De Resident
Gebied van Den Haag | |
---|---|
Kerngegevens | |
Provincie | Zuid-Holland |
Gemeente | Den Haag |
Stadsdeel | Centrum |
Wijk | Centrum |
Coördinaten | 52° 5′ NB, 4° 19′ OL |
Oppervlakte | 0,04 km² |
Foto's | |
Het Muzenplein, centrum van De Resident |
De Resident is een gebied in de binnenstad van Den Haag. In de jaren negentig van de 20e eeuw werd besloten dit gebied te ontwikkelen door een internationaal team van architecten op de basis van het stedenbouwkundig ontwerp door het bureau van Rob Krier. De Resident ligt in de buurt Uilebomen, die op zijn beurt weer in de Rivierenbuurt ligt. Het gebied van De Resident wordt omsloten door de Turfmarkt, Fluwelen Burgwal, Herengracht, Wijnhaven en Zwarteweg. Het vormt de schakel tussen de laagbouw van het historische centrum en de hoogbouw rond station Den Haag Centraal.
Omschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]De Resident is een mengelmoes van woningen, kantoren en enige horecavoorzieningen. Het Muzenplein vormt het hart van de Resident en wordt in het zuidwesten begrensd door de Muzentoren. Andere gebouwen in het gebied zijn de Zurichtoren, Rijkskantoor De Resident, Helicon en Castalia. Direct naast De Resident bevinden zich de Hoftoren en het Rijkskantoor Rijnstraat 8.
Het gros van de kantoren is in gebruik door ministeries van de Rijksoverheid. Zo zijn het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verspreid over Helicon en Castalia. De Zurich- en Muzentoren zijn de twee torens in het gebied welke door bedrijven anders dan de Rijksoverheid worden gehuurd. Zo wordt de Zurichtoren gehuurd door onder meer de Autoriteit Consument en Markt, de Algemene Bestuursdienst, verzekeringsmaatschappij Zurich en Regus. De Muzentoren huisvest kleinere bedrijven en instanties.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Voor 1900
[bewerken | brontekst bewerken]Het gebied van De Resident werd ongeveer vanaf de late jaren 1820 ontwikkeld. Daarvoor vormde de Fluwelen Burgwal de grens van de stad Den Haag. Hier stond onder meer tussen 1782 en 1829 de Amerikaanse Ambassade en verschillende logementen van steden in Holland, zoals Gorinchem en Schoonhoven.[1][2] Het water dat de stad Den Haag begrensde van buitenaf, de Pauwengracht werd in 1858 gedempt, waardoor er verdere ruimte voor ontwikkeling ontstond.[3]
In 1812 wordt tegenover de Fluwelen Burgwal het Militair Hospitaal gebouwd, in opdracht van Napoleon Bonaparte.[4]
In 1828 streek de Staatsdrukkerij neer op het terrein wat later De Resident zou worden.[5] In 1910 breidt de drukkerij zich uit binnen het kavel. Na 136 jaar vertrekt SDU in 1964 uit het gebied, waardoor er een groot stuk grond vrij komt te liggen.
In 1870 werd het station Den Haag Staatsspoor geopend, wat het startschot betekende voor grootschalige stedelijke ontwikkeling tussen de Fluwelen Burgwal en de Koekamp. De Muzenstraat werd voor het eerst vermeld in 1874 en was genoemd naar de kunstnijverheid die plaatsvond in het Gebouw voor Kunst en Wetenschappen.
Plannen voor vernieuwing
[bewerken | brontekst bewerken]In 1908 kwam architect H.P. Berlage met het voorstel om een nieuw stadhuis te bouwen aan de Turfmarkt.[6] Er komt weinig van terecht; de Eerste Wereldoorlog gooit roet in het eten, waardoor er van het plan uiteindelijk alleen een meubelzaak wordt gerealiseerd.
Op 7 januari 1946 komt er een voorstel van de architect Willem Marinus Dudok naar voren.[7] Het Herbouwplan Bezuidenhout-Spui kent als centrale punt het te verwezenlijken Plein 1945, waar een vijftal ministeries en de Tweede Kamer zich zouden bevinden. Dit plan bevatte een groot aantal parkways en statige bouwwerken. Een aantal architecten ageert zich tegen de visie van Dudok en stellen hun eigen plan op. In 1953 verschijnt dit plan voor het gebied met als titel Plan 2000.
De gemeente Den Haag presenteerde in 1958 de Verordening Houtmarkt-Turfmarkt, waarin een voorstel wordt gedaan om het hele gebied aldaar te slopen en vervangen met kantoren en een schouwburg. De ontwerpopdracht wordt aan particulieren overgelaten, waardoor uiteindelijk projectontwikkelaar Reinder Zwolsman aan de gemeenteraad een voorstel doet om een ontwerpplan van de Italiaanse architect Pier Luigi Nervi te kiezen.[8] Dit plan Nervi bestond uit veel hoge torens, met onder meer een 140 meter hoge toren voor tegenover de Nieuwe Kerk. Het plan stuit op veel tegenslag en moet uiteindelijk flink worden bijgeschaafd.
Sloop en nieuwbouw
[bewerken | brontekst bewerken]In 1970 werd er een nieuw stedenbouwkundig plan opgezet door Lucas & Niemeyer, onder de titel De Nieuwe Haagse Hout. Dit is weer gebaseerd op de eerdere plannen van Pier Luigi Nervi en deels geïnspireerd door de plannen van Hoog Catharijne in Utrecht. Onderdeel van deze plannen waren de gebouwen voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken (1974) en Justitie (1978), alsook het Transitorium (1975).[9] Al deze drie torens werden op eenzelfde manier gebouwd, met een jackblocksysteem. Met de bouw van het Transitorium werd al begonnen in 1967, nadat in 1964 het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen wat eerder op de locatie stond tot de grond toe afbrandde.
In 1972 wordt door de gemeente Den Haag aangekondigd om deze aangepaste variant van het Plan Nervi door te laten gaan.[10]
In 1974 werd begonnen met de sloop van het Militair Hospitaal, dat reeds vier jaar eerder was gesloten.
Plan Krier
[bewerken | brontekst bewerken]Eind 1978 wordt er een voorstel gedaan om op het kavel waar zich heden ten dage De Resident bevindt een nieuw ministeriegebouw neer te zetten voor Landbouw en Visserij, afgekort LaVi.[11] Hiervoor wordt vanuit de gemeente Den Haag uiteindelijk een keuze gemaakt tussen Carel Weeber, Wim Quist of Herman Hertzberger als overziend stedenbouwkundige, niet alleen voor het LaVi-kavel, maar het hele Spuikwartier. De drie krijgen in 1979 de opdracht om ieder voor zich een plan op te stellen voor het gebied, zodat de gemeente in 1981 een uiteindelijke keuze kan maken. Deze keuze valt op Carel Weeber, vanwege de lage kosten verbonden aan zijn plan. Het LaVi-kavel valt echter hierdoor buiten het plangebied, waardoor er geen ontwikkeling plaatsvindt op het terrein.
Voor het gebied worden nieuwe architecten aangesteld om een masterplan te maken. Nadat Norman Foster en Rem Koolhaas afvielen werd in 1988 de Luxemburgse architect Rob Krier aangesteld om een masterplan voor het gebied op te stellen. Dit eerste plan had onder meer een nieuw, door Krier ontworpen Centraal Station en kende veel lange boulevards en een winkelcentrum overeenkomstig de Haagse Passage. Dit oorspronkelijke plan werd niet uitgevoerd, ook omdat het buiten het plangebied viel. Echter werd Krier wel gevraagd om het LaVi-Kavel verder te ontwerpen. Zijn uiteindelijke visie werd in 1993 goedgekeurd door de Haagse gemeenteraad, waarbij er ook partijen voor de financiële kant van het project waren gevonden: MAB en het Bouwfonds.[12] Het LaVi-kavel kreeg hierbij ook een nieuwe naam: De Resident.
Krier stelde op zijn beurt weer architecten aan om te werken aan het project, dit gebeurde aan de hand van een aantal workshops. Er werden voornamelijk grote internationale architecten aangesteld voor het ontwerp van de gebouwen van de Resident, zoals Adolfo Natalini, Cesar Pelli en Michael Graves. Van Nederlandse bodem werden onder andere Sjoerd Soeters, Scala Architecten, Dirrix Van Wylick, Gunnar Daan en Karelse Van der Meer aangesteld.
In het voorjaar van 1994 werd begonnen met de bouw van De Resident. Kosten werden begroot op ƒ450 miljoen (omgerekend zo'n €204 miljoen) en het project moest in 1998 klaar zijn.[13] De datum van 1998 werd niet gehaald, de eerste gebouwen openden rond het jaar 2000.[14] Uiteindelijk werd de bouw rond 2007 afgerond, hoewel er naderhand nog een aantal wijzigingen plaats hebben gevonden wat betreft inrichting van de openbare ruimte.
Architectuur
[bewerken | brontekst bewerken]De Resident valt hoofdzakelijk te rekenen als voorbeeld van het postmodernisme welke qua vormentaal zou moeten aansluiten op de architectuur van de binnenstad van Den Haag. De architectuur van de gebouwen verwijst soms naar Hollandse en/of Haagse elementen uit de architectuur; zo verwijzen de puntdaken van Castalia naar Zaanse huisjes of Hollandse grachtenpanden en verwijzen de rode bakstenen en witte lijsten in Helicon naar de architectuur van Den Haag.[15][16][17] Voor het ontwerp van de Zurichtoren liet architect Cesar Pelli zich onder andere inspireren door de overhangende daken van de Amsterdamse school.[18]
Voor de beeldvorming maakte Krier gebruik van de needle strategy.[19] Deze strategie houdt in dat het gros van de bebouwing ongeveer 5 of 6 bouwlagen hoog is, met enkele hoge torens als naalden op strategische plekken worden geplaatst. Zoiets is later ook toegepast in de opzet van de wijk Ypenburg door Christian Rapp, ook in Den Haag.
Bijnamen
[bewerken | brontekst bewerken]Door de soms opvallende vormen van de gebouwen zijn er verschillende bijnamen voor bedacht. Zo heeft Castalia als bijnaam de Haagse Tieten vanwege de twee puntdaken.[20] De Zurichtoren wordt soms aangeduid als de Citruspers.[21] Architect Michael Graves heeft over de bijnaam van 'zijn' gebouw Castalia gezegd: ‘Beter een bijnaam, dan een anoniem karakterloos gebouw.’[22]
Onderscheidingen
[bewerken | brontekst bewerken]Het project won meerdere prijzen, waaronder de Nieuwe Stad Prijs in 2002 en de FIABCI Prix d'Excellence in 2003.[23]
Galerij
[bewerken | brontekst bewerken]-
De Calilopestraat, gezien vanaf het Muzenplein
-
De Calilopestraat, gezien vanaf de Korte Poten
-
Het Clioplein
-
Gevels aan de Muzenstraat
-
De Muzentoren
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Spuikwartier
- Burgemeester De Monchyplein - Een vergelijkbaar project in Den Haag uit dezelfde tijd
- Helmond Brandevoort - Een ander project van Krier in een vergelijkbare architectuur uitgevoerd
Bronnen
- Oorschot, Leo (28 juni 2014). Conflicten over Haagse stadsbeelden: Van Willemspark tot Spuiforum. Delft University Press, Delft. ISBN 9789461863287. Gearchiveerd op 21 juni 2023. Geraadpleegd op 10 april 2020.
- (en) van Rossem, Vincent (oktober 1996). Civil Art: Urban Space as Architectural Task. NAi010 Uitgevers, Rotterdam. ISBN 9789056620134.
- Groenendijk, Paul (2010). De Zwarte Madonna:De onfortuinlijke geschiedenis van een Haags woningbouwcomplex. Uitgeverij 010, Rotterdam, "Een halve eeuw sleutelen aan een stadsdeel", p.39-53. ISBN 9789064506833.
Referenties
- ↑ https://anemaa.home.xs4all.nl/ges/straten/fluwelen_burgwal.htm. Gearchiveerd op 20 augustus 2022.
- ↑ Galema, Wijnand; Fransje Hooimeijer, Bouwen aan diplomatie: De Amerikaanse ambassade in Den Haag. Marcel Breuer, 1956 -1959 (PDF). Gemeente Den Haag (December 2008). Gearchiveerd op 9 augustus 2018. Geraadpleegd op 9 april 2020. “De oorsprong van de diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en de Verenigde Staten ligt in 1782. In dat jaar wordt John Adams, die later de tweede president van Amerika zou worden, de eerste gevolmachtigde vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in het buitenland, en wel in Nederland. Den Haag is hiermee de oudste diplomatieke post van Amerika. In hetzelfde jaar wordt ook de formele erkenning van de Verenigde Staten als een zelfstandige en onafhankelijke natie door Nederland een feit. Kort daarop zendt Nederland een diplomatiek vertegenwoordiger naar Philadelphia, de toenmalige hoofdstad van de VS. Sinds het begin van de diplomatieke betrekkingen is de Amerikaanse vertegenwoordiging, ook wel gezantschap genaamd, gehuisvest op verschillende adressen in Den Haag. John Adams woont op de Fluwelen Burgwal en zijn opvolgers betrekken panden op de Bezuidenhoutseweg, Kneuterdijk en de Prinsessegracht.”
- ↑ Schram, Chris, Haagse Grachten: Pauwengracht (gedempt). HDPNet (27 februari 2008). Gearchiveerd op 20 oktober 2014. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Militair hospitaal. Den Haag Wiki (21 januari 2018). Gearchiveerd op 14 april 2021. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ SDU. Haagse Bedrijven. Gearchiveerd op 11 april 2020. Geraadpleegd op 11 april 2020.
- ↑ Groenendijk, p.39
- ↑ https://web.archive.org/web/20190530085016/http://www.atlantikwalldenhaag.nl/nl/content/het-wederopbouwplan-van-dudok
- ↑ Groenendijk, p.41
- ↑ Oorschot, p.350-351
- ↑ (...) neemt het voormalig Nervi-plan over. Reformatorisch Dagblad (4 mei 1972). Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Groenendijk, p.44
- ↑ Haagse Lavi-kavel krijgt sjieke naam. Bouwbreed. CoBouw (12 oktober 1993). Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Den Haag kan eindelijk aan de slag bij station. Trouw (5 december 1992). Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Hoogewoning, Anne, Roemer van Toorn, Piet Vollaard, Arthur Wortmann (2001). Architectuur in Nederland: Jaarboek 2000-2001. NAi Uitgevers, Rotterdam, "De Resident", p.16-19. ISBN 9056622021.
- ↑ Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Gebouwen. Rijksoverheid. Gearchiveerd op 11 april 2020. Geraadpleegd op 11 april 2020. “Waar Michael Graves teruggrijpt op de architectuur van de Gouden Eeuw, heeft Sjoerd Soeters voor een Haagse verwijzing gekozen. De horizontale witte lijsten zijn een belangrijk element van de bouwstijl in vele Haagse wijken. Dat aspect is duidelijk terug te zien in de panden van Helicon, met zijn witte lijsten gevat in rood baksteen.”
- ↑ (en) [https://www.michaelgraves.com/projects/castalia-ministry-of-health-welfare-sport/ Castalia Ministry of Health, Welfare & Sport]. Michael Graves Architects & Designers. Gearchiveerd op 11 april 2020. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Huisman, Jaap, Internationale architecten roemen flexibiliteit bij inrichting nieuw stadsgebied de Resident Het Haagse stadshart wordt compact, maar het duurt nog even.. De Volkskrant (25 maart 1995). Geraadpleegd op 13 april 2020.
- ↑ Schmit, Hans, In Den Haag staat een toren met een uitgesproken top. Trouw (25 mei 2000). Gearchiveerd op 3 juli 2022. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Oorschot, Leo, Hoogbouw: terug naar de needle strategy van Rob Krier! (7 oktober 2017). Gearchiveerd op 12 november 2020. Geraadpleegd op 16 april 2020. “De needle strategy die Krier voor het BANK-gebied in 1988 ontwikkelde is een voor Den Haag op maat gesneden strategie om hoogbouw in het Haagse stedelijk weefsel in te weven. Dat houdt in dat men uit gaat van bouwblokken met een stedelijke hoogte van vijf a zes bouwlagen, de stedelijke plint, met daarop slanke torens die als naalden in de hemel prikken. Tussen deze slanke torens ziet men de zeelucht. Dit zou een belangrijk deel van het silhouet van Den Haag worden. De Resident van Krier was het eerste gebouwencluster, daarna Nieuw Babylon en de nieuwe ministeries en woontoren aan de Turfmarkt van Kollhoff en Rapp. Ook het centrum van Ypenburg werd volgens dit principe ontworpen door Rapp en kreeg daardoor een echt Haags silhouet. Deze strategie is verder belangrijk omdat hiermee de straten en pleinen worden gedefinieerd, en daarmee betekenis krijgen.”
- ↑ Bardoel, Francine, Vastgoed en het volk: De Haagse Tieten. Vastgoedmarkt (15 maart 2019). Gearchiveerd op 23 september 2020. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Complete gevel Zurichtoren wordt vervangen. Architectenweb (2 mei 2007). Gearchiveerd op 21 juni 2023. Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ Witman, Bob, Van Wipkip tot Zwaan. De Volkskrant (3 juli 2010). Geraadpleegd op 15 april 2020.
- ↑ (en) FIABCI, 2004-1992 Winners: Prix d'Excellence Winners 2003. Geraadpleegd op 15 april 2020.