flauwiteit
- Geluid: flauwiteit (hulp, bestand)
- flau·wi·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flauwiteit | flauwiteiten |
verkleinwoord | flauwiteitje | flauwiteitjes |
de flauwiteit v
- iets flauws, pietluttigs of onbenulligs
- Ik weet het, weer een flauwiteit, maar soms kan ik dat gewoonweg niet laten.
- een flauwe grap
- [1] beuzelarij, pietluttigheid
- Het woord flauwiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flauwiteit" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be