Semit
Uiterlijk
- Se·mit
- afgeleid van Sem en , de oudste zoon van Noach, met het achtervoegsel -it, aangetroffen vanaf 1771 [1]
Semit m
- Semiet, iemand die behoort tot de bevolkingsgroepen die een Semitische taal spreken, zoals Arabieren en Joden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Semit | Semiten |
genitief | Semiten | Semiten |
datief | Semiten | Semiten |
accusatief | Semiten | Semiten |