NL1007140C2 - Melkinstallatie. - Google Patents
Melkinstallatie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1007140C2 NL1007140C2 NL1007140A NL1007140A NL1007140C2 NL 1007140 C2 NL1007140 C2 NL 1007140C2 NL 1007140 A NL1007140 A NL 1007140A NL 1007140 A NL1007140 A NL 1007140A NL 1007140 C2 NL1007140 C2 NL 1007140C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- measuring device
- sensor
- milk
- installation according
- measuring
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J5/00—Milking machines or devices
- A01J5/013—On-site detection of mastitis in milk
- A01J5/0133—On-site detection of mastitis in milk by using electricity, e.g. conductivity or capacitance
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J5/00—Milking machines or devices
- A01J5/013—On-site detection of mastitis in milk
- A01J5/0138—On-site detection of mastitis in milk by using temperature
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Investigating Or Analyzing Materials By The Use Of Electric Means (AREA)
Description
Melkinstallatie
De onderhavige uitvinding betreft een installatie voor het melken van vee, omvattende: een aantal aan spenen van uiers aan te brengen melkbekers; een melkklauw voor het verzamelen van tijdens het melken van elke van 5 de melkbekers afkomstige melk, waarbij de melkbekers via leidingen met de melkklauw zijn verbonden; en ten minste één meetinrichting met een sensor voor het tijdens het melken meten van althans de geleidbaarheid van de gemolken melk.
10 Een dergelijke installatie is bekend uit de
Europese octrooiaanvrage 0.137.367, waarbij een dergelijke meetinrichting in hoofdzaak een vernauwing voor de hoofdstroom van gemolken melk en een hiermee verbonden bypass-doorgang, waarbij in de bypass-doorgang elektrodes 15 zijn aangebracht voor het als sensor verrichten van een meting om de geleidbaarheid van de melk te bepalen. Aan de hand van deze meetresultaten kan bijv. worden ingeschat of één van de kwartieren of wellicht meerdere van de kwartieren van de uier van de koe mastitis vertoont.
20 Een nadeel van de bekende techniek is, dat turbulenties in de stroming, zowel in de hoofdstroom en als gevolg hiervan in de bypass-doorgang, onbedoelde fluctuaties veroorzaken in het met de meetinrichting verkregen meetresultaat. Deze fluctuaties maken het 25 verkregen meetresultaat onbetrouwbaar en als zodanig bestaat het gevaar, dat van een te melken koe een diagnose wordt gesteld, dat deze al dan niet in orde is, hetgeen dan onterecht kan zijn.
Met de uitvinding is beoogd althans het boven-30 genoemde bezwaar te verminderen en bij voorkeur weg te nemen, en hiertoe is een installatie verschaft, die zich onderscheidt, doordat in elke van de leidingen één meetinrichting is geplaatst en de meetinrichting een door- 1007140 2 tocht voor gemolken melk omvat met een omvang in doorsnede, die in hoofdzaak gelijk is aan die van de leiding.
Als gevolg hiervan is het optreden van turbulenties in de hoofdstroom door de doorgang op doeltref-5 fende wijze verminderd, waarmee het meetresultaat aanzienlijk betrouwbaarder is gemaakt. Door plaatsing van telkens één meetinrichting in een leiding tussen een melkbeker en de melkklauw is overigens op doeltreffende wijze vermeden, dat van niet bij een gewenste meting 10 betrokken kwartier van de uier afkomstige melk de meting kan verstoren.
In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een melkinstallatie volgens de onderhavige uitvinding ten minste één van de eigenschappen, dat de meetinrichting 15 ten minste één aanvullende sensor omvat voor meting van de temperatuur van gemolken melk en dat de meetinrichting ten minste één additionele sensor omvat voor meting van de samenstelling van gemolken melk. Elk van beide maatregelen afzonderlijk of in combinatie verhoogt de doeltref-20 fendheid van in hoofdzaak de meetinrichting in de melkinstallatie door een vergroting van de hoeveelheid meetgegevens, die op betrouwbare wijze zijn verkregen en dienen om meer aspecten, die van belang zijn in het melkveebedrijf, tijdens het melken te controleren.
25 In een tweede uitvoeringsvorm van een installa tie volgens de onderhavige uitvinding vertoont deze de eigenschap, dat de meetinrichting ten minste één compen-satiesensor omvat voor compensatie van vervuiling van de meetinrichting. Behalve turbulentie in de melk, die 30 onderworpen dient te worden aan de meting, kan onder andere ook vervuiling door resterende melk een storende invloed hebben op verkregen meetresultaten. Dit kan op relatief eenvoudige wijze worden vermeden door het aanbrengen van de compensatiesensor of compensatiesensoren. 35 In een derde voorkeursuitvoeringsvorm vertoont een installatie volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap, dat de meetinrichting een behuizing omvat met een aan de zijde van de melkbekers met de leiding te 1007140 3 verbinden ingangsaansluiting en met een aan de zijde van de melkklauw met de leiding te verbinden uitgangsaanslui-ting, waartussen de doortocht zich uitstrekt, en met een buiten de doortocht gelegen meetkamer, waarin de sensor 5 of sensoren zijn aangebracht en welke nabij de ingangsaansluiting een met de doortocht verbonden invoeropening en nabij de uitgangsaansluiting een met de doortocht verbonden uitvoeropening bevat. Deze vormgeving vertoont een uiterlijk, dat vergelijkbaar is met dat van bijvoor-10 beeld een benzinefilter, terwijl in het inwendige hiervan een doortocht met constante afmetingen ten opzichte van die van de leiding instand is gehouden. Gelijktijdig met doorvoer van gemolken melk door de doortocht heen vindt dan "aftappen" plaats van een geringe hoeveelheid van de 15 gemolken melk om de gewenste metingen hierop uit te voeren. De afgetapte melk wordt wel voortdurend ververst om instantane meetresultaten te verkrijgen voor op een betreffend moment gemolken melk.
Overige eigenschappen van een installatie 20 volgens de onderhavige uitvinding zullen blijken aan de hand van de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm hiervan. Ten overvloede wordt nog wel opgemerkt, dat de uitvinding tevens de meetinrichting afzonderlijk betreft, voorzover deze bedoeld is voor 25 gebruik in een melkinstallatie met één of meer dan één van de aspecten, zoals deze hierboven aan de orde zijn gekomen.
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld hiervan.
30 In de tekening toont: fig. 1 een aanzicht van de melkinstallatie volgens de onderhavige uitvinding; en fig. 2 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht van een meetinrichting volgens de onderha-35 vige uitvinding.
De in fig. 1 getoonde melkinstallatie 1 omvat een hekwerk 2 voor geleiding van koeien 3. De koeien worden met de melkinstallatie 1 gemolken, waartoe melkbe- 10071 40 4 kers 4 aan de spenen van de uiers 5 van de koeien 3 zijn aangebracht. De melkbekers 4 zijn door middel van leidingen 6 met melkklauwen 7 verbonden. De melkklauwen 7 staan op hun beurt via een slang 8 in verbinding met een geza-5 menlijke afvoerleiding 9, via welke afvoerleiding 9 gemolken melk wordt afgevoerd naar een centrale houder of vat, die hier niet is weergegeven.
In de leidingen 6 zijn tussen de melkbekers 4 en de melkklauwen 7 meetinrichtingen 10 aangebracht, 10 waarmee metingen aan gemolken melk worden uitgevoerd. Het betreft hier in hoofdzaak meting van de geleidbaarheid en kwaliteit van de melk, die een indicatie vormt of al dan niet sprake is van afwijkingen, zoals bijvoorbeeld mastitis, hetgeen een ongewenste aandoening van de koe is.
15 Doordat de meetinrichtingen 10 elk in één van de leidingen 6 tussen de afzonderlijke melkbekers 4 en de melkklauwen 7 zijn aangebracht, wordt op betrouwbare wijze de melk van een kwartier van de uier van een koe 3 aan de meting onderworpen, zonder dat deze meting wordt be-20 invloed door van de andere kwartieren van de uier van de koe afkomstige melk. Derhalve kan voor elk kwartier van de uier 5 van de koe 3 worden vastgesteld, of hier sprake is van een afwijking als bijvoorbeeld mastitis. De overige, niet nader beschreven componenten zijn gebruikelijk 25 in de techniek en dienen onder meer voor besturing van de melkbekers 4 en verbinding van de meetinrichtingen 10 met een (niet getoonde) rekeneenheid, waarin de elektrische signalen, die afkomstig zijn van de meetinrichtingen 10, worden bewerkt om de melk-conditie/-kwaliteitsdiagnose 30 uit te voeren. Wanneer een afwijking wordt geconstateerd, wordt bij voorkeur de van dit kwartier van de uier 5 van de koe 3 afkomstige melk afzonderlijk afgevoerd of wordt dit kwartier van de uiers 5 van de koeien 3 afzonderlijk gemolken.
35 Hieronder volgt een nadere beschrijving van één van de meetinrichtingen 10 aan de hand van fig. 2, waar een van de in fig. 1 weergegeven meetinrichtingen 10 is getoond.
i 0071 40 5
De meetinrichting omvat een als huls 11 vormgegeven behuizing met aan de ingangszijde hiervan een als ingangsmof 12 vormgegeven ingangsaansluiting en aan de uitgangszijde hiervan een als uitgangsmof 13 vormgegeven 5 uitgangsaansluiting. Hierbij vormt de huls 11 een in het inwendige hiervan verbreed deel ten opzichte van de voor doorvoer van gemolken melk beschikbare doorsnede van de leiding 6, die op de ingangsmof 12 en de uitgangsmof 13 is aangesloten. De meetinrichting 10 in de richting van 10 pijl A binnenstromende melk volgt voor het merendeel een doortocht, die is gevormd door bus 18, die in het binnenste van de huls 11 is aangebracht. De bus 18 wordt door middel van ribben 19 op de plaats gehouden, zodat deze in lijn staat met zowel de ingangsmof 12 als de uitgangsmof 15 13. Tevens is de bus 18 aan de onderzijde in de tekening voorzien van flens 20.
Tussen het uitwendige van de bus 18 en het inwendige van de huls 11 is meetkamer 14 gevormd, waarin in gebruik van de meetinrichting 10 melk stroomt, die 20 niet door de de doortocht vormende bus 18 heen stroomt. Hierbij komt de gemolken melk via een als zijdoorgang 15 vormgegeven invoeropening in de meetkamer 14 terecht. De bewegingssnelheid van de gemolken melk zal hier aanmerkelijk afnemen ten opzichte van die van de melk, die door 25 de de doortocht vormende bus 18 heen stroomt als gevolg van de vormgeving van uitvoeropeningen voor afvoer van melk uit de meetkamer 14, die als relatief kleine gaten 16 in de flens 20 zijn aangebracht.
Doordat de binnendiameter van de bus 18 nauw 30 overeenkomt met de binnendiameter van de leidingen 6, waarin de meetinrichting 10 is aangebracht, is nabij de zijdoorgang 15 eventueel optredende turbulentie geminimaliseerd, waarbij desalniettemin voldoende melk de meetkamer 14 bereikt om een betrouwbare meting uit te voeren.
35 Turbulentie van de gemolken melk in de meetkamer 14 wordt, zoals hierboven reeds is vermeld, verder verminderd door als uitvoeropening uit de meetkamer 14 gebruik te maken van relatief kleine gaten 16. De melk stroomt i007140 6 dusdanig rustig is, dat het meetresultaat optimaal betrouwbaar blijft.
De meting wordt verricht met behulp van als elektrodes 17 vormgegeven sensoren. In de hier getoonde 5 uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn sensoren verschaft voor een aantal afzonderlijke metingen. Op de eerste plaats vindt meting van de geleidbaarheid van gemolken melk in de meetkamer 14 plaats om op basis hiervan in te schatten of sprake is van mastitis. Verder 10 is een sensor aangebracht voor meting van de temperatuur van de gemolken melk en is een sensor aangebracht voor meting van de samenstelling van de gemolken melk. Met elke van de bovengenoemde meetresultaten wordt een indicatie verkregen van de gesteldheid van de koe of van de 15 kwaliteit van de gemolken melk, zoals bijvoorbeeld het vet- en eiwitgehalte.
Bovendien is een sensor aangebracht, welke functioneert als compensatiesensor, om voor vervuiling van de meetinrichting en in het bijzonder de elektrodes 20 hierin te compenseren. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een rekenschema of algoritme, dat in de eerder genoemde en niet getoonde rekeneenheid wordt uitgevoerd met de van de sensoren afkomstige meetresultaten. Hierin kunnen de van de compensatiesensor afkomstige meetresultaten worden 25 gebruikt om voor vervuiling te compenseren. Derhalve is op betrouwbare wijze met een meetinrichting 10 volgens de onderhavige uitvinding met als elektrodes 17 vormgegeven sensoren op betrouwbare wijze controle mogelijk van het mogelijke ziektebeeld van de te melken koe, evenals de 30 samenstelling van de gemolken melk en de temperatuur hiervan, die op zich ook een indicatie vormt van ten minste de gesteldheid van de uier 5 van de koe 3.
Overigens is de in fig. 2 getoonde meetinrichting 10, waar de melk aan de bovenzijde in de richting 35 van pijl A binnentreedt, gevormd uit twee delen, die op elkaar aansluiten, waarbij in de bovenste helft 22 de meetkamer 14 is aangebracht, en waarbij in de onderste helft 23 een ruimte beschikbaar is om de door de bus 18 ? C " ; 4 0 7 heen stromende melk weer te verenigen met de door de meetkamer 14 heen stromende melk, die door de gaten 16 heen in deze ruimte uittreedt. De meetkamer 14 en deze ruimte voor hereniging van de twee stromen melk zijn 5 gescheiden door middel van de flens 20, die deel uitmaakt van de bovenste helft van de meetinrichting 10, waarin de gaten 16 zijn aangebracht en een onderste flens 21, die deeluitmaakt van de onderste helft 23 van de meetinrichting 10, waarin tevens met de gaten 16 overeenkomende 10 (niet getoonde) gaten zijn aangebracht. De op deze wijze uit twee componenten gevormde meetinrichting 10 is in die zin in het bijzonder geschikt, dat de elektrische geleiders, die naar de elektrodes 17 lopen, tussen de flens 20 en de tweede flens 21 kunnen worden aangebracht om een 15 verbinding te bewerkstelligen met de (niet getoonde) rekeninrichting. Bovendien is op deze wijze een eenvoudige configuratie verschaft, waarbij een optimaal betrouwbare meting kan worden bewerkstelligd.
1007140
Claims (10)
1. Installatie voor het melken van vee, omvattende: - een aantal aan spenen van uiers aan te brengen melkbekers ? 5. een melkklauw voor het verzamelen van tijdens het melken van elke van de melkbekers afkomstige melk, waarbij de melkbekers via leidingen met de melkklauw zijn verbonden; en - ten minste één meetinrichting met een sensor voor het 10 tijdens het melken meten van althans de geleidbaarheid van de gemolken melk, waarbij in elke van de leidingen één meetinrichting is geplaatst en de meetinrichting een doortocht voor gemolken melk omvat met een omvang in doorsnede, welke in 15 hoofdzaak gelijk is aan die van de leiding.
2. Installatie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de meetinrichting ten minste één additionele sensor omvat voor meting van de samenstelling van gemolken melk.
3. Installatie volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de meetinrichting ten minste één compen-satiesensor omvat voor compensatie van vervuiling van de meetinrichting.
4. Installatie volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat de meetinrichting ten minste één aanvullende sensor omvat voor meting van de temperatuur van gemolken melk.
5. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de meetinrichting een behuizing omvat met 30 een aan de zijde van de melkbekers met de leiding te verbinden ingangsaansluiting en met een aan de zijde van de melkklauw met de leiding te verbinden uitgangsaanslui-ting, waartussen de doortocht zich uitstrekt, en met een buiten de doortocht gelegen meetkamer, waarin de sensor 1 0071 40 of sensoren zijn aangebracht en welke nabij de ingangs-aansluiting een met de doortocht verbonden invoeropening en nabij de uitgangsaansluiting een met de doortocht verbonden uitvoeropening bevat.
6. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de sensor of sensoren tussen de invoeropening en de uitvoeropening zijn aangebracht.
7. Installatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de sensor of sensoren elektrodes zijn, welke 10 zich in de lengterichting hiervan tussen de invoeropening en de uitvoeropening uitstrekken.
8. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de doortocht en de uitvoeropening nabij de uitgangsaansluiting uitmonden in een in de behuizing 15 gelegen mengkamer, welk in open verbinding staat met de uitgangsaansluiting.
9. Installatie volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de sensor of sensoren is of zijn verbonden met een besturing, welke is ingericht om op basis van van 20 de sensor of sensoren afkomstige meetgegegevens een selectie te verrichten om gemolken melk naar een produk-tiehouder door te voeren of deze af te voeren.
10. Meetinrichting, bedoeld voor gebruik in een melk-installatie volgens één of meer dan één van de 25 voorgaande conclusies. ] o C ƒ i 4 0
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007140A NL1007140C2 (nl) | 1997-09-26 | 1997-09-26 | Melkinstallatie. |
DK98203182T DK0904688T3 (da) | 1997-09-26 | 1998-09-22 | Malkeinstallation |
DE1998619993 DE69819993T2 (de) | 1997-09-26 | 1998-09-22 | Melkanlage |
EP19980203182 EP0904688B1 (en) | 1997-09-26 | 1998-09-22 | Milking installation |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007140A NL1007140C2 (nl) | 1997-09-26 | 1997-09-26 | Melkinstallatie. |
NL1007140 | 1997-09-26 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1007140C2 true NL1007140C2 (nl) | 1999-03-29 |
Family
ID=19765749
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1007140A NL1007140C2 (nl) | 1997-09-26 | 1997-09-26 | Melkinstallatie. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP0904688B1 (nl) |
DE (1) | DE69819993T2 (nl) |
DK (1) | DK0904688T3 (nl) |
NL (1) | NL1007140C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA2680781C (en) * | 2007-03-23 | 2015-10-20 | Delaval Holding Ab | A device for measuring an electrical parameter in milk and a milking apparatus including such a device |
NL2017993B1 (nl) * | 2016-12-14 | 2018-06-26 | Lely Patent Nv | Melksysteem |
AU2023221199A1 (en) * | 2022-02-18 | 2024-08-08 | Bovonic Limited | In-line sensor, milking cluster and associated methods |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0137367A2 (en) | 1983-09-26 | 1985-04-17 | Eisai Co., Ltd. | Milking apparatus |
DD221635A1 (de) * | 1983-11-18 | 1985-05-02 | Adl Der Ddr Fz F Tierproduktio | Vorrichtung zur messung und bewertung physiologischer parameter bei weiblichen saeugetieren |
GB2257008A (en) * | 1991-04-30 | 1993-01-06 | Sidney William Simpson | Sub-clinical mastitis detector and excluder. |
EP0534564A2 (en) * | 1991-09-27 | 1993-03-31 | C. van der Lely N.V. | An implement for and a method of milking animals automatically |
-
1997
- 1997-09-26 NL NL1007140A patent/NL1007140C2/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-09-22 EP EP19980203182 patent/EP0904688B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1998-09-22 DE DE1998619993 patent/DE69819993T2/de not_active Expired - Lifetime
- 1998-09-22 DK DK98203182T patent/DK0904688T3/da active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0137367A2 (en) | 1983-09-26 | 1985-04-17 | Eisai Co., Ltd. | Milking apparatus |
EP0137367B1 (en) * | 1983-09-26 | 1989-11-02 | Eisai Co., Ltd. | Milking apparatus |
DD221635A1 (de) * | 1983-11-18 | 1985-05-02 | Adl Der Ddr Fz F Tierproduktio | Vorrichtung zur messung und bewertung physiologischer parameter bei weiblichen saeugetieren |
GB2257008A (en) * | 1991-04-30 | 1993-01-06 | Sidney William Simpson | Sub-clinical mastitis detector and excluder. |
EP0534564A2 (en) * | 1991-09-27 | 1993-03-31 | C. van der Lely N.V. | An implement for and a method of milking animals automatically |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE69819993T2 (de) | 2004-07-22 |
DE69819993D1 (de) | 2004-01-08 |
EP0904688B1 (en) | 2003-11-26 |
EP0904688A1 (en) | 1999-03-31 |
DK0904688T3 (da) | 2004-01-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0534564B2 (en) | An implement for milking animals automatically | |
US5568788A (en) | Implement for and a method of milking animals automatically | |
US5771837A (en) | Implement for automatically milking animals | |
US6378455B1 (en) | Intelligent claw | |
US8689736B2 (en) | Automatic milk separation | |
NL9500566A (nl) | Hoeveelheidsmeter en inrichting voor het melken van dieren, voorzien van een dergelijke meter. | |
Ordolff | Introduction of electronics into milking technology | |
EP0748156B1 (en) | Milking claw piece with sensors for measuring the complex impedance of milk | |
CA2483040C (en) | A device and a method for sampling of milk | |
US4793285A (en) | Automatic milking apparatus and methods | |
US6971330B2 (en) | Method of and an apparatus for somatic cell count | |
NL1007140C2 (nl) | Melkinstallatie. | |
CA2404813C (en) | A method of collecting measurement data during automatically milking an animal | |
EP1552737A1 (en) | Milking method and apparatus | |
EP0795268B1 (en) | An assembly of a line and a quantity meter, and an implement for milking animals comprising such an assembly | |
EP0666475B1 (en) | A construction for milking animals | |
EP1297744B1 (en) | A method of separating milk from dairy animals | |
EP1297743B1 (en) | A device for separating milk from a dairy animal | |
JPH1098981A (ja) | 酪農管理装置 | |
EP1297741B1 (en) | A device for milking animals | |
NL1007266C2 (nl) | Intelligente klauw. | |
NL1012863C2 (nl) | Werkwijze en systeem voor het elektronisch onderzoeken van dieren zoals koeien. | |
EP0665434B1 (en) | A construction for milking animals | |
CS267372B1 (en) | Device for automatic separation of non-standard milk in farming animals' milking houses | |
JPH1098982A (ja) | 酪農管理装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
MK | Patent expired because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20170925 |