overwintering
Uiterlijk
- over·win·te·ring
- naamwoord van handeling van overwinteren met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overwintering | overwinteringen |
verkleinwoord | overwinterinkje | overwinterinkjes |
de overwintering v
- het doorkomen van van het koudste jaargetijde
- ▸ Het was niet de bedoeling geweest hier lang te blijven, maar alleen totdat ze de omgeving verkend zouden hebben en er een plaats voor een langere, bestendige overwintering gevonden zou zijn.[2]
- ▸ In de Champions League mocht Onana van trainer Erik ten Hag in de voorlaatste groepswedstrijd van de Champions League spelen tegen Besiktas. De Amsterdammers waren toen al zeker van overwintering in het miljardenbal. Ook keepte hij de bekerwedstrijd tegen de amateurs van BVV Barendrecht (4-0 overwinning).[3]
1. het doorkomen van van het koudste jaargetijde
- Het woord overwintering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028261396
- ↑ Weblink bron “Onana vertrekt deze zomer bij Ajax; keeper stapt transfervrij over naar Inter” (DI 4 JANUARI 2022), NOS