NL8204289A - Maaimachine. - Google Patents
Maaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8204289A NL8204289A NL8204289A NL8204289A NL8204289A NL 8204289 A NL8204289 A NL 8204289A NL 8204289 A NL8204289 A NL 8204289A NL 8204289 A NL8204289 A NL 8204289A NL 8204289 A NL8204289 A NL 8204289A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sleeve
- frame
- mower
- frame beam
- frame part
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/412—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters
- A01D34/63—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis
- A01D34/64—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle
- A01D34/66—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having rotating cutters having cutters rotating about a vertical axis mounted on a vehicle, e.g. a tractor, or drawn by an animal or a vehicle with two or more cutters
- A01D34/661—Mounting means
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D34/00—Mowers; Mowing apparatus of harvesters
- A01D34/01—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus
- A01D34/02—Mowers; Mowing apparatus of harvesters characterised by features relating to the type of cutting apparatus having reciprocating cutters
- A01D34/24—Lifting devices for the cutter-bar
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvester Elements (AREA)
Description
-1- 22720/CV/tl t* - ,
Korte Aanduiding: Maaimachine. ”2e afsplitsing van Nederlandse octrooiaan-vrage 7805731 gebaseerd op deafsplitsingsbeschikking van 1 juli 1982”.
De uitvinding heeft betrekking op een maaimachine voorzien van een eerste aan een trekker of dergelijki voertuig aan te koppelen gesteldeel 5 en een tweede earn of meer maaiorganen dragend gesteldeel,waarbij het tweede gesteldeel met behulp van een een verstelcilinder omvattend hef-mechanisme ten opzichte van bet eerste gesteldeel verzwenkbaar is tussen een werkstand en een transportstand.
Met de uitvinding wordt beoogd een maaimachine van bovengenoemde 10 soort te verkrijgen,waarbij bij een compacte bouw van de maaimachine de verstelcilinder goed beschermd tegen vervuiling en beschadigine is opge-steld.
Vo1gene de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het aan de trekker aankoppelbare gesteldeel een holle gestelbalk omvat waariti de 15 verstelcilinder is gelegen,waarbij de zuigerstang van de verstelcilinder is gekoppeld met een in de deebetreffende gestelbalk verschuifbare bus, die met behulp van koppelstangen is gekoppeld met het tweede gesteldeel, een en ander zodanig,dat de bus vanuit de normale werkstand met behulp van de verstelcilinder in de gestelbalk verschuifbaar is voor het omhoog 20 zwenken van het (de) maaiorgaan (en) dragende gesteldeel in een transport-stand.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de con-structie volgens de uitvinding.
25 Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht op een < uitvoerings voorbeeld van een maaimachine volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een aanzicht op de in fig.l afgebeelde machine gezien volgens pijl II in fig.l.
Fig. 3 toont op grotere schaal een deel van het aan de trekker 30 aankoppelbare gesteldeel in doorsnede.
Fig. 4 toont een bovenaanzicht op een verbinding tussen een twee-tal gesteldelen op grotere schaal.
De in de fig.l en 2 weergegeven maaimachine omvat een eerste aan een trekker of dergelijke te koppelen gesteldeel l,dat een holle,zich 35 tijdens normaal bedrijf dwars op de voortbewegingsrichting van de maaimachine uitatrekkende horizoataal gelegen gestelbalk 2 omvat,waaraan op 8204289 i -2- 22720/CV/tl zichzelf bekende aansluitorganen 3 voor het aankoppelen van de maaimachi-ne aan de hefinrichting van een trekker zijn bevestigd.Verder is aan de gestelbalk 2 een tandwielkast 4 bevestigd voorzien van een ingaande as 5, die op gebruikelijke wijze met behulp van een tussenas met de aftakas 5 van de trekker of dergelijke kan worden gekoppeld en van een uitgaande as 6 via welke op hieronder nog nader te beschrijven wijze de maaischijven van de maaimachine kunnen worden aangedreven.
Aan een uiteinde van de gestelbalk 2 is een steun 7 bevestigd waar-aan met behulp van een verticaal staande as 9 een bus 10 is gekoppeld 10 waarvan de hartlijn zich horizontaal en loodrecht op de gestelbalk 2 uit-strekt. De bus 10 is omgeven door een de bus 10 vrij draaibaar omgevende bus 12,die is bevestigd aan het uiteinde van een gestelbalk 13,die zich in bovenaanzicht gezien evenwijdig aan de gestelbalk 2 uitstrekt.
Aan het van de bus 12 afgekeerde uiteinde van de gestelbalk 13 is 15 een zich evenwijdig aan de bus 12 uitstrekkende bus 24 bevestigd.In -deze bus is een as 25 gelegerd,welke as is bevestigd in het midden van een holle gestelbalk 26. De uitvoering is daarbij zodanig getroffen,dat de as 25 met de daaraan bevestigde gestelbalk 26 over een beperkte hoek vrij in de bus 24 kan verdraaien.
20 Aan de uiteinden van de holle gestelbalk 26 zijn tandwielkasten 27 en 28 bevestigd.
In de tandwielkasten 27 en 28 zijn de uiteinden van een in de gestelbalk 26 gelegen aandrijfas 34 gelegerd,welke aandrijfas 34 buiten de tandwielkast 27 uitsteekt. De aandrijfas 34 is met behulp van in de 25 tandwielkasten 27 en 28 gelegen tandwieloverbrengingen verbonden met niet weergegeven verticaal staande assen.
Op enige afstand onder de gestelbalk 26 is een hoi gesteldeel 37 gelegen.
Aan de ondereinden van de bovengenoemde met hun boveneinden in de 30 tandwielkasten 27 en 28 gelegen assen zijn maaiorganen met ellipsvormige maaischijven 44 resp.45 en maaimessen bevestigd.Boven de maaischijven zijn met de maaischijven meedraaiende trommels 48 resp.49 aange-bracht.
Tussen de beide maaischijven 44 en 45 zijn een tweetal verdere maai-35 organen in de vorm van maaischijven 53 en 54 aangebracht,die zijn gelegerd in aan het gesteldeel bevestigde legers.Daarbij worden de maai- 8204289 ..... i i. j in #»# i .......................
-3- 22720/CV/tl J i schijven 53 en 54 aangedreven via in het gesteldeel 37 gelegen tand-wielen 56. De uitvoering is daarbij zodanig,dat twee naast elkaar gelegen maaiorganen 44 en 53 resp. 45 en 54 tegengesteld aan elkaar draaien.
Zeals verder in het bijzonder in de fig.2 en 3 is weergegeven is in 5 de holle gestelbalk 2 een enkel werkende hydraulische verstelcilinder 60 aangebracht,waaraan vloeistof kan worden toegevoerd via een leiding 61.
Het van de verstelcilinder 60 afgekeerde uiteinde van de zuigerstang 62 van deze verstelcilinder is gelegen in een verschuibaar in de gestelbalk 2 opgenomen bus 63,waarbij de opstelling zodanig is,dat in de 10 normale bedrijfsstand ,zoals met getrokken lijnen in de fig.2 en 3 weergegeven op het uiteinde van de zuigerstang 62 geschroefde moer 64 op enige afstand is gelegen van een aan de bus 63 bevestigde aanslag 65, waarmede de moeren samenwerken voor het op hieronder nog nader te be-schrijven wijze verschuiven van de bus 63 met behulp van de verstelcilin-15 der 60.
Met behulp van een horizontale scharnierpen 66 is het uiteinde van een koppelstang 67 met de bus 63 gekoppeld.De koppelstang 67 is met behulp van eettfpen 66 loodrecht kruizende pen 68 gekoppeld met een gaffel 69, die op zijn beurt met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 66 20 uitstrekkende pen 70 is gekoppeld met een tweetal koppelstangen 71, waar-van de van de gaffel afgekeerde uiteinden met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 70 uitstrekkende pen 72 zijn gekoppeld met een aan de gestelbalk 13 bevestigd oor 73 (fig.4).
Aan de bus 63 is verder het uiteinde van een trekveer 74 bevestigd, 25 terwijl het andere uiteinde van.de in de gestelbalk 2 opgenomen trekveer aan de gestelbalk is vastgezet. Een verdere trekveer 75,die aanzienlijk lichter is dan de trekveer 74 is aangebracht tussen de bus 63 en een aan de zuigerstang 62 bevestigde arm 76.
Door bovenj omschreven opstelling kan de bus (63) tijdens normaal 30 bedrijf over een zekere afstand verschuiven in de gestelbalk om bodem-aanpassing van de maaiorganen door verzwenking van de gestelbalk 13 om de bus 10 mogelijk te maken.
Verder is met behulp van een zich horizontaal en loodrecht op de lengterichting van de gestelbalk 2 uitstrekkende as 77 een steun 78 schamierend aan de gestelbalk 2 bevestigd. Aan een zijde van de steun 8204289 -4- 22720/CV/tl 78 is voor een hieronder nog nader te omschrijven doel een uitstekende arm 79 en aan de andere zijde een uitstekende neus 80 bevestigd.
Zoals verder nog schematisch in fig.l en 2 is aangeduid zal de uit-gaande as 6 van de tandwielkast 4 normaal mdt behulp van een telescopische 5 tussenas 81 zijn gekoppeld met het buiten de tandwielkast 27 uitstekende uiteinde van de aandrijfas 34 van de maaiorganen.
Voor normaal gebruik zal de hierboven beschreven maaimachine met behulp van de aankoppelorganen 3 aan de driepuntshefinrichting van een trekker of dergelijke worden gekoppeld.Daarbij zal de maaimachine de in 10 fig.l en 2 met getrokken lijnen weergegeven stand innemen,waarin het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel met sloffen op de grond zal rusten. Daarbij wordt de inrichting vooruitbewogen in de richting volgens pijl A. De aandrijving van de maaiorganen vindt plaats via de tandwielkast 6, de tussenas 81 en de aandrijfas 34.
15 Verder kan de inrichting zich goed aan bodemoneffenheden aanpassen, daar het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel over een zekere hoek vrij draaibaar is ten opzichte van de arm 13 om de in het midden van de balk 26 aangebrachte as 25. Doordat de as 25 nabij het midden van de maaibalk is aangebracht zullen practisch geen verschillen optreden tussen 20 de krachten, waarmede de beide uiteinden van het onder de maaischijven liggende gesteldeel 37 op de grond rust,waardoor ongewenste beschadigingen van de stoppel en vervuiling van het gewas worden vermeden.
Een verder voordeel van de constructie volgens de uitvinding is,dat zowel de aankoppeling van de tussenas 81 aan de aandrijfas 34 als de 25 aankoppeling van het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel met de as 25 en de bus 24 op een verhoudingsgewijs grote afstand boven de bodem is gelegen,daar deze aankoppelpunten ter hoogte van de gestelbalk 26 zijn gelegen. Hierdoor wordt voorkomen,dat zoals bij gebruikelijke maaiin-richtingen van deze soort ter hoogte van de maaiorganen naast de maaior-30 ganen gelegen stilstaande gesteldelen aanwezig ziji, op welke gesteldelen zich gewas kan vastzetten.
Het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel wordt gedragen door de gestelbalk 13,die vrij draaibaar is om de aan de gestelbalk 2 bevestigde bus 10 en die met behulp van de koppelstangen 67, 69 en 71 is verbonden met de 35 in de gestelbalk 2 verschuifbare bus 63.Daarbij is de uitvoering zodanig, dat althans een deel van het gewicht van de gestelbalk 13 en de door deze 8204289 -5-. 22720/CV/tl gestelbalk gedragen onderdelen wordt gecompensserd door de aan de bus 63 bevestigde veer 74 om te voorkomen,dat het de maaischijven ondersteunende gesteldeel raft een te grote kracht op de bodem rust.
Uiteraard zal tijdens bedrijf de steun 78 in de in fig.3 met stip-5 pellijnen weergegeven hoog geklapte stand zijn ingebracht. Indien men de inrichting wilt neetzetten kan men de steun in de in fig.3 met getrokken lijnen weergegeven stand ver zwenken,waarin het boveneinde van de arm 79 zich tot binnen de buis 2 uitstrekt,waartoe in de onderzijde van de buis een opening Si is aangebracht.Zoals uit fig.3 blijkt ligt daarbij het 10 binnen de gestelbalk 2 gelegen uiteinde van de arm 79 tegenover een uit-einde van de in de gestelbalk 2 verschuifbare bus 63,zodanig dat de bus 63 gezien in fig.3 niet naar links kan verschuiven.Door de samenwerking van de bus 63 en de arm 79 van de steun 78 wordt,indien de maaiinrichting wordt neergezet en daarbij rust q> het onder de maaiorganen gelegen ge-15 steldeel en de steun 78,voorkomen,dat de arm 13 omhoog kan zwenken,ter-wijl tevens de steun 78 stevig in de het gestel afsteunende stand wordt vastgehouden.
Voor transport van de inrichting kan men de arm 13 met het de maaischijven ondersteunende gesteldeel met behulp van de verstelcilinder 20 60 omhoog zwenken in de in fig.2 met gestippelde lijnen weergegeven stand.Hiertoe voert men onder druk staande vloeistof via de leiding 61 toe in de verstelcilinder 60,aodat de zuigerstang 62 gezien in fig.2 en 3 naar links wordt getrokken. Ook de schuif 63 wordt hierbij naar links getrokken naar de in fig.3 met gestippelde lijnen weergegeven stand 63a. 25 Daarbij verzwenkt de gestelbalk 13 gezien in fig.3 tegen de wijzers van de klok in omhoog tot een aan dezf gestelbalk bevestigde aanslag 82 aan komt te liggen tegen de aan de gestelbalk 2 bevestigde steun 7. Daar het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel slechts over een beperkte hoek ten opzichte van de gestelbalk 13 kan draaien zal ook dit gesteldeel bij 30 het omhoog zwenken in de in fig.2 met stippellijnen aangeduide stand worden gebracht.
In deze transportstand zal bij ' . omhoog geklapte steun 78 de aan de steun 78 bevestigde neus 80 zich tot in de gestelbalk 2 uitstrekken door een hiertoe in de gestelbalk 2 aangebrachte opening 83,waarbij de 35 neus 80 voor de bus 63a komt te liggen zodanig dat de neus 80 een terug- 8204289
V
-6- 22720/CV/tl schuiven van de bus 63 en zodoende een oralaag zwenken van de gestelbalk 13 en het de maaischijven ondersteunende gesteldeel tegengaat.
Indien men na omlaag klappen van de steun 78 de onder druk staande vloeistof uit de cilinder 60 laat ontsnappen zal de gestelbalk 13 en het 5 de maaiorganen ondersteunende gesteldeel weer terugzwenken naar de be-drijfsstand, waarbij de veer 75 er zorg voor draagt,dat de zuigerstang 62 geheel wordt teruggetrokken,zodanig,dat er weer de gewenste speling tussen de aan de zuigerstang bevestigde moeren en de voor het heffen met deze moeren samenwerkende aan de schuif bevestigde aanslag 65 aanwe-10 zig is.
Door het onderbrengen van het mechanisme voor het heffen van de gestelbalk 13 en het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel in de gestelbalk 2 zijn deze onderdelen goed beschermd opgesteld,waarbij tevens een compacte opbouw en een aantrekkelijk uiterlijk van de maaima-15 chine wordt verkregen.
8204289
Claims (5)
1. Maaimachine voorzien van een eerste aan een trekker of dergelijk voertuig aan te koppelen gesteldeel en een tweede,een of meer maaior-ganen dragende gesteldeel,waarbij het tweede gesteldeel met behulp van een de verstelcilinder omvattend hefmechanisme ten opzichte van het eer- 5 ste gesteldeel verzwenkbaar is tussen een werkstand en een transportstand, met het kenmerk,dat het aan de trekker aankoppelbare gesteldeel een holle gestelbalk omvat waarin de verstelcilinder is gelegen,waarbij de zuiger-stang van de verstelcilinder is gekoppeld met een in de desbetreffende gestelbalk verschuifbare bus,die met behulp van koppelstangen met het 10 tweede gesteldeel is gekoppeld,waarbij de bus vanuit de normale werkstand met behulp van de verstelcilinder in de gestelbalk verschuifbaar is voor het omhoog zwenken van het het (de) maaiorgaan (en) dragende gesteldeel in een transportstand.
2. Maaimachine volgens conclusie l,met het. kenmerk,dat de bus ten op-15 zichte van de zuigerstang vrij verschuifbaar is naar de stand,welke de bus in de transportstand inneemt,terwij1 in de holle gestelbalk een verend mechanisms is aangebracht,dat tracht de bus naar de genoemde stand te bewegen.
3. Maaimachine volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat tussen de 20 zuigerstang en de bus een in de holle gestelbalk gelegen veer is aange- bracht,welke veer tracht de bus in de richting van de verstdcilinder te bewegen, terwijl op het in de bus gelegen uiteinde van de zuigerstang een aanslag is aangebracht,die samenwerkt met een aan de bus bevestigde aanslag,waarbij de apetelling zodanig is,dat tijdens normaal bedrijf 25 beide aanslagen op enige afstand van elkaar zijn gelegen.
4. Maaimachine volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de maaimachine is voorzien van een instelbaar met het gestel van de machine verbonden steun voor het ondersteunen van de machine buiten bedrijf,waarbij met de steun een aanslag is verbonden ,die ,indien de 30 machine wordt ondersteund door de steun, zich in de holle gestelbalk uit-strekt in een punt gelegen tussen de verstelcilinder en de bus indien de bus in de normie bedrijisetand is gelegen.
5. Maaimachine volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat met de steun een tweede aanslag is verbonden,welke zich,indien de steun is aangebracht 35 in de stand ,die de steun tijdens bedrijf van de maaimachine inneemt,in de holle gestelbalk uitstrekt in een punt,dat is gelegen aan de van de 8204289 “8- 22720/CV/tl verstelcilinder afgekeerde zijde van de bus,indien het de maaiorganen ondersteunende gesteldeel in de transportstand is opgeklapt. 8204289
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204289A NL8204289A (nl) | 1982-11-05 | 1982-11-05 | Maaimachine. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8204289A NL8204289A (nl) | 1982-11-05 | 1982-11-05 | Maaimachine. |
NL8204289 | 1982-11-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8204289A true NL8204289A (nl) | 1983-03-01 |
Family
ID=19840530
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8204289A NL8204289A (nl) | 1982-11-05 | 1982-11-05 | Maaimachine. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8204289A (nl) |
-
1982
- 1982-11-05 NL NL8204289A patent/NL8204289A/nl not_active Application Discontinuation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
CA1253697A (fr) | Faucheuse | |
US4135349A (en) | Crop shredder apparatus and adapter | |
EP0429381B1 (fr) | Machine agricole avec dispositif de suspension du groupe d'organes de travail perfectionné | |
US3345808A (en) | Harvesting machines | |
US6837033B2 (en) | Agricultural bi-mower with cantilever beam suspension | |
EP0861581B1 (fr) | Machine agricole de coupe comportant un dispositif de suspension perfectionné du mécanisme de coupe | |
US4185445A (en) | Mowing machine | |
US5353580A (en) | Mower with an improved locking device | |
CS221502B2 (en) | Reaping machine | |
FR2654896A1 (fr) | Faucheuse comportant un groupe d'organes de travail s'etendant au travail transversalement a la direction d'avance. | |
IE49688B1 (en) | Support and arrangement for tractor mounted machines | |
DE2814440A1 (de) | Erntemaschine | |
CA2543190C (fr) | Engin agricole comportant un vehicule moteur et plusieurs unites de travail destinees a couper des produits vegetaux | |
US4329833A (en) | Self-propelled harvesting combine | |
DE2400714A1 (de) | Frontseitig angeordnete haeckselvorrichtung | |
US3540195A (en) | Mowing machines | |
DE2160773C3 (de) | Mähwerk zum Anbau an einen Schlepper | |
EP1616474B1 (en) | A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates | |
NL8801039A (nl) | Maaimachine. | |
NL8204289A (nl) | Maaimachine. | |
DE19813233A1 (de) | Mähmaschine | |
EP0558431B1 (fr) | Faucheuse avec un organe de protection perfectionné | |
US2836952A (en) | Crop cutting and windrowing machine | |
NL8602289A (nl) | Maaimachine. | |
NL9100572A (nl) | Landbouwmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |