Example in Dutch | Translation in English |
---|---|
Als ik toch op die fiets moet blijven karren, dan ga ik hem opleuken. | If I'm going to ride that bike, I'm going to get it done up. |
Deze honden werden gebruikt om karren te trekken. | These dogs were used in remote villages in Belgium to bring supplies. |
Er was een oude man die de karren duwde. | How can you know what you'd do to stay alive until you're really asked? |
Gordels om en karren maar. | - Strap in. Let's do this. |
Hij heeft geen raketten gezien, maar wel 'n hoop koelie-karren. | So what? Coolie carts seldom have grooved wheels. |
- Ik moet echt nu naar beneden met die kar! | Look I've got to get this trolley downstairs, now! |
- Mijn kar is kapot gegaan. | My roller broke down. |
- We brachten zijn kar weg, we maakten een lange wandeling en daarna hebben we gezoend voor het gebouw van de republikeinse partij. | Well, first we returned his cart. Then we went for a long walk and ended up making out in the doorway of the Republican Party headquarters. |
-Dit is mijn kar. | - This is my hot dog wagon. |
-lk bouw een kar van een zeepkist. | What are you doing? - Building a soap box derby racer. |
Die auto is nauwelijks meer dan een kart. | What do these piles of steel, but NOS bottle used to be swimming |
Harold, doe niet zo gedeprimeerd, omdat het geen echte kart is. | Great. Harold, don't be a gloomy gus 'cause it isn't a "go-kart." |
Harold, ik ga naar de racebaan, om in m'n kart te rijden, wil je mee? | Harold, I'm gonna go down to the racetrack and ride my go-kart -- you want to go? |
Vertel Mr. Griswold hoe tof jouw go-kart is. | Tell Mr. Griswold how dope our go-kart is. |
Wat zou je er van vinden als wij samen een go-kart zouden maken? | Hey, what do you say you and I build a go-kart together? |