radio
Uiterlijk
Niet te verwarren met: radio- |
- ra·dio
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radio | radio's |
verkleinwoord | radiootje | radiootjes |
de radio m
- (elektronica), (media) toestel dat uitgezonden radiogolven kan ontvangen en omzetten in geluid
- De radio kraakt, hij moet nog ingesteld worden.
- (communicatie), (media) (geen verbuiging) medium om informatie en amusement uit te zenden
- De mensen hoorden het vreselijke nieuws op de radio.
- (media) radioprogramma
- draadloze telegrafie of telefonie
|
1. toestel
|
|
2. medium
|
- Het woord radio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radio" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "radio" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
radio o
- radio in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
radio | radios |
radio
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | radio | radioj |
accusatief | radion | radiojn |
radio
radio
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
radio | le radio | radios | les radios |
radio v
- ra·dio
- uit het Nederlands "radio"
radio
radio
- ra·dio
enkelvoud | meervoud |
---|---|
radio | radios |
radio m
- [1] hueso radio
radio v
radio m
vervoeging van |
---|
radiar |
radio
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van radiar
radio
radios | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | radio | radion | radior | radiorna |
genitief | radios | radions | radiors | radiornas |
radios | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | radio | radion | – | – |
genitief | radios | radions | – | – |
radio g
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Media in het Nederlands
- Communicatie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Deens
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Esperanto
- Woorden in het Esperanto van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Esperanto
- Woorden in het Fins
- Woorden in het Fins van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Fins
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Woorden in het Indonesisch
- Zelfstandig naamwoord in het Indonesisch
- Woorden in het Ido
- Zelfstandig naamwoord in het Ido
- Woorden in het Spaans
- Woorden in het Spaans van lengte 5
- Woorden in het Spaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Spaans
- Anatomie in het Spaans
- Scheikunde in het Spaans
- Wiskunde in het Spaans
- Werkwoordsvorm in het Spaans
- Woorden in het Vietnamees
- Woorden in het Vietnamees van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Vietnamees
- Woorden in het Zweeds
- Woorden in het Zweeds van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Zweeds