Example in Dutch | Translation in English |
---|---|
Dingen zoeven niet zo rond. | Things don't go around with such whizzings. |
Al die burgers en patatetende mensen wiens leven voorbij zoeft. de pret van de bankvakanties, gillende jonge kinderen en plotselingen hartaanvallen. | All that humanity whizzing by in a frenzy of burgers and chips, bank holiday fun, burst tyres, screaming kids and sudden heart-attacks. |
En zoals voor het leven, dat zoeft langs. | And as for life, well, that just bloody whizzes by. |
Want neem maar van mij aan, het leven zoeft voorbij, en dan opeens is het... | Because take it from me, life just whizzes by, and then, all of a sudden, it's... |
Pa stond erop om zo veel kilometers als mogelijk was in een dag af te leggen, wij twee als kleine gijzelaars op de achterbank, onze handen om de kotszakjes geklemd, ingespannen kijkend, om iets van het landschap te zien wat voorbij zoefde. | Dad insisting on covering as many miles as possible, the two of us tiny hostages in the back seat, clutching our car-sickness bags, straining to see something as the landscape whizzed by. |
Language | Verb(s) | Language | Verb(s) |
---|---|---|---|
English | whiz | Finnish | ujeltaa |
German | flitzen | Polish | bzykać,gwizdnąć, zaświszczeć |
Vietnamese | rít |