Boulengers klompvoetkikker
- (IPA in voorbereiding)
- Bou·len·gers klomp·voet·kik·ker
- eponiem, vaste verbinding van de bezitsvorm van Boulenger
(George Albert Boulenger, botanicus, zoöloog, (1858-1937)) en klompvoetkikker zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Boulengers klompvoetkikker | Boulengers klompvoetkikkers |
| verkleinwoord | Boulengers klompvoetkikkertje | Boulengers klompvoetkikkertjes |
de Boulengers klompvoetkikker m
- (kikkers) Atelopus boulengeri
een kikker uit de familie padden of Bufonidae. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Peracca in 1904
- Afrikaanse boompadden
- Amerikaanse pad
- Aziatische boompad
- beekpadden
- bonte klompvoetkikker
- coloradopad
- eikpad
- Filipijnse padden
- gewone pad
- groene pad
- harlekijnkikker
- keelpad
- klompvoetkikkers
- kruisklompvoetkikker
- levendbarende pad
- levendbarende padden
- noordelijke pad
- onechte pad
- paarse klompvoetkikker
- prairiepad
- reuzenpad
- rode pad
- rugstreeppad
- schorre pad
- westelijke levendbarende pad
- zuidelijke pad
- zwarte pad +
- Het woord 'Boulengers klompvoetkikker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.