perche
Niet te verwarren met: perché |
vervoeging van |
---|
percher |
perche
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van percher
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van percher
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van percher
perche v
- (straalvinnigen) baars Perca fluviatilis
- (spreektaal) bonenstaak, slungel
- «Le prof de math, c'est une grande perche.»
- De wiskundeleraar is een lange slungel. [1]
- «Le prof de math, c'est une grande perche.»