Cabernet sauvignon is een blauwe druivensoort die wordt gebruikt voor wijnproductie. DNA onderzoek uitgevoerd in Californië in 1997 bevestigde dat Cabernet Sauvignon ontstaan is door natuurlijke genetische kruising tussen de Cabernet Franc en Sauvignon Blanc.
Cabernet sauvignon is van een oorsprong een Franse blauwe druif en is het meest aangeplante ras ter wereld. Cabernet dankt zijn faam in de eerste plaats aan de crus classés uit de Médoc en Graves, waar hij de hoofdrol in de blends speelt, met merlot en cabernet franc in de bijrollen.
Buiten Bordeaux – denk aan Spanje, Californië, Chili, Zuid-Afrika, Australië – wordt cabernet sauvignon vaak als ‘eendruifswijn’ uitgebracht, maar ook in blends met uiteenlopende andere rassen. Een sterke eigenschap is dat hij als echte wereldburger vrijwel overal gedijt, waarbij hij wel zijn eigen karakter behoudt.
Vaste smaakbestanddelen zijn zwarte bessen, stevige tannine en goede zuren. Wijn van de cabernet sauvignon leent zich perfect voor opvoeding op kleine eikenhouten vaten (barriques) en kan voortreffelijk op fles rijpen.
Een cabernet sauvignon is rood, stevig en vol karakter. Gemengd met andere druiven heeft hij de Bordeauxstreek op de kaart gezet. Maar ook wereldwijd heeft hij zijn plaats veroverd. Het maakt niet uit waar de cabernet groeit (en dat is letterlijk overal ter wereld), een cabernet herken je altijd. Hoe dat komt en waar hij lekker bij is? Wij vertellen je alles dat je moet weten over deze aristocraat onder de druiven.
Wijnen van Cabernet Sauvignon zijn kenmerkend. Het meest typerende aroma komt van zwarte bessen, maar ook zwarte kers en aroma’s van cederhout en specerijen zijn vaak waar te nemen. Deze laatste twee aroma’s zijn het resultaat van de houtopvoeding die de wijnen van Cabernet Sauvignon vaak ondergaan.
Andere kenmerken zijn de diepe kleur van wijnen van Cabernet Sauvignon en de mogelijkheid om de wijnen lang te laten rijpen en weg te leggen. Vaak komt het de wijn ook alleen maar ten goede. Aroma’s raken beter geïntegreerd en de tannines, die in het begin nog vrij hard kunnen overkomen, worden soepeler. Het is dankzij die kwaliteiten dat wijnen van de druif ook zo lang kunnen rijpen. Ook worden er rosé wijnen gemaakt van Cabernet Sauvignon die volfruitig zijn.
Naast zwarte bessen komen er kruidige aroma’s voor in de cabernet, die variëren van laurier en cederhout tot munt en eucalyptus. In cabernets die op kleine vaten van nieuw eikenhout zijn gerijpt, proef je koffie, toast, chocolade en/of specerijen.
Ben je een echte vleeseter? Dan is Cabernet Sauvignon een goede aanvulling op jouw maaltijd. In de wijn proef je altijd de zwarte bessen, een smaak die goed samengaat met (gegrild) vlees. Een wat oudere Cabernet Sauvignon drink je het best bij entrecote, rollade, stoof- en wildgerechten. Is de wijn nog wat jonger? Dan doet rood vlees met groenten het goed.