More Web Proxy on the site http://driver.im/Naar inhoud springen

specht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Middelste bonte specht

Uitspraak

Geluid: specht (hulp, bestand)
IPA: / spɛxt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

specht

Woordherkomst en -opbouw

van Middelnederlands specht; in de betekenis van ‘spechtvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	specht	spechten
verkleinwoord	spechtje	spechtjes

Zelfstandig naamwoord

de specht m

(spechtvogels) benaming voor middelgrote robuuste vogels behorende tot de familie Picidae die met hun sterke snavel de schors van de bomen openhakken om daaruit de insecten te halen
- We hoorden een specht trommelen op een boom tijdens onze boswandeling.
(Vroegnieuwnederlands) (scheldwoord) Spanjaard ^[2]

Hyponiemen

zwarte specht, groene specht, bonte specht, bronsspecht, grondspecht
[1] overige hyponiemen

Vertalingen

1. benaming voor middelgrote robuuste vogels behorende tot de familie Picidae

Afrikaans: speg ^(af)
Albanees: qukapikorët ^(sq)
Baskisch: piziformeak ^(eu)
Bosnisch: djetlić ^(bs) m
Bretons: speged ^(br)
Bulgaars: кълвач ^(bg)
Catalaans: pica-soques ^(ca) m
Deens: spætte ^(da)
Duits: Specht ^(de) m
Engels: woodpecker ^(en)
Esperanto: pego ^(eo)
Estisch: rähn ^(et)
Faeröers: spæta ^(fo)
Fins: tikka ^(fi)
Frans: pic ^(fr) m
Fries: spjocht ^(fy)
Friulisch: pic
Galicisch: pica pau ^(gl)
Grieks: δρυοκολάπτης ^(el) m
Hongaars: fakopáncs ^(hu), küllő ^(hu)
Iers: cnagaire ^(ga)
IJslands: spæta ^(is)
Indonesisch: burung pelatuk ^(id), pelatuk ^(id)
Italiaans: picchio ^(it) m
Japans: 啄木鳥 ^(ja) (キツツキ, kitsutsuki)
Komi: сизь
Kroatisch: žuna ^(hr), djetao ^(hr)
Ladino: becalen

Lets: dzenis ^(lv)
Litouws: genys ^(lt) m
Macedonisch: клукаjдрвци ^(mk)
Nedersorbisch: źiśelc ^(dsb)
Noors: hakkespett ^(no)
Occitaans: picot ^(oc)
Oekraïens: дятел ^(uk)
Oppersorbisch: dypornak ^(hsb), dypak ^(hsb)
Pools: dzięcioł ^(pl)
Portugees: pica-pau ^(pt) m
Roemeens: ciocănitoare ^(ro)
Reto-Romaans: pitgalain ^(roh)
Romani: chuplitari m, chuplitarka v
Russisch: дятел ^(ru)
Sami: čáihni
Sardisch: biccalinna ^(sc), biccamuru ^(sc), biccamatta ^(sc)
Schots-Gaelisch: snagan-daraich ^(gd) m
Servisch: детлић ^(sr), detlić
Sloveens: detel ^(sl) m, žolna ^(sl) v (these are two distinct species)
Slowaaks: ďateľ ^(sk) m
Spaans: pájaro carpintero ^(es) m
Tsjechisch: datel ^(cs), strakapúd ^(cs) m
Turkmeens: daşdeşen ^(tk)
Turks: ağaçkakan ^(tr)
Welsh: cnocell ^(cy)
Wit-Russisch: дзяцел ^(be)
Zweeds: hackspett ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord specht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "specht" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Middelnederlands

	enkelvoud	meervoud
nominatief	specht	spechte
genitief	spechts	spechte
datief	spechte	spechten
accusatief	specht	spechte

Zelfstandig naamwoord

specht m ^[1]

(spechtvogels) specht

Verwijzingen

↑ Middelnederlandsch Woordenboek

Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=specht&oldid=4770658"