NL1005797C2 - Inrichting geschikt voor translatie van een voorwerp in de translatierichting alsmede een patiëntentafel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting geschikt voor translatie van een voorwerp in de translatierichting alsmede een patiëntentafel.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting 5 geschikt voor translatie van een voorwerp in een translatierichting.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een patiëntentafel voorzien van een dergelijke inrichting.

Een dergelijke inrichting wordt onder meer toegepast bij het in hoogte instellen van een patiëntentafel. Een bekende inrichting 10 is bijvoorbeeld een onder pneumatische of hydraulische druk in een cilinder verplaatsbare zuiger.

Bij het in verticale richting in hoogte instellen van een patiëntentafel, bijvoorbeeld bij röntgenonderzoek of bij bestralingen met röntgen, dient de positie van de patiëntentafel in horizontale richting 15 nauwkeurig te worden gehandhaafd. Bij toepassing van een in een cilinder verplaatsbare zuiger dient hiertoe de zuiger-cilindercombinatie relatief zwaar te worden uitgevoerd. Als alternatief kunnen aanvullende rechtgelei-dingsmiddelen worden toegepast. Hierdoor wordt de patiëntentafel echter relatief gecompliceerd. Een ander nadeel van een in een cilinder 20 verplaatsbare zuiger is dat de maximaal bereikbare hoogte niet groter kan zijn dan twee maal de minimaal bereikbare hoogte zodat de hoogte-instelling relatief beperkt is.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen waarbij op relatief eenvoudige wijze een voorwerp over een relatief grote 25 afstand in een translatierichting kan worden verplaatst.

Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting is voorzien van twee gelijkvormige parallellogramconstructies die spiegelbeeldig ten opzichte van een dwars op de translatierichting uitstrekkend spiegelvlak zijn opgesteld, waarbij 30 elke parallellogramconstructie is voorzien van vier benen die twee aan twee dezelfde lengte hebben, waarbij elk been met een eerste lengte met elk uiteinde scharnierbaar om een scharnieras is gekoppeld met een been met een tweede lengte, waarbij een scharnieras van de eerste parallellogramconstructie samenvalt met de scharnieras van de tweede paral lel logram-35 constructie, waarbij de samenvallende scharnierassen in het spiegelvlak zijn gelegen, waarbij een been met een eerste lengte van de eerste parallellogramconstructie star is verbonden met een been met een eerste lengte van de tweede parallellogramconstructie, terwijl middelen zijn 1005797 2 voorzien voor het over een zwenkhoek verzwenken van de benen met de tweede lengte van de eerste parallellogramconstructie, en het tegelijkertijd verzwenken over een even grote, in richting tegengestelde zwenkhoek van de benen met de tweede lengte van de tweede parallellogramconstructie.

5 Door het verzwenken over tegengestelde hoeken van de benen met de tweede lengte van de twee parallellogramconstructies worden de van het spiegelvlak afgekeerde eerste benen van de parallellogramconstructies in de translatierichting van en naar elkaar toe verplaatst. Doordat de hoeken waarover de benen met de tweede lengte worden verzwenkt, 10 even groot zijn, vindt er een gedefinieerde onderlinge translatie plaats van de benen met de eerste lengte in een dwars op de translatierichting uitstrekkende richting.

Doordat de nabij het spiegelvlak gelegen benen met de eerste lengte star met elkaar zijn verbonden, kan er geen onderlinge 15 rotatie plaatsvinden van de van het spiegelvlak afgekeerde benen met de eerste lengte.

Door de scharnierbare benen kan het verschil tussen de minimale en maximale afmeting van de inrichting in de transportrichting relatief groot zijn.

20 Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de benen met de tweede lengte van de beide parallellogramconstructies dezelfde lengte hebben.

Doordat de hoeken waarover de benen met de tweede lengte worden verzwenkt even groot zijn en alle benen met de tweede lengte 25 dezelfde lengte hebben, vindt er geen onderlinge translatie plaats van de benen met de eerste lengte in een dwars op de translatierichting uitstrekkende richting. Hierdoor is de inrichting geschikt voor een nauwkeurige verplaatsing in de translatierichting, waarbij verplaatsingen in dwars op de translatierichting uitstrekkende richtingen worden 30 voorkomen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat nabij de star met elkaar verbonden benen met de eerste lengte van de eerste en tweede parallellogramconstructie, een been met de tweede lengte van de eerste parallellogramconstructie 35 is gekoppeld met een been met de tweede lengte van de tweede parallello-gramconstructie met behulp van de middelen voor het over een even grote, in richting tegengestelde zwenkhoek verzwenken van de tweede benen van de tweede parallellogramconstructie.

100 57 5 7 3

Op deze wijze wordt verzekerd dat de benen met de tweede lengte van de verschillende parallellogramconstructies altijd over een even grote, in richting tegengestelde zwenkhoek worden verzwenkt. De middelen kunnen bijvoorbeeld om de scharnierassen roteerbare, in elkaar 5 aangrijpende tandwielen zijn.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de onderling gekoppelde benen met de tweede lengte zijn voorzien van om de scharnierassen roteerbare bussen die met behulp van een flexibele band zijn gekoppeld, welke band aan een 10 been is bevestigd, in anti-klokrichting gedeeltelijk om de met het been verbonden bus heen is geslagen, zich tussen de bussen uitstrekt naar de andere bus, in klokrichting gedeeltelijk om de andere bus heen is geslagen en aan het van de andere bus voorziene been is bevestigd.

Bij het onderling verzwenken van de benen met de tweede 15 lengte, wikkelt de band zich van de ene bus af en op de andere bus op. Hierdoor wordt een eenparige overbrenging van de hoekverdraaiïng van het ene been op het andere been verkregen.

Een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de flexibele band een aantal naast 20 elkaar opgestelde koorden omvat.

Indien een van de koorden breekt, wordt de daarop uitgeoefende kracht overgenomen door de andere koorden, waardoor een eenparige translatie van het voorwerp gewaarborgd blijft.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand 25 van de tekeningen, waarin fig. 1 een patiëntentafel volgens de uitvinding toont in een ingeklapte positie, fig. 2 de in fig. 1 weergegeven patiëntentafel toont, in een uitgeklapte positie, 30 fig. 3 een perspectivisch aanzicht toont van een patiëntentafel volgens de uitvinding, fig. 4 een perspectivische uitvergroting toont van een deel van de in fig. 3 weergegeven patiëntentafel, fig. 5 een langsdoorsnede toont van de in fig. 3 35 weergegeven patiëntentafel.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

1005797 4

Fig. 1 en 2 tonen een patiëntentafel 1 volgens de uitvinding respectievelijk in een ingeklapte en uitgeklapte stand. De patiëntentafel 1 is voorzien van een ondersteuning 2, een met de ondersteuning 2 verbonden verplaatsingsinrichting 3 en een met de 5 verplaatsingsinrichting 3 verbonden blad 4 waarop een patiënt kan plaatsnemen. De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van een patiëntentafel maar het moge duidelijk zijn dat de verplaatsingsinrichting 3 volgens de uitvinding kan worden toegepast voor het verplaatsen van een willekeurig voorwerp ten opzichte van een ander voorwerp.

10 De verplaatsingsinrichting 3 is voorzien van twee parallellogramconstructies 5, 6 die spiegel symmetrisch ten opzichte van een zich tussen de ondersteuning 2 en het blad 4 uitstrekkend spiegelvlak 7 zijn opgesteld. De eerste parallelconstructie 5 is voorzien van twee star opgestelde scharnierassen 8, 9 waartussen zich een eerste been 10 met een 15 eerste lengte LI uitstrekt. De paral 1 el 1ogramconstructie 5 is verder voorzien van twee evenwijdig uitstrekkende benen 11, 12 die respectievelijk scharnierbaar zijn om de scharnierassen 8, 9. De benen 11, 12 zijn aan een van de scharnierassen 8, 9 afgekeerde zijde scharnierbaar verbonden met een kniedeel 13 waarbij het been 11 ten opzichte van het kniedeel 13 20 scharnierbaar is om een scharnieras 14 terwijl het been 12 ten opzichte van het kniedeel 13 scharnierbaar is om een scharnieras 15. De beendelen 11, 12 hebben een effectieve lengte L2 die gelijk is aan de afstand tussen respectievelijk scharnieras 8 en 14 of scharnieras 9 en 15. De afstand tussen de scharnierassen 14, 15 is gelijk aan de lengte LI van het eerste 25 been 10, waarbij het zich tussen de scharnierassen 14, 15 uitstrekkende gedeelte van het kniedeel 13 een been vormt van de parallelconstructie 5 met een aan het been 10 corresponderende lengte LI.

De tweede parallellogramconstructie 6 is ten opzichte van het spiegelvlak 7 spiegelbeeldig aan de parallellogramconstructie 5. 30 Het spiegelvlak 7 strekt zich uit door de scharnieras 15. De parallello-gramconstructie 6 is voorzien van twee star met het blad 4 verbonden scharnierassen 16, 17 waartussen zich een eerste been 18 met een lengte LI uitstrekt. De parallellogramconstructie 6 is verder voorzien van twee evenwijdig uitstrekkende, een effectieve lengte L2 hebbende benen 19, 20 35 die aan een van de scharnierassen 16, 17 afgekeerde zijde scharnierbaar zijn verbonden via respectievelijk scharnieras 21, 15 met het kniedeel 13. De afstand tussen de scharnierassen 15, 21 is gelijk aan de afstand tussen de scharnierassen 16, 17, waarbij het zich tussen de scharnierassen 15, 1005707 5 21 uitstrekkende gedeelte van het kniedeel 13 een zich evenwijdig aan het been 18 uitstrekkend been van de parallelconstructie 6 vormt.

De parallelconstructies 5, 6 zijn in die zin spiegelbeeldig ten opzichte van het spiegelvlak 7 dat de scharnierassen 5 van de paral 1 ellogramconstructies 5, 6 spiegelbeeldig ten opzichte van het spiegelvlak 7 zijn gelegen. De specifieke vorm van de benen behoeft niet noodzakelijkerwijs spiegelbeeldig te zijn.

De patiëntentafel 1 is verder voorzien van een in een cilinder 22 verschuifbaar gelegen zuiger 23, waarbij de cilinder met een 10 van de zuiger 23 afgekeerde zijde om een scharnieras 24 scharnierbaar is verbonden met de ondersteuning 2 terwijl de zuiger met een van de cilinder 22 afgekeerde zijde scharnierbaar om een scharnieras 25 is verbonden met het been 11 van de eerste parallellogramconstructie 5.

Door het kniedeel 13 zijn beendelen met een eerste 15 lengte LI van de eerste parallellogramconstructie 5 en de tweede parallellogramconstructie 6 star met elkaar verbonden. Het been 11 is voorzien van een bus 26 waarvan de hartlijn samenvalt met de rotatie-as 14. Het been 20 is voorzien van een bus 27 waarvan de hartlijn samenvalt met de rotatie-as 15. Om de bussen 26, 27 is een flexibele, niet uitrekbare 20 band 28 geslagen die met één uiteinde met het been 11 en met het andere uiteinde met het been 20 is verbonden. Bij de in fig. 1 en fig. 2 schematisch weergegeven patiëntentafel 1 is de band 28 met de bus 26 verbonden op een plaats PI die op een verbindingslijn tussen de scharnierassen 8 en 14 is gelegen. De band 28 is met de bus 27 verbonden 25 op een punt P2 dat op een verbindingslijn tussen de scharnierassen 17 en 15 is gelegen. Zoals zichtbaar in fig. 1 strekt de band 28 zich in anti-klokrichting over ongeveer 270° over de bus 27 uit terwijl de band 28 in klokrichtirig over ongeveer 90° over de bus 26 uitstrekt. De posities van de verbindingspunten PI, P2 zijn zodanig gekozen dat uit de figuren 1 en 30 2 de werking van de patiëntentafel eenvoudig zichtbaar is. De verbindings punten PI, P2 kunnen echter ook elders worden aangebracht.

De werking van de patiëntentafel 1 is als volgt. Vanuit de in fig. 1 weergegeven ingeklapte stand van de patiëntentafel 1 wordt de zuiger 23 in een door pijl Tl aangegeven richting uit de cilinder 22 35 geschoven, bijvoorbeeld pneumatisch of hydraulisch. Hierdoor wordt de scharnieras 25 en het daarmee verbonden been 11 in een door pijl Ri aangegeven richting om de scharnieras 8 gezwenkt. Ten gevolge van de verzwenking van het been 11 in de met pijl R1 aangegeven richting wordt 1005797 6 eveneens het parallel aan het been 11 gelegen been 12 om zwenkas 9 in door pijl R2 aangegeven richting verzwenkt waarbij de verzwenking R2 ten gevolge van de parallellogramconstructie 5 gelijk is aan de verzwenking Rl. Ten gevolge van de simultane verzwenking van de beide benen 11, 12 wordt het 5 kniedeel 13 in een door pijl T3 aangegeven richting omhoog verplaatst en tegelijkertijd in een door pijl T4 aangegeven richting, dwars op de translatierichting T3 verplaatst. De met het been 11 verbonden bus 26 wordt hierbij ten opzichte van het kniedeel 13 verzwenkt in een door pijl R3 aangegeven richting waarbij de band 28 op de bus 26 wordt gewikkeld. 10 Hierdoor wordt de band 28 van de bus 27 afgewikkeld onder rotatie van de bus 27 in een aan pijl R3 tegengestelde, door pijl R4 aangegeven richting. Door het roteren van de bus 27 in de door pijl R4 aangegeven richting wordt eveneens het met de bus 27 verbonden been 20 in de door pijl R4 aangegeven richting verzwenkt. Ten gevolge van de parallellogramconstructie 6 wordt 15 daarbij tegelijkertijd het been 19 in een door pijl R5 aangegeven richting om de scharnieras 21 gezwenkt. Ten gevolge van de simultane verzwenking van de benen 19, 20 wordt het star met het blad 4 verbonden deel 18 ten opzichte van het kniedeel 13 in een door pijl T3 aangegeven richting omhoog verplaatst en tegelijkertijd in een aan pijl T4 tegengestelde richting 20 ten opzichte van het kniedeel 13 naar links verplaatst. Doordat de eerste en tweede lengtes van de benen van de paral 1 ellogramconstructies 5, 6 even lang zijn, is de verplaatsing van het kniedeel 13 in de door pijl T4 aangegeven richting exact even groot als de verplaatsing van het blad 4 ten opzichte van het kniedeel 13 in een aan pijl T4 tegengestelde richting. 25 Hierdoor ondervindt het blad 4 ten opzichte van de ondersteuning 2 in het geheel geen verplaatsing in of tegengesteld aan een door pijl T4 aangegeven richting.

Bij de in fig. 2 weergegeven positie van de patiëntentafel 1 bevindt een bovenzijde 30 van het blad 4 zich op een afstand H2 van 30 een onderzijde 31 van de ondersteuning 2. Bij de in fig. 1 weergegeven ingeklapte stand van de patiëntentafel 1 bedraagt deze afstand Hl. De afstand H2 is bijna drie keer zo groot als de afstand Hl. Het verschil tussen deze afstanden kan verder worden vergroot door vergroting van de lengte L2 van de benen 11, 12, 19, 20.

35 In fig. 1 en 2 is de patiëntentafel 1 volgens de uitvinding slechts schematisch weergegeven. In fig. 3-5 is een gedetailleerde uitvoeringsvorm van de patiëntentafel volgens de uitvinding weergegeven. Fig. 3 toont een perspectivisch aanzicht van een patiëntenta- 100579" 7 fel 40 volgens de uitvinding die is voorzien van een ondersteuning 2, een met de ondersteuning 2 verbonden verplaatsingsinrichting 41 en een met de verplaatsingsinrichting 41 verbonden blad 4. De verplaatsingsinrichting 41 is voorzien van parallellogramconstructies 42, 43. De parallello-5 gramconstructie 42 omvat twee evenwijdig opgestelde paral!el logramconstruc-ties 5, waarbij de benen 11 op afstand van elkaar worden gehouden door een zich tussen de benen 11 uitstrekkende bus 26 en benen 12 aan van elkaar afgekeerde zijden zijn gelegen van door bus 27 op afstand van elkaar gehouden kniedelen 13. Nabij de ondersteuning 2 zijn de benen 11, 12 10 scharnierbaar verbonden met flenzen 44. De paral 1 ellogramconstructie 43 omvat twee evenwijdig gelegen parallellogramconstructies 6 waarbij benen 20 onderling zijn verbonden door bus 27. De benen 19 grijpen aan van elkaar afgekeerde zijden aan op de kniedelen 13 waarbij zich tussen de kniedelen 13 een as 45 uitstrekt. Tussen de benen 20 is een kruisvormig 15 verstevigingselement 46 opgesteld waarmee een relatief hoge stijfheid van de met elkaar verbonden benen 20 wordt verkregen.

Fig. 4 toont een 1 angsdoorsnede door de in fig. 3 weergegeven inrichting 40 waarin de over de bussen 26, 27 heen geslagen band 28 duidelijk zichtbaar is. De band 28 is voorzien van een aantal 20 evenwijdig aan elkaar gelegen staaldraden 46 die met één uiteinde 47 zijn verbonden met een zich tussen de benen 20 uitstrekkende beugel 48. De staaldraden 46 zijn met van de uiteinden 47 afgekeerde uiteinden 49 verbonden met een zich tussen de benen 11 uitstrekkende plaat 50. De plaat 50 is voorzien van opspanmechanismen (niet weergegeven) met behulp 25 waarvan de staaldraden 46 kunnen worden opgespannen. Ten gevolge van de strak opgespannen staalkabels 46 is een relatief hoge stijfheid van de patiëntentafel 40 in een dwars op pijlen T3, T4 uitstrekkende richting verkregen. De patiëntentafel is verder voorzien van twee tegen de benen 11, 20 aan liggende koorden 51 die met één uiteinde 52 met het been 11 30 en met een ander uiteinde 53 met het been 20 zijn verbonden. Elk koord 51 strekt zich uit tussen de rollen 26, 27 in een aan de staaldraden 46 tegengestelde richting, waarbij de staaldraden 46 en de koorden 51 elkaar als het ware kruisen. Dit is duidelijk zichtbaar in fig. 5.

De werking van de in fig. 3-5 weergegeven patiëntenta-35 fel 40 komt overeen met de werking van de in fig. 1 en 2 weergegeven patiëntentafel 1. Door het uit de cilinder 22 schuiven van de zuiger 23 wordt het been 11 om de scharnieras 8 in de door pijl R1 aangegeven richting verzwenkt ten gevolge waarvan het kniedeel 13 in een door pijl T3 1005797 8 aangegeven richting omhoog en in een door pijl T4 aangegeven richting naar rechts wordt verplaatst. Hierbij vindt een verzwenking plaats van de bus 26 ten opzichte van het kniedeel 13 in een door pijl R3 aangegeven richting waardoor een trekkracht op de staaldraden 46 wordt uitgeoefend en de 5 staaldraden tegen de bus 26 worden aangetrokken. Aangezien de staaldraden 46 tevens zijn verbonden met de met de benen 20 verbonden beugel 48, wordt door het opwikkelen van de staaldraden 46 op de bus 26, de bus 27 in een aan pijl R3 tegengestelde, door pijl R4 aangegeven richting verzwenkt. Ten gevolge van de verzwenking van de benen 20 in de door 10 pijl R4 aangegeven richting worden eveneens de benen 19 in de door pijl R5 aangegeven richting verzwenkt waardoor het met de benen 19, 20 verbonden blad 4 in een door pijl T3 aangegeven richting omhoog en in een aan pijl T4 tegengestelde richting ten opzichte van het kniedeel 13 naar links wordt verplaatst. Doordat de zwenkhoek waarover de benen worden verzwenkt in 15 de door Rl, R2, R3 aangegeven richting gelijk is maar in richting tegengesteld is aan de zwenkhoek waarover de benen 19, 20 in door pijlen R4, R5 aangegeven richting worden verzwenkt is de verplaatsing van het kniedeel 13 in de door pijl T4 aangegeven richting gelijk aan de verplaatsing van het blad 4 in een aan pijl T4 tegengestelde richting ten 20 opzichte van het kniedeel 13 ten gevolge waarvan er geen verplaatsing plaatsvindt van het blad 4 ten opzichte van de ondersteuning 2 in of tegensteld aan de door pijl T4 aangegeven richting. Het blad 4 wordt ten opzichte van ondersteuning 2 alleen in of tegengesteld aan de door pijl T3 aangegeven richting verplaatst.

25 Tijdens het op de bus 26 wikkelen van de kabels 46 worden de koorden 51 van de bus 26 afgewikkeld en tegelijkertijd op de bus 27 gewikkeld. Ten gevolge van de koorden 51 is de stijfheid van de patiëntentafel 40 ook relatief groot indien op het blad 4 een van de ondersteuning 2 afgekeerde kracht wordt uitgeoefend. Een dergelijke kracht 30 kan bijvoorbeeld plaatsvinden indien men de patiëntentafel 40 aan het blad 4 tracht op te tillen. Daarnaast ondersteunen de koorden het op- en afwikkelen van de staalkabels op de bussen 27, 26 bij het in een aan pijl T3 tegengestelde richting verplaatsen van het blad 4.

In plaats van een aantal staalkabels 46 is het ook 35 mogelijk om een enkele band toe te passen. Het is ook mogelijk om in plaats van een band 28 de bussen 26, 27 te voorzien van in elkaar aangrijpende tandwielen, waarbij de tandwielen even groot zijn. Tandwielen hebben echter ten opzichte van een band het nadeel van een niet eenparige beweging. Het 100 5797 9 is ook mogelijk om de bus 27 aan te brengen ter plaatse van de scharnie-ras 21.

Het is ook mogelijk om het blad 4 te voorzien van een aandrijfmechanisme met behulp waarvan het been 19 of 20 om respectievelijk 5 scharnieras 16, 17 kan worden verzwenkt waarbij door een simultane, tegengestelde verzwenking van de benen 11, 12 en de benen 19, 20 een translatie van het blad 4 in een door pijl T3 aangegeven richting wordt bewerkstelligd. Een dergelijke aandrijving heeft echter als nadeel dat bij het niet geheel synchroon lopen van de beide aandrijfmechanismen het 10 blad 4 tevens een verplaatsing in of tegengesteld aan een door pijl T4 aangegeven richting zal ondergaan.

Het is ook mogel ijk om een schroefspindel toe te passen in plaats van een in een cilinder verplaatsbare zuiger.

Het is ook mogelijk dat de lengte van de benen met de 15 eerste lengte van beide parallellogramconstructies verschillend is.

Indien de lengtes van de benen met de tweede lengte van de beide parallellogramconstructies niet gelijk zijn, treedt er een verplaatsing op dwars op de translatierichting. De grootte van deze verplaatsing is direct afhankelijk van de lengtes en de hoekverdraaiïng.

1005797

Claims (8)

1. Inrichting geschikt voor translatie van een voorwerp in een trans!atierichting, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van twee parallellogramconstructies die spiegelbeeldig ten opzichte van 5 een dwars op de translatierichting uitstrekkend spiegelvlak zijn opgesteld, waarbij elke parallellogramconstructie is voorzien van vier benen die twee aan twee dezelfde lengte hebben, waarbij elk been met een eerste lengte met elk uiteinde scharnierbaar om een scharnieras is gekoppeld met een been met een tweede lengte, waarbij een scharnieras van de eerste 10 parallellogramconstructie samenvalt met de scharnieras van de tweede parallellogramconstructie, waarbij de samenvallende scharnierassen in het spiegelvlak zijn gelegen, waarbij een been met een eerste lengte van de eerste parallellogramconstructie star is verbonden met een been met een eerste lengte van de tweede parallellogramconstructie, terwijl middelen 15 zijn voorzien voor het over een zwenkhoek verzwenken van de benen met de tweede lengte van de eerste parallellogramconstructie, en het tegelijkertijd verzwenken over een even grote, in richting tegengestelde zwenkhoek van de benen met de tweede lengte van de tweede parallellogramconstructie.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de benen met de tweede lengte van de beide parallellogramconstructies dezelfde lengte hebben.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat nabij de star met elkaar verbonden benen met de eerste lengte van de eerste en tweede parallellogramconstructie, een been met de tweede lengte 25 van de eerste parallellogramconstructie is gekoppeld met een been met de tweede lengte van de tweede parallellogramconstructie met behulp van de middelen voor het over een even grote, in richting tegengestelde zwenkhoek verzwenken van de tweede benen van de tweede parallellogramconstructie.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 de onderling gekoppelde benen met de tweede lengte zijn voorzien van om de scharnierassen roteerbare bussen die met behulp van een flexibele band zijn gekoppeld, welke band aan één been is bevestigd, in anti-klokrichting gedeeltelijk om de met het been verbonden bus heen is geslagen, zich tussen de bussen uitstrekt naar de andere bus, in klokrichting gedeeltelijk om 35 de andere bus heen is geslagen en aan het van de andere bus voorziene been is bevestigd.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de flexibele band een aantal naast elkaar opgestelde koorden omvat. 1005797

6. Inrichting volgens conclusies 4 of 5, met het kenmerk, dat de onderling gekoppelde benen verder zijn voorzien van een flexibel langgestrekt element dat met uiteinden aan de benen is gekoppeld en tegengesteld aan de band aanligt tegen de bussen.

7. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de onderling gekoppelde benen met de tweede lengte zijn voorzien van om scharnierassen roteerbare met elkaar in aangrijping zijnde tandwielen, welke tandwielen eenzelfde diameter hebben.

8. Patiëntentafel voorzien van een ondersteuning, een ten 10 opzichte van de ondersteuning in een translatierichting verplaatsbaar blad en een tussen de ondersteuning en het blad opgestelde inrichting volgens een der voorgaande conclusies. 1005797