De nabije observatie van een kind dat leert lezen en schrijven heeft mijn kijk op de Nederlandse spelling gewijzigd.
Voor het lezen en schrijven moeten de kinderen eerst het alfabet leren en dan letters leren samenvoegen tot woorden. Het alfabet leren gaat grotendeels vlot. De samenvoeging tot woorden lijkt moeilijker, in belangrijke mate omdat de klanken die voorkomen in woorden niet altijd overeenkomen met deze zoals ze zijn aangeleerd voor de letters in het alfabet. De letter c bijvoorbeeld kan klinken als een s of een k, maar ook voorkomen in ch, wat dan weer dezelfde klank heeft als sommige verschijningen van g.
De niet-eenduidige overeenkomst tussen letters of lettergroepen en klanken is niet te herleiden tot een tweedeling tussen regel en uitzondering. Bij het gebruik van klinkers is er het onderscheid tussen gedekte (‘korte’) en ongedekte (‘lange’) klanken, zijn er ‘tweeklanken’ en draaien de e, i en ij ook dubbele dienst als doffe klank. Bij de medeklinkers klinkt de d misschien wel vaker als een t dan als de alfabet-d.
Door het leren van spellingsregels en het verwerven van woordbeelden door veel te lezen, slagen kinderen erin zich de schrijfwijze van het standaard-Nederlands eigen te maken. Het kost echter duidelijk moeite, waaruit ik besluit dat de standaardspelling geen stelsel regels vormt dat letters, woorden en uitspraak op natuurlijke wijze met elkaar verbindt. Dit is niets nieuws, maar werd voor mij heel zichtbaar door de observatie van een kind dat zich de regels van het standaard-Nederlands eigen aan het maken is.
Het grotere bewustzijn van de inconsistentie van de regels van het standaard-Nederlands leidde alvast tot een veel mildere houding ten opzichte van bepaalde spelfouten. Maar daar bleef het niet bij. Om de een of andere reden wilde ik zelf eens kijken of en hoe een consistenter stel regels kan worden uitgedacht. Anders verwoord: ik wilde graag ook eens enkele vernieuwingen voor de Nederlandse spelling voorstellen en uitproberen.
Ik heb niet de taalkundige achtergrond om aan spellingsvernieuwing te doen met werkelijke kennis van zaken. Ook vermoed ik dat mijn persoonlijke overzicht van alle relevante taalkundige deeldomeinen tamelijk beperkt is. Ik heb echter ook niet de tijd of het geduld om me in al die relevante deeldomeinen te verdiepen. Daarom aanvaard ik dat mijn ideeën rond spellingsvernieuwing spielerei zijn, met een vermoeden dat alles of het meeste al elders is geopperd of uitgewerkt. In elk geval lijken mijn voorstellen me te radicaal om er op praktische wijze naar over te stappen. Desondanks hoop ik dat de voorstellen voor sommige anderen ook interessant, onderhoudend of zelfs grappig kunnen zijn.
Bronnen die ik (onder andere) heb geraadpleegd, zijn
- Spelling (Wikipedia),
- Technische Handleiding: regels voor de officiële spelling van het Nederlands,
- Leidraad,
- Geschiedenis van de Nederlandse spelling (Wikipedia),
- Genootschap ‘Onze Taal’.
Het kind schreef apol en bedoelde natuurlijk appel. Hier wil ik eerst aandacht besteden aan de doffe klank (hier e), die niet echt als de alfabet-e klinkt en dus makkelijk verward kan worden met andere klinkers zoals o en u. (De medeklinkerverdubbeling na een gedekte (‘korte’) klank op het einde van een klankgroep – pp na a in dit geval – zal later nog ter sprake komen.)
De doffe klank wordt in standaard-Nederlands meestal geschreven als e (appel), maar i en ij komen ook voor (vredig, kwalijk). (Sommigen zullen ook de o in avond dof vinden. Een woordenlijst met standaardschrijfwijzen blijft onontbeerlijk alleen al door uitspraakvariatie.) Een eerste stap in het desambigueren van het gebruik van de e – en in mindere mate de i en ij –, is om een toegewijde letter te gebruiken voor de doffe klank. Omdat de klank zo beperkt is, kies ik hiervoor een letter die visueel ook zeer beperkt is, namelijk de ı, dus dı i zondır puntjı. Dit is ın lettır die ook gıbruikt wordt in het (ıt? hıt?) Turksı schrift. Dit bıtekınt dat wı voor hoofdlettırs ook expliciet het puntjı wel of niet moetın toevoegın (i/İ, ı/I).
Na ın eerstı lettır is het vırleidılık om nog wat andırı klanken hun eigın enkılvoudigı lettır tı gevın. Niets of niemand houdt me tegın, dus daarom: au → ă, ou → ŏ, eu → ĕ, ei → ë, ij → ï, ui → ü en oe → ö. (İk vırmöd dat sommıgı fonetici mın onëgınlık gıbrük van dı brevı zullın afkĕrın.) Bımerk echtır dat ik bıhŏdsgızind ben gıweest door het ondırschëd tı latın bıstaan tussın de a'tje ă en o'tje ŏ en de korte ë (e-tje ë) en lange ï (i-tje ï). (Respect voor dialectsprekırs wil ik wel bıtrachtın!) Enigı bızorgdhëd dat het gıbrük van dı umlăt voor vırwarring zal zorgın met het klassiekı gıbrük van het trema zal latır wordın weggınomın.
Het kind schreef apol en bıdöldı natuurlık appıl. Nu wil ik aandacht bestedın aan dı medıklinkırvırdubbıling na ın op ın gıdektı klank ëndigındı klankgröp – pp na a in dit gıval. Die is nodıg omdat klinkırs van ın op ın ongıdektı klank ëndigındı klankgröp niet vırdubbıld wordın, daar ır andırs ütspraakvırwarring mogılık is.
Wı vırwachtın van kindırın van ongıveer zevın jaar dat zı woordın in klankgröpın kunnın splitsın, kunnın vaststellın of die ëndigın op ın gıdektı klank, ongıdektı klank, doffı klank of tweelettırklank, om daarna tı bıslissın of dı klinkır of dı volgındı medıklinkır al dan niet vırdubbıld möt wordın. Zök maar eens onlinı naar üteenzettingın van dezı regıl voor scholierın en hüver (bıvoorbeeld op dı webstek van ‘Bijles Bommelerwaard’). Ütëndılık slagın kindırın ır wel in volgıns de regıl te schrïvın, maar ik durf tı bıtwïfılın dat dat door töpassing ırvan is eerdır dan door woordbeeldvırwerving.
Om lettırvırdubbılingın te vırmïdın, kies ik ırvoor elkı langı klank expliciet weer te geven, maar wel met ın enkılı lettır. Dit dön we door het aanbrengın van ın macron: aa → ā, ee → ē, ie → ī, oo → ō, uu → ū. Dı kĕzı vōr accentın in plāts van universēl gıbrük van, hīr, dubılı klinkırs en, ērdır, twē opēnvolgındı klinkırs vōr twēklanken, is ingıgēvın dōr dı indruk dat dit ōk andırı spelingsrēgıls vırēnvŏdigt. Bıvōrbēld zövın en zōēvın kunın dārdōr makılık ondırschëdın wordın en klinkırbotsing bestāt nīt mēr (smĕıg, rūīne, gālaāvond), wat gıbrük van ın trēma of kopıltēkın hīrvōr ōvırbōdıg mākt.
Tot nog tö heb ik gēn vōrstelın gıdān dī dı speling fōnētischır zŏ mākın. Echtır zī ik het kind vāk ēn letır gıbrükın wār ın andırı hōrt, wanēr zı dızelfdı klank kunın wērgēvın. Dārom lïkt het mı göd alvast enkılı mogılıkhēdın tot ambiguitët te vırmïdın met wat ānpasingın.
Dı volgındı letırs zïn ōvırbōdıg omdat zı vırvangın kunın wordın dōr andırı letırs:
- c dōr k of s;
- q dōr k (qu dōr kw);
- x dōr ks;
- y dōr j, i of ī (of kombinatīs hīrmē).
Wı kunın zı dus rēsīklērın vōr andırı klankın:
- c vōr dı kombinatīs sj, sh en ch (cāl, campō en cōkōlādı, mār mesjı);
- q vōr dı inhēmsı kombinatī ng (op ın laqe baqk pasın vēl kindırın), wat mı tot nog tö dı vīsūēl mēst stōrındı vırandıriq van al mïn vōrstelın lïkt;
- x vōr dı inhēmsı kombinatī ch (glimlax, sxōl), als ın knipōg nār het Grīksı alfābet;
- y vōr somıgı üthēmsı j en g dī ongıvēr kliqkın als ‘zj’ (yournāl, yīhād, barāyı).
Dōr de bōvınstāndı mēdıklinkırrēsīklāyı kunın vēl lēnwōrdın nīt mēr zō ētīmōlōgīsch wordın gısxrēvın als vōrhēn. Ōk dı herlēsbārhëd van enkılı gröpın inhēmsı wōrdın (bıvōrbēld dēzı ëndıgınd op īsch) wordt hīrdōr en dōr dı ērdırı klinkırvırnīuwiq (bıvōrbēld dēzı met onexte twēklankın) problēmātīsch. Om ın inkōhērent heksınsöpjı ān sxrïfwïzın zōals wı dat nū kenın tı vırmïdın, is ın konsēkwentırı töpasiq van dı letır-klaqkōvırēnkomst nōdıg:
- lēnwōrdın wordın in dı rēgıl fōnētīsch gısxrēvın (yörnāl, pōlīsī, aqketı, aksī, aktīf, aktīva), wārbï konsistensī möt wordın nāgıstrēfd in gıval van ambīgūītët (desondaqks zŏ het opstelın van het lēnwōrdındēl van dı wōrdınlïst nog vēl werk zïn, zō is pōlītsī ōk ın bıstāndı ütsprāk);
- wōrdın dī ëndıgdın op īsch, ëndıgın nū op īs (lōgīs);
- onextı twēklankın gıbrükın nū ın j in plāts van ın i of lātın dı u valın (drājırıgı köjın löjın mōj, dı nīwı snēw bıdektı dı ŏdı);
- de kombinatī th wordt t (altans, tüs, tēmā);
- enkılı wōrdın met ın ōvırbōdıgı letır vırlīzın dī (ert, amt), mār dat zïn dētajs vōr dı wōrdınlïst.
Vēl wōrdın kunın gızīn wordın als aflëdiqın van ın bıpāldı stam. Bï zulkı aflëdiqın kunın ütsprākvırandıriqın vōrkōmın. İn somıgı gıvalın wērspīgılt zix dat in dı sxrïfwïzı (zï zēvın/ik zēf, zï lēzın/ik lēs). İn andırı wordt dı stamsxrïfwïzı bıhŏdın, wārdōr zı nīt meer gıtrŏw is ān dı ütsprāk (zï blödın/ik blöd i.p.v. ik blöt, zï ligın/ik lig i.p.v. ik lix, zï tobın/ik tob i.p.v. ik top).
Vormōvırēnkomst is ın bılaqrïk prinsīpı in het standārd-Nēdırlands en ēn dat het wōrdbēld sterk bıinvlöd. Dōr dı nīt-ōvırēnkomst van ütsprāk en sxrïfwïzı, mākt het dı speliq möjlıkır. Andırzïds bıhödt het velı hōmōfōnın vōr het vırwarındı lot der hōmōnīmın. Omdat het bıhŏd van het stātus kwō ū, hīr āngıkōmın, sāj zŏ ōvırkōmın, stel ik als ekspērīment het volgındı vōr:
- dı stamsxrïfwïzı wordt imır behŏdın en bï klankvırandıriq wordt ook imır de ōvırēnkomstıgı letır tögıvögxdt (ik zēvf, ik lēzs, ik blödt, ik ligx, ik tobp), wat dı āpartı, kompleksı bıhandıliq van d/t wegxwerkt (dēzı rēgıl geldt nīt eqkıl vōr werkwōrdtsvormın, wat dı vōrbēldın zŏdın kunın dön vırmödın);
- vastı axtırvögxsıls wordın āngıhext zōals bï sāmınsteliqın (grōtı apılın vs. de grōttı van dī apıl).
Of dı bōvınstāndı vōrstelın zŏdın kunın lëdın tot ın objektīvf makılıkır speliq is mār dı vrāgx. Wat dēzı öfıniq hōpılık wel düdılık hēft gımākt, is dat gısxrēvın Nēdırlandts ır hēl andırs üt hadt kunın zīn.
Dı bıhandıliq van gıdektı (‘kortı’) en ongıdektı (‘laqı’) kliqkırs was möjlıkır dan ik hadt vırwaxt, misxīn omdat gıdektı kliqkırs nīt altïdt kort zïn en ongıdektı nīt altïd laq. Ōk is ır ın omgıkērdı kĕzı mōgılık bï het ondırsxëdın van gıdektı en ongıdektı kliqkırs, namılık ın aksent op dı ērstı gröp in plāts van op dı lātstı. Nātūrlık is ır ōk vrïhëdt in dı kĕzı van het aksent.
Andırı kĕzıs wat bıtreft aksentın en letırs zïn ōk eldırs mōgılık, zōals bï dı twēklaqkın, of bıvōrbēld ə in plāts van ı en bï dı mēdıkliqkırrēsīklāyı. (Als ū zix afvrāgxt hö ik al dī gıaksentērdı letırs hebp gıtīpt, zök ēns op dı termın ‘Compose key’ en ‘AltGr key’.) Ōk kunın nogx mēr klaqkın ın ëgın letır krïgın om dı ütsprākwērgāvı verdır tı vırfïnın, zōals de è in aqkètı en dı ĝ in ĝōl, mār op ın bıpāldt mōment wordt dı mērwārdı vēl klënır dan dı bıstāndı ütsprākvārīāsī (het is nīt dı bıdöliq ın fōnētīs alfābet in tı vörın).
Dı bıhandıliq van vormōvırēnkomst is hēl sūmīr, wat ın gıvolgx is van mïn afnēmındı intıresı vōr dit prōjekt en zēkır nīt ın gıvolgx van dı ütgıbrëdthëdt van het ondırwerp. Verdır zïn ır nogx (nogal!) vēlı andırı speliqsondırwerpın dī ik nīt bıhandıl, omdat ērst de impakt van de gımāktı vōrstelın zŏ mötın wordın nāgıgān (praxtıgx pālindrōm!), wat ın werkjı is vōr īmant met ın ōvırsxot ān tïdt.
Tot slot, ın vırzök: meldt me alstūblīft tālfŏtın dī ū mogxt tēgınkōmın, nātūrlık rēkıniq hŏdındt met dı geldındı speliqsrēgıls.