Jimmie Simpson had besloten na 1934 te stoppen, met of zonder TT-overwinning. Die kreeg hij wel, hij won de Lightweight TT met een Rudge, maar hij werd met Nortons ook nog eens tweede in de Junior- én in de Senior TT. Voor Rudge was de Lightweight een succes, want Ernie Nott en Graham Walker werden tweede en derde. Voor de zware klassen waren Stanley Woods en Ernie Nott overgestapt naar het Zweedse Husqvarna. Nott werd derde in de Junior TT. In de Senior viel Nott al snel uit, maar Woods vocht hard met de latere winnaar Jimmie Guthrie (Norton) en Jimmie Simpson tot hij zonder benzine kwam te staan. Walter Rusk reed pas zijn tweede Senior TT, maar hij werd derde met een Velocette. De Senior TT werd ook gewonnen door Jimmie Guthrie, eveneens met een Norton. Er waren kleine verbeteringen aan het circuit aangebracht. De East Mountain Gate-schaapspoort, die dwars over de weg stond, was verwijderd en de bult van Ballig Bridge was verlaagd. Syd Crabtree, deelnemer sinds 1922 en winnaar van de Lightweight TT van 1929, verongelukte bij Stonebreakers Hut.
Jimmie Simpson had tijdens zijn lange carrière de bijnaam "Unlucky Jim" gekregen. Hij behoorde altijd tot de beste rijders en finishte tot dit jaar twee keer als tweede, vier keer als derde, een keer als vijfde en een keer als achtste. Tijdens de Junior TT van 1924 was hij de eerste die een ronde boven de 60 mijl per uur reed, maar hij viel uit.Tijdens de Senior TT van 1926 reed hij de eerste ronde boven 70 mijl per uur, maar hij viel opnieuw uit. Tijdens de Senior TT van 1931 reed hij de eerste ronde boven 80 mijl per uur en viel hij weer uit.
Maandag 11 juni, zeven ronden (425 km), motorfietsen tot 350 cc.
Ernie Nott, een trouwe Rudge-rijder, was in 1934 overgestapt op het Zweedse merk Husqvarna, dat een indrukwekkende V-twin op de wielen had gezet. Hij moest echter het hoofd buigen voor de Norton CJ1's van Jimmie Guthrie en Jimmie Simpson. Guthrie finishte vlak voor Simpson, maar Nott moest bijna zes minuten toegeven.
Woensdag 13 juni, zeven ronden (425 km), motorfietsen tot 250 cc.
De Lightweight TT werd onder slechte weersomstandigheden verreden. Op de meeste delen van de Mountain Course regende het, maar op de Mountain Section heerste de verraderlijke, zeer dichte mist, die onder de bevolking "Mantle of Mona" werd genoemd. Na de eerste ronde kwam Syd Crabtree niet door. Hij was om 10.40 uur, veertig minuten na de start, nog gesignaleerd bij Stonebreakers Hut, tussen de 29e en de 30e mijlpaal. Ruim een half uur later, om 11.15 uur, werd zijn levenloze lichaam door een toeschouwer tussen Stonebreakers Hut en Verandah gevonden. Jimmie Simpson nam voor het eerst deel aan de Lightweight TT, gedreven om voor zijn racepensioen ten minste één race tijdens de TT van Man te winnen. Norton had geen bezwaar tegen een deelname met een Rudge omdat het geen 250cc-racers had. Simpson won de race met ruim twee minuten voorsprong op Ernie Nott en ruim tien minuten voor Graham Walker. Omdat die ook met Rudge Ulsters aan de start kwamen was het een enorm succes Rudge.