NL1003904C2 - Pleisterlaminaat - Google Patents

Description

Pleisterlaxninaat

Het is vaak een probleem, een zelfklevende folie pleistermateriaal te hanteren, doordat dergelijke folies vaak zeer dun, rekbaar en elektrostatisch geladen zijn.

Het is een doel van de uitvinding, een 5 pleisterlaminaat te verschaffen, waarvan een folie van pleistermateriaal deel uitmaakt, waarbij het laminaat zodanig is uitgevoerd, dat het de folie van pleistermateriaal gemakkelijk hanteerbaar en aanbrengbaar maakt.

10 In verband daarmee verschaft de uitvinding een pleisterlaminaat, omvattende respectievelijk: een dragerfolie; een daarmee losneembaar verbonden folie van pleistermateriaal; 15 een daaraan aanwezige kleeflaag; en een daaraan relatief zwak gehechte schutlaag; welke drager laag door middel van een verbindingsstrook over een eerste randzone met de dragerfolie verbonden is; en 20 welke schutlaag aan een van de eerste randzone af gerichte tweede randzone een losse eerste aangrijpzone vertoont, die zich althans met een deel voorbij de eindrand van de schutlaag uitstrekt.

Het zich voorbij de eindrand van de schutlaag 25 uitstrekkende deel van de losse eerste aangrijpzone van de schutlaag verzekert een gemakkelijk en probleemloos aangrijpen door een gebruiker tijdens het aanbrengen van de folie van pleistermateriaal. Bijvoorbeeld kan het betreffende deel over zijn gehele dwarsafmeting over enige 30 afstand voorbij de genoemde eindrand uitstrekken. Als alternatief of in combinatie kan de dragerfolie van een lokale uitsparing zijn voorzien, door welke een gebruiker de aangrijpzone van de schutlaag kan aanvatten.

1 0 0 3 90 4 2

Door aangrijpen aan de aangrijpzone kan de schutlaag worden losgetrokken van kleeflaag. De folie pleistermateriaal blijft dan nog gehecht aan de dragerfolie, maar de kleeflaag is inmiddels blootgesteld, zodat hij op 5 een te bedekken huiddeel, bijvoorbeeld over een wond, kan worden geplakt. Vervolgens wordt door voortgezet aftrekken ook de dragerlaag van de folie pleistermateriaal gescheiden. Deze twee lagen zijn relatief zwak met elkaar verbonden.

Op deze wijze kan de dunne rekbare folie 10 pleistermateriaal gemakkelijk worden aangebracht, doordat hij tijdens het aanbrengen steeds wordt gesteund.

Bij voorkeur vertoont het pleisterlaminaat volgens de uitvinding de bijzonderheid dat in het gebied van de eerste aangrijpzone aan de folie van pleistermateriaal een 15 tweede aangrijpzone aanwezig is, die bij voorkeur via een verzwakkingszone, bijvoorbeeld een perforatielijn, daarmee verbonden is.

Een verdere voordelige uitvoeringsvorm vertoont de bijzonderheid dat de dragerfolie en de folie van 20 pleistermateriaal door middel van elektrostatische lading met elkaar verbonden zijn.

Een specifieke variant vertoont het kenmerk dat de drager in hoofdzaak uit polyetheen bestaat.

Een specifieke variant vertoont de bijzonderheid 25 dat de schutlaag althans op zijn buitenvlak beschrijfbaar is. Bij het aanbrengen van de folie van pleistermateriaal op een wondzone wordt, voorafgaand aan het verwijderen van de schutlaag deze bijvoorbeeld met de contouren van de te genezen en afgedekte wond voorzien, bijvoorbeeld door middel 30 van een balpen. Ook kunnen identificatiegegevens van de patiënt in kwestie worden opgetekend. Vervolgens wordt de schutfolie verwijderd en voor latere referentie in een archief opgeslagen. Na een zekere genezingsperiode kan door de schutlaag in kwestie boven de folie van pleistermateriaal 35 te plaatsen worden vastgesteld, in hoeverre de wond wijzigingen heeft ondergaan, althans voor wat betreft zijn vorm.

1003904 3

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een laminaat volgens de uitvinding; 5 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van het laminaat tijdens het aanbrengen van de pleisterfolie; figuur 3 gedeeltelijk in perspectivisch aanzicht en gedeeltelijk in dwarsdoorsnede de laatste fase van het aanbrengen van de pleisterfolie; 10 figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een met figuur 1 corresponderende uitvoering; figuur 5 de dwarsdoorsnede V-V uit figuur 4; figuur 6 een perspectivisch aanzicht van de in figuur 2 getoonde fase; 15 figuur 7 een dwarsdoorsnede in de in figuur 3 getoonde fase, waarbij de figuren 4, 5, 6 en 7 geschematiseerd zijn getekend; en figuur 8 een met figuur 1 corresponderend aanzicht van een variant.

20 De figuren 1, 4 en 5 tonen een pleisterlaminaat volgens de uitvinding. Dit omvat respectievelijk een dragerfolie 1, een daarmee door middel van elektrostatische lading losneembaar verbonden folie 2 van pleistermateriaal, waaraan een kleeflaag 3 is gehecht, en een aan die kleeflaag 25 relatief zwak gehechte schutlaag, bijvoorbeeld siliconenpapier. Aan de schutlaag 4 is een eerste aangrijpzone 6 aanwezig, die zich in deze uitvoering uitstrekt over en voorbij de vrije eindrand 10 van een aan de kleeflaag 3 gehechte tweede aangrijpzone 7. Door 30 aangrijping van de respectieve aangrijpzones 6 en 7 zoals in figuur 2 is getoond, kan expositie van de kleeflaag 3 worden gerealiseerd, zodanig, dat de folie 2 van pleistermateriaal zonder een zekere trekspanning op het te bedekken deel van de huid 9 kan worden aangebracht. Als voorbeeld is een snede 35 10 getoond, die door de folie 2 dient te worden afgedekt.

Nadat op deze wijze de folie 2 door middel van de kleeflaag 3 op de huid 9 is gehecht, wordt op de in figuur 3 getoonde wijze de dragerfolie 1 verwijderd door het volgens pijl 11 1003504 4 omhoog bewegen van de schutlaag 4 door aangrijping van de eerste aangrijpzone 6. De hechting van de folie 2 op de huid 9 is aanzienlijk sterker dan de hechting tussen de dragerfolie 1 en de folie van pleistermateriaal. Aldus kan 5 de dragerfolie 2 gemakkelijk worden verwijderd. Tenslotte kan de tweede aangrijpzone 7 worden verwijderd langs de perforatie 8.

Figuur 8 toont een uitvoering, die functioneel overeenstemt met de in figuur 1 getoonde uitvoering. In 10 plaats van een eerste aangrijpzone 6 met een zodanig lengte, dat hij zich uitstrekt voorbij de vrije eindrand 10 is hier gebruik gemaakt van een aangrijpzone 6' die zich niet voorbij de vrije eindrand 10' uitstrekt. In plaats daarvan vertoont deze vrije eindrand 10' een uitsparing 11, 15 waardoorheen een gebruiker de aangrijpzone 6 kan aangrijpen om de respectieve beschreven foliën en lagen van elkaar te scheiden.

Er wordt op gewezen, dat de respectieve foliën zeer dun zijn en dat de tekeningen derhalve niet op schaal 20 zijn getekend. Voor de goede orde wordt er de aandacht op gevestigd, dat de perforatielijn 8 de overgang vormt tussen het bruikbare deel van de folie 2 van het pleistermateriaal en de tweede aangrijpzone. De perforatie 8 behoeft zich niet in de dragerfolie 1 uit te strekken.

25 Verder wordt er de aandacht op gevestigd, dat de tweede aangrijpzone ook nog kan worden gebruikt voor het maken van notities.

1003904

Claims (5)

1. Pleisterlaminaat, omvattende respectievelijk: een dragerfolie; een daarmee losneembaar verbonden folie van pleistermateriaal; 5 een daaraan aanwezige kleeflaag; en een daaraan relatief zwak gehechte schutlaag; welke drager laag door middel van een verbindingsstrook over een eerste randzone met de dragerfolie verbonden is; en 10 welke schutlaag aan een van de eerste randzone af gerichte tweede randzone een losse eerste aangrijpzone vertoont, die zich althans met een deel voorbij de eindrand van de schutlaag uitstrekt.

2. Pleisterlaminaat volgens conclusie 1, waarin in 15 het gebied van de eerste aangrijpzone aan de folie van pleistermateriaal een tweede aangrijpzone aanwezig is, die bij voorkeur via een verzwakkingszone, bijvoorbeeld een perforatielijn, daarmee verbonden is.

3. Pleisterlaminaat volgens conclusie 1, waarin de 20 dragerfolie en de folie van pleistermateriaal door middel van elektrostatische lading met elkaar verbonden zijn.

4. Pleisterlaminaat volgens conclusie 1, waarin de drager in hoofdzaak uit polyetheen bestaat.

5. Pleisterlaminaat volgens conclusie 1, waarin de schutlaag althans op zijn buitenvlak beschrijfbaar is. 100390A