schijtlaars
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]From schijten (“to shit”) + laars (“boot, footwear”).
Pronunciation
[edit]Audio: (file) - Hyphenation: schijt‧laars
Noun
[edit]schijtlaars m or f (plural schijtlaarzen, diminutive schijtlaarsje n)
Synonyms
[edit]- broekschijter m, schijthuis n, schijtlijster m or f, platbroek, schijterd