orthopedist
Uiterlijk
- Geluid: orthopedist (hulp, bestand)
- or·tho·pe·dist
- afgeleid van orthopedie met het achtervoegsel -ist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | orthopedist | orthopedisten |
verkleinwoord |
de orthopedist m
- (beroep) (medisch) een medisch specialist die zich bezig houdt met de orthopedie, het recht doen groeien en goed doen functioneren van alle delen van het skelet
- Nu Michel zo in de groei is en zo raar loopt moeten we maar eens naar de orthopedist.
1.
- Het woord orthopedist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "orthopedist" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %