NL1006058C2

NL1006058C2 - Dosing device.

Info

Publication number: NL1006058C2
Application number: NL1006058A
Authority: NL
Inventors: Johannes Hubertus Joze Kelders; Erwin Petrus Boes
Original assignee: R & D Injector Ag
Priority date: 1997-05-14
Filing date: 1997-05-14
Publication date: 1998-11-17
Also published as: AU7554698A; WO1998051359A1

Description

DoseerinrichtingDosing device

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het gedoseerd afgeven van een poeder- of korrelvormig materiaal, voorzien van een houder voor het materiaal met ten minste één afgifte-opening, in de nabijheid van de 5 afgifte-opening aangebrachte, bedienbare doseermiddelen en met de doseermiddelen samenwerkende, beweegbare bedieningsmiddelen. Een dergelijke doseerinrichting is bekend, en wordt door de firma Astra op de markt gebracht onder de naam Turbuhaler.The invention relates to a device for dosed dispensing of a powdery or granular material, provided with a container for the material with at least one dispensing opening, operable dosing means arranged in the vicinity of the dispensing opening and with the dosing means cooperating, movable operating means. Such a dosing device is known and is marketed by the company Astra under the name Turbuhaler.

10 De bekende doseerinrichting is bedoeld voor het gedoseerd afgeven van een door een gebruiker te inhaleren poeder, bijvoorbeeld een profylacticum of een farmacon. De inrichting is voorzien van een houder waarin ongeveer 200 doses van een poeder kunnen zijn opgenomen, met een 15 afgifte-opening en een daarop aansluitende, verdraaibare doseerschijf. De doseerschijf vertoont een aantal groepen kleine conische openingen. Wanneer de doseerschijf zo verdraaid wordt, dat een dergelijke groep openingen in register gebracht wordt met de afgifte-opening van de 20 houder, worden de doseeropeningen gevuld met een afgepaste dosis van het poeder. Wanneer de doseerschijf verder verdraaid wordt, worden de doseeropeningen met daarin het poeder in register gebracht met een inhalatiemondstuk, waardoor het poeder kan worden opgezogen door de 25 gebruiker.The known dosing device is intended for the dosed delivery of a powder to be inhaled by a user, for instance a prophylactic or a pharmacon. The device is provided with a container in which about 200 doses of a powder can be accommodated, with a dispensing opening and a subsequent rotatable dosing disc. The dosing disc has a number of groups of small conical openings. When the metering disk is rotated such that a group of openings is registered with the dispensing opening of the container, the metering openings are filled with a metered dose of the powder. When the dosing disc is further rotated, the dosing openings containing the powder are registered with an inhalation nozzle, so that the powder can be sucked up by the user.

De bekende doseerinrichting heeft het nadeel dat hij relatief gecompliceerd van opbouw is, en bovendien moeizaam is in het gebruik. Zo moet de inrichting, welke normaliter op een eindvlak van de houder geplaatst wordt, 30 voor het doseren eerst omgekeerd worden, zodat poeder uit de houder naar de doseerschijf kan stromen. Daarbij moeten in deze omgekeerde toestand de houder en de doseerschijf 1006058 2 ten opzichte van elkaar verdraaid worden, waarna de inrichting naar een horizontale stand gebracht moet worden om het gedoseerde poeder te kunnen inhaleren. Dit brengt met zich mee dat de gebruiker twee handen nodig heeft voor 5 het bedienen van de inrichting. Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd een verbeterde doseerinrichting van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij deze nadelen zich niet voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de bedieningsmiddelen in 10 hoofdzaak rechtlijnig beweegbaar zijn. Een dergelijke rechtlijnige bedieningsbeweging, bijvoorbeeld een knijp-beweging, kan eenvoudig met één hand uitgevoerd worden. Daarbij zijn de bedieningsmiddelen met voordeel tegen een veervoorspanning in beweegbaar, zodat zij aan het eind van 15 een bedieningsbeweging altijd vanzelf terugkeren naar hun uitgangsstand.The known dosing device has the disadvantage that it is relatively complicated in construction, and moreover it is difficult to use. For example, the device, which is normally placed on an end face of the container, must first be inverted before dosing, so that powder can flow from the container to the dosing disc. In this inverted condition, the container and the dosing disc 1006058 2 must be rotated relative to each other, after which the device must be brought to a horizontal position in order to inhale the dosed powder. This implies that the user needs two hands to operate the device. The object of the present invention is to provide an improved dosing device of the type described above, wherein these drawbacks do not arise. According to the invention this is achieved in that the operating means are movable substantially rectilinearly. Such a rectilinear operating movement, for example a squeezing movement, can easily be performed with one hand. The operating means are advantageously movable against a spring preload, so that at the end of an operating movement they always automatically return to their starting position.

Een nauwkeurige dosering is mogelijk wanneer de doseermiddelen ingericht zijn voor het bij een bedieningsbeweging van de bedieningsmiddelen afgeven van een 20 enkele dosis materiaal. Wanneer de doseermiddelen roteerbaar zijn, en tussen de bedieningsmiddelen en de doseermiddelen een overbrenging is aangebracht, kan dit met voordeel bereikt worden doordat de overbrenging ingericht is om de bedieningsmiddelen en de doseermiddelen tijdens 25 de bedieningsbeweging te verbinden, en tijdens een teruggaande beweging onder invloed van de veervoorspanning te ontkoppelen. Zo wordt gewaarborgd dat tijdens de bedieningsbeweging nooit meer dan één dosis materiaal wordt afgegeven.Accurate dosing is possible when the dosing means are arranged for dispensing a single dose of material during an operating movement of the operating means. When the dosing means are rotatable and a transmission is arranged between the operating means and the dosing means, this can advantageously be achieved in that the transmission is arranged to connect the operating means and the dosing means during the operating movement, and during a return movement under the influence of release the spring preload. This ensures that no more than one dose of material is dispensed during the operating movement.

30 Een constructief eenvoudige uitvoering van de overbrenging wordt verkregen wanneer deze een met de bedieningsmiddelen verbonden tandstang en een daarmee samenwerkende, met de doseermiddelen verbonden tandwiel omvat, en één uiteinde van de tandstang samenwerkt met 35 lusvormige geleidingsmiddelen. Door deze lusvormige geleidingsmiddelen wordt de tandstang tijdens de bedieningsbeweging in ingrijping gebracht met het tandwiel, en 1006058 3 tijdens de teruggaande beweging op afstand langs het tandwiel geleid.A constructionally simple embodiment of the transmission is obtained when it comprises a toothed rod connected to the operating means and a gearwheel connected thereto, connected with the dosing means, and one end of the toothed rod cooperates with loop-shaped guide means. By means of these loop-shaped guide means, the rack is brought into engagement with the gear during the operating movement, and 1006058 3 is guided remotely along the gear during the return movement.

Een nauwkeurige dosering kan eenvoudig bereikt worden wanneer de doseermiddelen een in de houder aange-5 brachte transportschroef omvatten, met een de afgifte-opening afsluitend einddeel, en een schroefgang van de transportschroef zich uitstrekt door het einddeel. Daarbij kunnen de bedieningsmiddelen ingericht zijn voor het over ten minste één halve omwenteling doen roteren van de 10 transportschroef, waardoor de in het einddeel uitkomende schroefgang tussen twee over 180° versprongen ruststanden verplaatst wordt.Accurate dosing can be easily achieved when the dosing means comprise a transport screw arranged in the container, with an end part closing the dispensing opening, and a screw thread of the transport screw extending through the end part. The operating means can herein be arranged for rotating the conveyor screw through at least one half revolution, whereby the screw thread emerging in the end part is displaced between two rest positions offset by 180 °.

Teneinde het toedienen van een overdosis, als gevolg van het inhaleren van een nieuwe dosis tezamen met 15 resten van eerdere doses te voorkomen, vertoont de inrichting bij voorkeur in de nabijheid van de afgifte-opening aangebrachte middelen voor het verwijderen van het na het doseren achtergebleven materiaal. Deze verwij-deringsmiddelen zijn met voordeel bedienbaar verbonden met 20 de bedieningsmiddelen, waarbij de bedieningsmiddelen ingericht kunnen zijn voor het tijdens de teruggaande beweging onder invloed van de veervoorspanning bedienen van de verwijderingsmiddelen. Zo wordt gewaarborgd, dat na elke bedieningsbeweging, waarbij een dosis materiaal wordt 25 afgegeven, eventueel achtergebleven resten van deze dosis materiaal direct worden verwijderd.In order to avoid administering an overdose, as a result of inhaling a new dose together with residues from previous doses, the device preferably has means disposed in the vicinity of the dispensing opening for removing the residues left after dosing material. These removal means are advantageously operably connected to the operating means, wherein the operating means can be arranged for operating the removal means during the return movement under the influence of the spring preload. In this way it is ensured that any residual residues of this dose of material are immediately removed after each actuation movement, in which a dose of material is released.

Een constructief eenvoudige uitvoering wordt daarbij verkregen wanneer de verwijderingsmiddelen een langs de afgifte-opening beweegbaar afstrijkorgaan omvat-30 ten, en de bedieningsmiddelen een met het afstrijkorgaan in aangrijping te brengen meenemer vertonen. Daarbij kan het afstrijkorgaan tegen een veervoorspannnig in beweegbaar zijn, zodat dit altijd naar zijn uitgangsstand terugkeert . De meenemer vertoont met voordeel ten minste één 35 stuurnok, die samenwerkt met een met de houder verbonden geleider, waardoor de meenemer naar keuze in of buiten aangrijping gebracht wordt met het afstrijkorgaan. Voor 4 het opvangen van het verwijderde materiaal is bij voorkeur een met de verwijderingsmiddelen samenwerkende tweede houder aanwezig, zodat voorkomen wordt dat dit materiaal, dat immers in het algemeen een geneesmiddel zal zijn, 5 ongecontroleerd vrijkomt in de omgeving. Ten einde de doseerinrichting te kunnen gebruiken als inhaler, vertoont de inrichting bij voorkeur een met de afgifte-opening verbonden inhalatiemondstuk.A constructionally simple embodiment is obtained when the removal means comprise a scraper member movable along the dispensing opening, and the operating means have a carrier to be engageable with the scraper member. The scraper can herein be movable against a spring bias, so that it always returns to its starting position. The driver advantageously has at least one control cam, which cooperates with a guide connected to the holder, whereby the driver is optionally brought into or out of engagement with the scraper. For collecting the removed material, preferably a second container co-operating with the removing means is present, so that this material, which will after all generally be a medicine, is prevented from being released uncontrolled in the environment. In order to be able to use the dosing device as an inhaler, the device preferably has an inhalation nozzle connected to the delivery opening.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand 10 van een tweetal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin: figuur 1 een schematisch, perspectivisch aanzicht is van een eerste uitvoeringsvorm van de doseerinrichting volgens de uitvinding voor gebruik; 15 figuur 2 een langsdoorsnede is door de inrich ting van figuur 1 over de lijn II-II, waarbij het inhalatiemondstuk weggenomen is,- figuur 3 een schematisch onderaanzicht is volgens de pijl III-III in figuur 2 van de overbrenging 20 tussen de bedieningsmiddelen en de doseermiddelen; figuur 4 een met figuur 2 overeenkomend aanzicht is van de doseerinrichting aan het eind van een bedieningsbeweging; figuur 5 een met figuur 3 overeenkomend aanzicht is van de overbrenging van de in figuur 4 getoonde 25 toestand; figuur 6 een schematisch, perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen is van de bovenzijde van de houder en daarmee samenwerkende verwijderingsmiddelen; figuur 7 een met figuur 2 en 4 overeenkomend 30 doorsnede-aanzicht op vergrote schaal is waarin het verwijderen van overgebleven materiaal getoond wordt; figuur 8A-E schematisch de bediening van de verwijderingsmiddelen tonen,· figuur 9 een langsdoorsnede is door het bovenste 35 deel van een doseerinrichting volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding; en figuur 10 een schematisch, perspectivisch 1006058 5 aanzicht is van een bij deze uitvoeringsvorm toegepast meenemer.The invention is now elucidated with reference to two examples, with reference being made to the appended drawing, in which: figure 1 is a schematic, perspective view of a first embodiment of the dosing device according to the invention for use; Figure 2 is a longitudinal section through the device of figure 1 along the line II-II, with the inhalation nozzle removed, - figure 3 is a schematic bottom view according to the arrow III-III in figure 2 of the transmission 20 between the operating means and the dosing means; Figure 4 is a view corresponding with Figure 2 of the dosing device at the end of an operating movement; figure 5 is a view corresponding with figure 3 of the transmission of the situation shown in figure 4; Figure 6 is a schematic, exploded perspective view of the top of the container and co-acting removal means; Figure 7 is an enlarged cross-sectional view corresponding to Figures 2 and 4 showing the removal of leftover material; figures 8A-E schematically show the operation of the removal means, figure 9 is a longitudinal section through the top part of a dosing device according to an alternative embodiment of the invention; and Figure 10 is a schematic perspective view of a driver used in this embodiment.

Een doseerinrichting 1 voor een poeder- of korrelvormig materiaal omvat een huis 2 (figuur 1), waarin 5 een houder 5 voor het materiaal 8 (figuur 2) is opgenomen, alsmede verschuifbaar in het huis 2 opgenomen bedieningsmiddelen 3 welke samenwerken met doseermiddelen 44 die zijn aangebracht in de nabijheid van een afgifte-opening 6 van de houder 5. De doseerinrichting 1 omvat 10 verder een met de afgifte-opening 6 verbonden inhalatie-mondstuk 4.A dosing device 1 for a powder or granular material comprises a housing 2 (figure 1), in which a holder 5 for the material 8 (figure 2) is accommodated, as well as operating means 3 slidably received in the housing 2, which co-act with dosing means 44 which are arranged in the vicinity of a dispensing opening 6 of the container 5. The dosing device 1 further comprises an inhalation mouthpiece 4 connected to the dispensing opening 6.

De bedieningsmiddelen 3 omvatten een handgreep 18, die zoals gezegd verschuifbaar, dus rechtlijnig beweegbaar opgenomen is in het huis 2. De zijwanden 48, 49 15 en de bodem 46, 47 van de handgreep 18 en het huis 2 vormen daarbij schuifvlakken. Tussen de bedieningshand-greep 18 en het huis 2 is verder een drukveer 19 aangebracht, die opgenomen is op asstompen 24, 25 van de bedieningshandgreep 18, respectievelijk het huis 2, en die 20 de bedieningshandgreep 18 naar zijn ruststand terugdwingt.The operating means 3 comprise a handle 18, which, as stated, is slidably, so that it is movable in a rectilinear manner, in the housing 2. The side walls 48, 49 and the bottom 46, 47 of the handle 18 and the housing 2 thereby form sliding surfaces. A compression spring 19 is further arranged between the operating handle 18 and the housing 2, which is received on stub axles 24, 25 of the operating handle 18, respectively the housing 2, and which forces the operating handle 18 back to its rest position.

De houder 5 is in het getoonde voorbeeld cilindrisch, en aan zijn tegenover de afgifte-opening 6 gelegen zijde voorzien van een afsluitdop 11. Het materi-25 aal 8 in de houder 5 wordt in de richting van de afgifte-opening 6 gedwongen door een zuiger 9, die door een drukveer 10 wordt voorgespannen in de richting van de afgifte-opening 6. De zuiger 9 is in het midden voorzien van een opening 51, en is verschuifbaar rond een asdeel 51 30 van een transportschroef 12, welke onderdeel vormt van de doseermiddelen 44. De transportschroef 12 is aan de bovenzijde voorzien van een doorlopende schroefgang 13, die uitkomt in een einddeel 14 dat de afgifte-opening 6 van de houder 5 afdichtend afsluit. Het laatste deel 15 35 van de schroefgang 13 is daartoe nagenoeg evenwijdig met de as 51 van de schroef 12, en vormt zo de eigenlijke doseeropening.In the example shown, the container 5 is cylindrical, and on its side opposite the dispensing opening 6 is provided with a sealing cap 11. The material 8 in the container 5 is forced in the direction of the dispensing opening 6 by a piston 9, which is biased by a compression spring 10 in the direction of the delivery opening 6. The piston 9 is provided in the center with an opening 51, and is slidable around a shaft part 51 of a transport screw 12, which forms part of the dosing means 44. The screw conveyor 12 is provided at the top with a continuous screw thread 13, which ends in an end part 14 which seals the dispensing opening 6 of the container 5 in a sealing manner. For this purpose, the last part 15 of the screw thread 13 is substantially parallel to the axis 51 of the screw 12, and thus forms the actual metering opening.

Ï006058 6006058 6

Tussen de transportschroef 12 en de bedienings-handgreep 18 is een overbrenging 45 aangebracht, waardoor de rechtlijnige beweging van de bedieningshandgreep 18 wordt omgezet in een rotatiebeweging van de transport-5 schroef 12. De overbrenging 45 omvat daartoe een met de transportschroef verbonden tandwiel 16 en een daarmee in ingrijping te brengen tandstang 17, die verbonden is met de bedieningshandgreep 18. De tandstang 17 verkeert tijdens de bedieningsbeweging van de 18 in ingrijping met 10 het tandwiel 16, maar wordt aan het eind van deze beweging, wanneer de handgreep 18 volledig ingedrukt is (figuur 4) buiten aangrijping met het tandwiel 16 gebracht, zodat bij de teruggaande beweging van de handgreep 18 onder invloed van de kracht van de veer 19 het tandwiel 15 16 en daarmee de transportschroef 12 niet weer teruggeroteerd wordt.A transmission 45 is arranged between the conveying screw 12 and the operating handle 18, whereby the rectilinear movement of the operating handle 18 is converted into a rotational movement of the conveying screw 12. The transmission 45 comprises for this purpose a gear 16 connected to the conveying screw and a rack 17 to be engaged therewith, which is connected to the operating handle 18. The rack 17 engages the gear 16 during the operating movement of the 18, but is depressed at the end of this movement when the handle 18 is fully depressed (Figure 4) is disengaged from the gear wheel 16, so that during the return movement of the handle 18 under the influence of the force of the spring 19, the gear wheel 16 and thus the transport screw 12 are not rotated back again.

Daartoe is één uiteinde van de tandstang 17 door middel van een as 20 zwenkbaar verbonden met de handgreep 18, terwijl het andere uiteinde voorzien is van een pen 21 20 die samenwerkt met vast met het huis 2 en dus met de houder 5 verbonden geleidingsmiddelen 22. Deze geleidingsmiddelen 22 omvatten een lusvormige geleidings-baan 23, waarin de pen 21 is opgenomen. Door de lusvorm van de geleidingsbaan 23 wordt het vrije uiteinde van de 25 tandstang 17 aan het eind van de bedieningsbeweging nagenoeg dwars op de richting van de bedieningsbeweging geplaatst, en daardoor buiten aangrijping gebracht met het tandwiel 16 (figuur 5). Zo wordt door het inknijpen van de bedieningshandgreep 18 de transportschroef 12 geroteerd, 30 waardoor materiaal 8 door de schroefgang 13 omhoog getransporteerd wordt naar de opening 15 (figuur 4), waarna de gebruiker het zo gedoseerde materiaal kan inhaleren. Na het inhaleren kan de bedieningshandgreep 18 worden losgelaten, waarna deze onder invloed van de 35 veervoorspanning terugkeert naar zijn uitgangsstand, zonder dat daarbij de transportschroef 12 nog geroteerd wordt.For this purpose, one end of the rack 17 is pivotally connected to the handle 18 by means of a shaft 20, while the other end is provided with a pin 21 which cooperates with guide means 22 fixedly connected to the housing 2 and thus to the holder 5. These guide means 22 comprise a loop-shaped guide path 23, in which the pin 21 is received. Due to the loop shape of the guide track 23, the free end of the rack 17 at the end of the operating movement is placed substantially transversely of the direction of the operating movement, and is thereby disengaged from the gear 16 (figure 5). Thus, by squeezing the operating handle 18, the transport screw 12 is rotated, whereby material 8 is transported upwards through the screw passage 13 to the opening 15 (figure 4), after which the user can inhale the material thus dosed. After inhalation, the operating handle 18 can be released, after which it returns to its starting position under the influence of the spring preload, without the transport screw 12 being rotated thereby.

1006058 71006058 7

Ten einde te voorkomen dat materiaal dat gedoseerd is, maar door de gebruiker niet geïnhaleerd is bij een volgend gebruik alsnog geïnhaleerd wordt, waardoor in combinatie met de nieuwe dosis een overdosis gevormd zou 5 kunnen worden, zijn in de nabijheid van de afgifte-opening 6 middelen 27 aangebracht voor het verwijderen van achtergebleven materiaal. Deze verwijderingsmiddelen 27 worden eveneens bediend door de bedieningsmiddelen 3, en wel tijdens de teruggaande beweging daarvan. De verwijde-10 ringsmiddelen 27 omvatten daartoe een afstrijkorgaan 28, dat langs de afgifte-opening 6 beweegbaar is, en voorzien is van een nagenoeg met de afgifte-opening 6 overeenkomende opening 36, die door middel van een brugstuk 37 verdeeld is in twee halve openingen 38 en 39. Het af-15 strijkorgaan 28 is voorzien van uitstekende nokken 40, die in aangrijping gebracht kunnen worden met meenemers 35 die verbonden zijn met de bedieningshandgreep 18. Het afstrijkorgaan 28 is verder verbonden met een drukveer 30, die tegen de binnenzijde van de bedieningshandgreep 18 20 steunt, en waardoor het afstrijkorgaan 28 wordt voorgespannen naar zijn ruststand. Ten einde de meenemers 35 naar keuze in of buiten aangrijping te brengen met nokken 40 van het afstrijkorgaan 28, zijn deze aangebracht op veerarmen 31, die met de bedieningshandgreep 18 verbonden 25 zijn en die voorzien zijn van stuurnokken 32 die samenwerken met geleiders 33 in de zijwanden 34 van het huis 2. In het getoonde voorbeeld heeft elke geleider 33 de gedaante van een geprofileerde nokkenbaan met een verwijd deel 42 en een naar beneden afbuigend deel 43.In order to prevent material that has been dosed but not inhaled by the user from being inhaled on subsequent use, which could result in overdose in combination with the new dose, are in the vicinity of the delivery opening 6 means 27 provided for removing residual material. These removal means 27 are also operated by the operating means 3, during the return movement thereof. For this purpose, the removal means 27 comprise a scraper member 28, which is movable along the dispensing opening 6 and is provided with an opening 36 substantially corresponding to the dispensing opening 6, which is divided into two half by means of a bridge piece 37 openings 38 and 39. The stripper 28 is provided with protruding cams 40 which can be engaged with carriers 35 connected to the operating handle 18. The stripper 28 is further connected to a compression spring 30 which presses against the inside of the operating handle 18, and by which the scraper 28 is biased to its rest position. In order to selectively engage or disengage the drivers 35 with cams 40 of the wiper 28, they are mounted on spring arms 31, which are connected to the operating handle 18 and which are provided with control cams 32 which cooperate with guides 33 in the side walls 34 of the housing 2. In the example shown, each guide 33 has the form of a profiled cam track with a widened part 42 and a downwardly deflecting part 43.

30 In de ruststand van de inrichting bevindt elke stuurnok 32 zich aan het begin van de nokkenbaan 33 (figuur 8A). Tijdens het inknijpen van de bedieningshandgreep wordt de stuurnok 32 in de figuur naar links bewogen, waarbij hij de baan 33 met daarin het boogdeel 43 35 volgt, zodat de arm 31 naar beneden gebogen zal worden en ook de meenemer 35 omlaag bewogen wordt. Bij een voortgezette beweging van de bedieningshandgreep 18 bereikt de 1006058 δ stuurnok 43 het verwijde deel 42, en komt uiteindelijk in aangrijping met de nok 40 van het afstrijkorgaan 28. Daar het afstrijkorgaan 28 tegen de achterwand 49 van het huis 2 rust, zal deze niet bewegen, zodat de meenemer 35 door 5 de nok 40 omlaag gedwongen wordt, onder buiging van de arm 31. De nok 32 kan deze beweging volgen, doordat daarvoor in het verwijde deel 42 voldoende ruimte voorzien is.In the rest position of the device, each control cam 32 is located at the beginning of the cam track 33 (figure 8A). During squeezing of the operating handle, the control cam 32 in the figure is moved to the left, following the path 33 with the arc part 43 therein, so that the arm 31 will be bent downwards and the driver 35 will also be moved downwards. With continued movement of the operating handle 18, the 1006058 δ control cam 43 reaches the flared portion 42, and eventually engages the cam 40 of the wiper 28. Since the wiper 28 rests against the back wall 49 of the housing 2, it will not move, so that the driver 35 is forced downwards by the cam 40, while bending the arm 31. The cam 32 can follow this movement, because sufficient space is provided for this in the widened part 42.

Nadat de meenemer 35 de nok van het afstrijkorgaan 28 gepasseerd is, veert de arm 31 weer omhoog, waardoor de 10 meenemer 35 achter de nok 40 zal haken (figuur 8C). De bedieningshandgreep 18 heeft nu het eind van zijn slag bereikt, zodat er een dosis materiaal is afgegeven, die door de gebruiker geïnhaleerd kan worden. Wanneer nu de bedieningshandgreep 18 losgelaten wordt en onder invloed 15 van de veervoorspanning in de figuur naar rechts terugbeweegt, wordt daarbij het afstrijkorgaan 28 door de achter de nokken 40 gehaakte meenemers 35 meegevoerd (figuur 8D). Eventueel op de bovenzijde van het einddeel 14 van de transportschroef achtergebleven materiaal wordt daarbij 20 door het brugstuk 37 en de rand 52 van de opening 36 afgeschraapt, en valt uiteindelijk in een naast de eerste houder 5 geplaatste tweede houder 26 (figuur 7). Bij deze beweging van het afstrijkorgaan 28 wordt de voorspanveer 30 samengedrukt. Wanneer nu de stuurnok 32 weer het 25 gekromde deel 43 van de geleidingsbaan 33 bereikt, wordt deze omlaag gedwongen, waardoor de meenemer 35 buiten aangrijping raakt met een nok 40. Onder invloed van de voorspankracht van de veer 30 wordt dan het afstrijkorgaan 28 weer teruggedwongen naar zijn beginstand (figuur 8D), 30 waarin de afgifte-opening 6 wordt vrijgegeven, en de tweede houder 26 wordt afgesloten. Op deze wijze wordt voorkomen dat het overtollig materiaal alsnog ongecontroleerd vrijkomt in de omgeving. In de beginstand wordt overigens de opening 15 in het einddeel 14 afgedekt door 35 het brugstuk 37, zodat ook daaruit geen materiaal kan ontsnappen.After the driver 35 has passed the cam of the scraper member 28, the arm 31 springs up again, whereby the driver 35 will hook behind the cam 40 (figure 8C). The operating handle 18 has now reached the end of its stroke, so that a dose of material has been delivered which can be inhaled by the user. When the operating handle 18 is now released and moves back to the right under the influence of the spring preload in the figure, the scraper 28 is thereby carried along by the drivers 35 hooked behind the cams 40 (figure 8D). Any material left on the top of the end part 14 of the screw conveyor is thereby scraped by the bridge piece 37 and the edge 52 of the opening 36, and ultimately falls into a second holder 26 placed next to the first holder 5 (figure 7). With this movement of the scraper member 28, the biasing spring 30 is compressed. When the control cam 32 again reaches the curved part 43 of the guide track 33, it is forced downwards, whereby the driver 35 becomes out of engagement with a cam 40. Under the influence of the pretensioning force of the spring 30, the scraper 28 is then forced back again to its initial position (Figure 8D), in which the dispensing opening 6 is released, and the second container 26 is closed. In this way it is prevented that the excess material is still released uncontrolled in the environment. In the initial position, incidentally, the opening 15 in the end part 14 is covered by the bridge piece 37, so that no material can escape from it either.

Op deze wijze wordt bij het bedienen van de 10060F8 9 inrichting telkens één dosis afgegeven, die door een gebruiker geïnhaleerd kan worden, waarna eventueel overgebleven materiaal op veilige wijze wordt afgevoerd, zonder dat daarvoor een bewuste handeling van de gebruiker 5 nodig is. Bovendien kan de inrichting eenvoudig met één hand gebruikt worden, daar de bedieningsmiddelen rechtlijnig beweegbaar zijn en dus eenvoudig samengeknepen kunnen worden, en onder invloed van een veer automatisch naar hun uitgangsstand terugkeren.In this way, when the 10060F8 9 device is operated, one dose is delivered each time, which can be inhaled by a user, after which any leftover material is safely removed, without the need for conscious action by the user. Moreover, the device can easily be used with one hand, since the operating means are movable in a rectilinear manner and can thus be easily squeezed, and automatically return to their starting position under the influence of a spring.

10 Bij een constructief enigszins vereenvoudigde uitvoering (figuur 9) werkt de stuurnok 32 niet samen met een in de zijwand 34 uitgespaarde nokkenbaan 33, maar in plaats daarvan met een uit de zijwand stekende vaste nok 53. De stuurnok 32 is daarbij voorzien van een hellend 15 ondervlak 54, waardoor de arm 31 bij het bereiken van de vaste nok 53 enigszins omhoog gebogen wordt. Bij een verdergaande beweging van de bedieningshandgreep 18 komt vervolgens de meenemer 35 in aangrijping met de nok 40 van het schuiforgaan 28, en wordt daar als gevolg van de 20 schuin verlopende contactvlakken onderdoor gedrukt. Bij de teruggaande beweging van de bedieningshandgreep 18, waarbij de meenemer 35 achter de nok 40 van het schuifor-gaan 28 gehaakt is, komt de stuurnok 32 met zijn hellende achtervlak 55 in contact met de vaste nok 53 in het huis 25 2, waardoor de arm 31 omlaag gebogen zal worden en de meenemer 35 buiten aangrijping raakt met de nok 40 van het afstrijkorgaan 28, dat dan onder invloed van de drukveer 30 terugkeert naar zijn uitgangsstand.In a constructionally somewhat simplified embodiment (figure 9), the control cam 32 does not cooperate with a cam track 33 recessed in the side wall 34, but instead with a fixed cam 53 protruding from the side wall. The control cam 32 is herein provided with an inclined Bottom surface 54, whereby the arm 31 is bent slightly upwards when it reaches the fixed cam 53. With a further movement of the operating handle 18, the driver 35 then engages the cam 40 of the sliding member 28, and is pressed thereunder as a result of the sloping contact surfaces. During the return movement of the operating handle 18, in which the driver 35 is hooked behind the cam 40 of the sliding member 28, the control cam 32 with its inclined rear surface 55 comes into contact with the fixed cam 53 in the housing 25, so that the arm 31 will be bent downwardly and the driver 35 will become out of engagement with the cam 40 of the stripper 28, which will then return to its initial position under the influence of the compression spring 30.

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet 30 tot de hier getoonde en beschreven uitvoeringsvoorbeelden beperkt is. Zo zou in plaats van een verschuifbare bedieningshandgreep ook gebruik gemaakt kunnen worden van een zwenkbare handgreep of trekker, waarmee eveneens een nagenoeg rechtlijnige beweging bereikt wordt. Ook andere 35 vormen van doseringsmiddelen dan de hier getoonde trans-portschroef zijn denkbaar. Tenslotte zou ook het afstrijkorgaan in plaats van verschuifbaar bijvoorbeeld 1006058 10 zwenkbaar uitgevoerd kunnen zijn. De omvang van de uitvinding wordt derhalve uitsluitend bepaald door de navolgende conclusies.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here. For instance, instead of a sliding operating handle, use could also be made of a pivoting handle or trigger, which also achieves a substantially rectilinear movement. Other forms of dosing agents than the transport screw shown here are also conceivable. Finally, the scraper could also be pivotable instead of slidable, for example 1006058. The scope of the invention is therefore only determined by the following claims.

10060581006058

Claims

1. Device for dosed dispensing of a powdery or granular material, provided with a container of the material with at least one dispensing opening, operable dosing means arranged in the vicinity of the dispensing opening and movable movable co-acting with the dosing means operating means, characterized in that the operating means are movable substantially rectilinearly.

2. Dosing device according to claim 1, characterized in that the operating means are movable against a spring preload.

3. Dosing device according to claim 1 or 2, characterized in that the dosing means are arranged for dispensing a single dose of material during an operating movement of the operating means.

Metering device according to one of the preceding claims, characterized in that the metering means are rotatable and a transmission is arranged between the operating means and metering means.

Dosing device according to claims 3 and 4, characterized in that the transmission is adapted to connect the operating means and the dosing means during the operating movement and to uncouple during a return movement under the influence of the spring preload.

A metering device according to claim 5, characterized in that the transmission comprises a gear rod connected to the operating means and a gear wheel connected therewith, connected to the metering means, and one end 30 of the toothed rod cooperates with loop-shaped guide means.

A metering device according to any one of claims 4 to 6, characterized in that the metering means comprise a transport screw arranged in the container, with an end part closing the discharge opening, and a screw thread 1006058 (of the transport screw extending through the end part.

8. Dosing device according to claim 7, characterized in that the operating means are arranged for rotating the conveyor screw over at least one half revolution.

A metering device according to any one of the preceding claims, characterized by means disposed in the vicinity of a dispensing opening for removing material remaining after metering.

Metering device according to claim 9, characterized in that the removal means are operably connected to the operating means.

11. Dosing device according to claim 10, characterized in that the operating means are adapted to operate the removal means during the return movement under the influence of the spring preload.

12. Dosing device according to claim 10 or 11, characterized in that the removing means comprise a wiping member movable along the dispensing opening, and the operating means have a driver to be engaged with the wiping member.

Metering device according to claim 12, characterized in that the scraper is movable against a spring preload.

Metering device according to claim 12 or 13, characterized in that the driver has at least one control cam which interacts with a guide connected to the holder.

Metering device according to any one of claims 30 to 14, characterized by a second container co-operating with the removing means for collecting the removed material.

A dosing device according to any one of the preceding claims, characterized by an inhalation nozzle connected to the dispensing opening 35. 1006058