals getoond in fig. 7 heeft tussen a-b en d-a de spiraalnok 281 op het buitenomtreks-20 vlak de vorm van een schroeflijn met een spoed die de helft is van de afstand P tussen de gaten die gevormd moeten worden, en heeft tussen b en d de spiraalnok 281 op het buitenomtreksvlak van het aandrijfdeel 28 een spoed die nul is tussen b en d, waarbij de spiraalnok 281 in aangrijping 25 is met de tandheugel 31 met de steek P zoals getoond in fig. 3, en de ponsdoorn 32 getoond in fig. 6 wordt bewogen door de continue rotatie van de slechts ene glij-overbrengingsas 2 als het aandrijfdeel 28 wordt geroteerd over d-a-a-b (180°) zoals getoond in fig. 8. De ponsdoorn 30 32 wordt teruggetrokken in de geleidingsopening 108 en de kop 1 wordt verplaatst over de afstand P die gelijk is aan de afstand tussen de gaten. Tijdens deze periode wanneer het deel 28 wordt geroteerd over b-c-d (180°) (gedurende welke periode de kopstopnok eu de tandheugel 31 ruet elkaar 35 in aangrijping zijn), wordt de kop 1 gestopt. Zoals getoond 1007361 18 in fig. 6, wordt de ponsdoorn 32 op en neer bewogen over b-c-d om het gat te vormen.
Overeenkomstig de uitvinding die kan worden begrepen uit de gedetailleerde uitleg van de uitvinding op basis van 5 de conclusie van de onderhavige uitvinding zoals in detail beschreven, doorboort de glij-overbrengingsas de kop, zijn het deel met de spiraalnok gevormd op het buitenomtreksvlak daarvan en het ponsdrijfdeel in aangrijping met de glij-overbrengingsas, worden het ponsdrijfwiel en het 10 aandrijfdeel geroteerd door de rotatie van de slechts ene glij-overbrengingsas, is de tandheugel waarmee de spiraalnok van het deel in aangrijping is evenwijdig aan de glij-overbrengingsas opgesteld, wordt voorzien in het pons gedreven wiel dat in aangrijping is met het ponsdrijfwiel 15 voor het op en neer bewegen van de ponsdoorn, wordt de ponsdoorn die aangebracht is in de kop voor het roteren van het pons gedreven wiel op en neer bewogen, wordt de kop periodiek bewogen door de spiraalnok, wordt de kop periodiek bewogen door de continue rotatie van de slechts 20 ene glij-overbrengingsas, en kan de ponspen op en neer bewogen worden. Derhalve worden de twee handelingen, dat wil zeggen de beweging van de kop en de verticale beweging van de ponspen, uitgevoerd door de enkele glij-overbrengingsas, waardoor de constructie wordt 25 vereenvoudigd. Bijkomend wordt de glij-overbrengingsas continu geroteerd door de aangrijping met de tandheugel om zodoende de kop periodiek te bewegen en de negatieve invloed van de massatraagheid van de kop te verminderen. Verder is het mogelijk om de periodieke beweging van de kop 30 te verhogen om de efficiency van de ponsbewerking te verbeteren.
Diverse details van de uitvinding kunnen veranderd worden zonder het wezen of het kader ervan te verlaten. Verder dient de voorafgaande beschrijving van de 35 uitvoeringsvormen volgens de uitvinding slechts ter 1007361 19 illustratie, en heeft niet tot doel de uitvinding als gedefinieerd door de bijgevoegde conclusie te beperken.
1 0 G 7 3 6 1
Claims (1)
- Perforator voorzien van een glij-overbrengingsas om aan te grijpen in een kop, een drijfdeel concentrisch voorzien van een spiraalnok omvattende een spiraaldeel en een verticaal deel op de 5 buitenomtrek daarvan en een ponsdrijfwiel, een tandheugel die zich evenwijdig aan de glij-overbrengingsas uitstrekt en voorzien is van tanden met een steek die gelijk is aan de steek van de spiraalnok, terwijl deze in aangrijping is met de tandheugel, en 10 een pons gedreven wiel dat geroteerd wordt terwijl dit loodrecht in aangrijping is met het ponsdrijfwiel en voorzien is van een pen voor aangrijping in een rechthoekige opening van het ponsdrijfdeel, waarbij de kop langs de tandheugel verplaatst wordt 15 terwijl het spiraaldeel van de spiraalnok in aangrijping is met de tandheugel, en een op-neer beweging van het uiteinde van de ponsdoorn uitgevoerd wordt binnen een gebied van het ponsproces terwijl het verticale deel van de spiraalnok in aangrijping is met de tandheugel, en het verplaatsen en 20 stoppen van de kop en de op- en neerbeweging van de ponsdoorn volledig gesychronisee:~d zijn met de afstand tussen de gaten die moeten worden geponst. 1007361
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP28378996 | 1996-10-25 | ||
JP28378996A JP3196069B2 (ja) | 1996-10-25 | 1996-10-25 | 孔明け装置 |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1007361A1 NL1007361A1 (nl) | 1998-04-28 |
NL1007361C2 true NL1007361C2 (nl) | 1998-07-08 |
Family
ID=17670167
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1007361A NL1007361C2 (nl) | 1996-10-25 | 1997-10-24 | Perforator. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US5894778A (nl) |
JP (1) | JP3196069B2 (nl) |
KR (1) | KR100315930B1 (nl) |
CN (1) | CN1119249C (nl) |
DE (1) | DE19747121C2 (nl) |
GB (1) | GB2318539B (nl) |
HK (1) | HK1015741A1 (nl) |
NL (1) | NL1007361C2 (nl) |
TW (1) | TW383274B (nl) |
Families Citing this family (19)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP4767385B2 (ja) * | 2000-01-19 | 2011-09-07 | 大同工業株式会社 | 孔明け装置 |
CN100374261C (zh) * | 2002-10-21 | 2008-03-12 | 大同工业株式会社 | 打孔装置 |
IT1344097B1 (it) * | 2003-06-04 | 2008-02-12 | Tecnau Srl | Equipaggiamento di punzonatura e/o di perforazione per moduli continui |
US6877413B1 (en) * | 2003-09-30 | 2005-04-12 | Cheng Tien Int'l Corp. | Slideable hole punch |
JP4540328B2 (ja) * | 2003-11-19 | 2010-09-08 | カール事務器株式会社 | 多機能孔明け装置 |
WO2005115764A2 (en) * | 2004-05-21 | 2005-12-08 | Esselte | Punching and binding system and elements thereof |
TWI241946B (en) * | 2004-06-17 | 2005-10-21 | Primax Electronics Ltd | Punching apparatus |
US7610838B2 (en) * | 2007-03-30 | 2009-11-03 | Staples The Office Superstore, Llc | Hole punch |
JP5650912B2 (ja) * | 2010-02-12 | 2015-01-07 | 大同工業株式会社 | 穿孔装置 |
USD669936S1 (en) | 2011-05-25 | 2012-10-30 | Staples The Office Superstore, Llc | Hole punch |
CN103029166B (zh) * | 2011-09-29 | 2015-03-18 | 日立金属株式会社 | 穿孔装置 |
CN103598691A (zh) * | 2013-11-30 | 2014-02-26 | 姜思逸 | 同步带驱动温控布料穿孔定位机 |
CN103622196A (zh) * | 2013-11-30 | 2014-03-12 | 姜思逸 | 温控布料穿孔定位机 |
CN105252589B (zh) * | 2015-10-21 | 2017-06-23 | 中山市生科试剂仪器有限公司 | 一种试剂板破孔器 |
CN110722046B (zh) * | 2019-11-19 | 2024-06-04 | 扬州大学 | 一次性垂直切断落料与水平冲孔的联动机构 |
CN113021434B (zh) * | 2021-02-19 | 2022-04-26 | 青海省药品检验检测院 | 一种根茎类中药材一体加工装置 |
CN113102608A (zh) * | 2021-04-15 | 2021-07-13 | 浙江师范大学行知学院 | 一种具有双面定位功能的薄板打孔装置 |
CN113798389B (zh) * | 2021-09-24 | 2023-11-21 | 高能数造(西安)技术有限公司 | 一种具有精准定位功能的动力电池电芯冲孔装置 |
CN114985577B (zh) * | 2022-05-20 | 2024-08-27 | 江苏江海润液设备有限公司 | 一种润滑设备的零部件加工装置 |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB655929A (en) * | 1948-11-29 | 1951-08-08 | Engineering Company Ltd | Improvements relating to shearing, punching, and stamping presses |
US3600998A (en) * | 1969-12-29 | 1971-08-24 | Gen Electric | A ticket punching mechanism and stop assembly |
DE2112808C3 (de) * | 1971-03-17 | 1979-10-11 | Agfa-Gevaert Ag, 5090 Leverkusen | Tabulatorstanze |
JPH0698598B2 (ja) * | 1989-03-02 | 1994-12-07 | 丸善株式会社 | 電動パンチ |
JP2623171B2 (ja) * | 1990-12-12 | 1997-06-25 | 富士写真フイルム株式会社 | 写真印画紙の接合検出孔の穿孔方法および装置 |
JP3006168B2 (ja) * | 1991-05-30 | 2000-02-07 | ぺんてる株式会社 | 電動式パンチ装置 |
US5588344A (en) * | 1994-06-13 | 1996-12-31 | Murata Machinery, Ltd. | Electric servo motor punch press ram drive |
JPH08206996A (ja) * | 1995-01-31 | 1996-08-13 | Karl Jimuki Kk | 多機能孔明け装置 |
-
1996
- 1996-10-25 JP JP28378996A patent/JP3196069B2/ja not_active Expired - Fee Related
-
1997
- 1997-10-23 US US08/956,295 patent/US5894778A/en not_active Expired - Fee Related
- 1997-10-24 TW TW086115805A patent/TW383274B/zh not_active IP Right Cessation
- 1997-10-24 CN CN97122765A patent/CN1119249C/zh not_active Expired - Fee Related
- 1997-10-24 NL NL1007361A patent/NL1007361C2/nl not_active IP Right Cessation
- 1997-10-24 DE DE19747121A patent/DE19747121C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1997-10-25 KR KR1019970055056A patent/KR100315930B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1997-10-27 GB GB9722564A patent/GB2318539B/en not_active Expired - Fee Related
-
1999
- 1999-03-12 HK HK99101009A patent/HK1015741A1/xx not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US5894778A (en) | 1999-04-20 |
JPH10118997A (ja) | 1998-05-12 |
CN1192966A (zh) | 1998-09-16 |
TW383274B (en) | 2000-03-01 |
KR19980033180A (ko) | 1998-07-25 |
GB2318539B (en) | 2000-02-09 |
NL1007361A1 (nl) | 1998-04-28 |
GB9722564D0 (en) | 1997-12-24 |
DE19747121A1 (de) | 1998-05-07 |
DE19747121C2 (de) | 2001-05-10 |
JP3196069B2 (ja) | 2001-08-06 |
HK1015741A1 (en) | 1999-10-22 |
CN1119249C (zh) | 2003-08-27 |
GB2318539A (en) | 1998-04-29 |
KR100315930B1 (ko) | 2002-03-21 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1007361C2 (nl) | Perforator. | |
KR0131443B1 (ko) | 시이트재의 절단장치 | |
JP4762388B2 (ja) | 孔明け装置 | |
US5062331A (en) | Apparatus and method for edge notching a continuously moving web | |
US4819850A (en) | Material feeding apparatus | |
JPH02200318A (ja) | 連続ストリップストックの波状成形機械 | |
US5904085A (en) | Sheet material cutting apparatus | |
US5321892A (en) | Automatic paper-cutting device in plotter | |
JP3837156B2 (ja) | 用紙切断装置 | |
JPH1029192A (ja) | 切り込み、切り離し、またはミシン目打ちを行う装置 | |
JP3226613B2 (ja) | シート切断装置 | |
CN1172009A (zh) | 切纸装置 | |
JPH11123692A (ja) | シート切断装置及びこれを備えたプリンタ装置 | |
JP4162908B2 (ja) | 穿孔装置 | |
JPH08206996A (ja) | 多機能孔明け装置 | |
KR200150205Y1 (ko) | 팩시밀리의 기록지 절단장치 | |
JP3575128B2 (ja) | ワークの走間切断装置 | |
JPH0421530A (ja) | ガラス切断機 | |
CN217705229U (zh) | 一种自动切纸的打印机 | |
KR920019500A (ko) | 자동 천공 장치 | |
CN210427604U (zh) | 自动回收装置和血栓弹力图仪 | |
KR100205648B1 (ko) | 팩시밀리의 기록지 절단장치 | |
JP3577804B2 (ja) | ワークの走間切断装置 | |
KR910006137B1 (ko) | 구동유니트를 가진 캔오프너 | |
JPH0332868A (ja) | プリンタ |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1B | A search report has been drawn up | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 19980507 |
|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20050501 |