NL1036101C

NL1036101C - CARRIER FOR A PLANT STANDING IN ITS GROWING POT.

Info

Publication number: NL1036101C
Application number: NL1036101A
Authority: NL
Inventors: Anthonius Gerardus Adrianus Veen
Original assignee: Plato Product Consultants V O F
Priority date: 2008-10-22
Filing date: 2008-10-22
Publication date: 2010-04-23

Description

Korte aanduiding: Drager voor een in zijn kweekpot staande plant..Short description: Carrier for a plant in its growing pot.

De uitvinding ligt op het gebied van potplanten en wel met name op dat van het vervoer van in hun kweekpotten staande planten naar en vanuit verkooplocaties.The invention lies in the field of pot plants, and in particular in that of transporting plants in their grow pots to and from sales locations.

Veel plantensoorten zijn voldoende compact en stevig om zonder meer in bijvoorbeeld verzamelbakken te worden geplaatst en om daaruit - op een distributieplek -5 door de uiteindelijke koper betrekkelijk probleemloos mee naar huis te worden genomen.Many plant species are sufficiently compact and sturdy to be placed without any problem in, for example, collection bins and to be taken home relatively easily by the final buyer - at a distribution site - 5.

Bij langstelige plantensoorten, zoals die van het type orchidee, worden de veelal weinig draagkrachtige en dus kwetsbare stelen tijdens het vervoer van kwekerij naar verkooppunt gesteund door ernaast in de kweekpotten gestoken steunpennen. Het probleem bij dit type plant is vooral, dat het dragen ervan naar de uiteindelijke plaats van bestemming 10 ongemakkelijk is.In the case of long-stemmed plant species, such as those of the orchid type, stems that are often of little capacity and therefore vulnerable are supported during transport from nursery to point of sale by supporting pins inserted next to them in the growing pots. The problem with this type of plant is, above all, that carrying it to the final place of destination is uncomfortable.

De uitvinding nu beoogt hiervoor een economische en milieuvriendelijke oplossing te bieden.The invention now has for its object to offer an economical and environmentally friendly solution for this.

De uitvinding verschaft daartoe een drager voor een in zijn kweekpot staande plant, meer in het bijzonder van het type orchidee, welke gekenmerkt wordt door een in gebruik 15 verticaal staande draagstrook, die aan het ene einde c.q. boveneinde als draaghandgreep is gevormd en aan het andere einde c.q. benedeneinde aansluit op een vanaf beide draag-strookzijden loodrecht naar buiten uitstekend steunplatform, waarbij in de draagstrook -direct aansluitend op het steunplatform - een aan de uitwendige vorm en de hoogte van de kweekpot boven het steunplatform aangepaste ligplaats voor een kweekpot aanwezig is, 20 terwijl de draagstrook op een of meer plaatsen is voorzien van middelen voor het vasthouden van een of meer stelen.To this end, the invention provides a support for a plant standing in its growing pot, more particularly of the orchid type, which is characterized by a supporting strip standing in use, which is formed at one end or upper end as a carrying handle and at the other end or lower end connects to a support platform protruding perpendicularly from both support strip sides, wherein in the support strip - directly adjacent to the support platform - there is a berth adapted to the external shape and the height of the culture pot above the support platform, While the carrier strip is provided at one or more places with means for holding one or more stems.

Een dergelijke drager is in principe eenvoudig van uitvoering en op eenvoudige wijze uit een geringe hoeveelheid van bijvoorbeeld een stevige papiersoort of karton te vervaardigen.In principle, such a carrier is simple in design and can be manufactured in a simple manner from a small amount of, for example, a strong type of paper or cardboard.

25 Voor de kweker is het gemakkelijk de drager aan te brengen door de kweekpot met plant eenvoudig over het steunplatform heen in de ligplaats te schuiven en wel tot de pot ongeveer voor de helft door de draagstrook heen steekt. De draagstrook komt daarmede in een centrale positie t.o.v. de kweekpot te staan. De kweker heeft daarbij de keuze de reeds in de kweekpot geplaatste steunpennen te handhaven dan wel deze te verwijderen en de 30 stelen rechtstreeks aan de draagstrook vast te maken.It is easy for the grower to arrange the carrier by simply sliding the growing pot with plant over the support platform into the berth, namely until the pot protrudes approximately half through the carrier strip. The carrier strip thus comes to be in a central position relative to the culture pot. The grower thereby has the choice to maintain the support pins already placed in the growing pot or to remove them and to fix the stems directly to the carrier strip.

Voor de potentiële koper is het van belang, dat hij bij de aangeboden potplant/-dragercombinatie niet alleen een onbelemmerd zicht op de voornaamste delen van de plant heeft, maar deze combinatie zonder meer comfortabel aan de hand is mee te dragen.For the potential buyer it is important that, in the pot plant / carrier combination offered, he not only has an unobstructed view of the main parts of the plant, but this combination can easily be carried comfortably by hand.

1036101 -2-1036101 -2-

Een verder kenmerk van de drager volgens de uitvinding bestaat daarin, dat het vanaf de ene zijde van de draagstrook naar buiten uitstekende deel van het steunplatform is verkregen door een onderste einddeel van de draagstrook, dat via aan weerszijden van de basis van de ligplaats aanwezige en in eikaars verlengde gelegen vouwlijnen met de rest van 5 de draagstrook is verbonden, rond genoemde vouwlijnen uit het (hoofd)vlak van de draagstrook te buigen, terwijl het één geheel met dit platformdeel vormende overige gedeelte van het steunplatform wordt gevormd door een uit de ligplaatszone van de draagstrook gesneden draagstrookdeel, dat met het ene steunplatformdeel mee buigbaar is.A further characteristic of the carrier according to the invention consists in that the part of the support platform projecting outwards from one side of the carrier strip is obtained by a lower end portion of the carrier strip which is provided via and on either side of the base of the berth. fold lines which are in line with each other and are connected to the rest of the support strip, to bend around said fold lines from the (main) surface of the support strip, while the remaining part of the support platform which is integral with this platform part is formed by an out of the berth zone carrier strip part cut from the carrier strip and bendable with the one supporting platform part.

Aldus kan de gehele drager uit één enkele materiaalstrook, op eenvoudige wijze 10 voorgestanst tot een plano, worden gevormd.The entire carrier can thus be formed from a single strip of material, pre-punched into a blank in a simple manner.

Naast de eerder genoemde wijze van plaatsen van de kweekpot is het daarmede bovendien mogelijk de kweekpot eerst op het steunplatformgedeelte van de nog geheel vlak liggende plano te plaatsen en vervolgens de rest van de draagstrook van achter de plant rond genoemde vouwlijnen op te richten tot de kweekpot er voor de helft doorheen steekt.In addition to the aforementioned method of placing the growing pot, it is moreover possible with this to first place the growing pot on the supporting platform part of the still completely flat blank and then to raise the rest of the carrier strip from behind the plant around said folding lines to the growing pot half way through it.

15 Vooral ook ten behoeve van deze wijze van plaatsen van de kweekpot verdient het aanbeveling het steunplatform van een aan de kweekpot aangepaste verdieping te voorzien zodat de kweekpot t.o.v. het draagplatform gecentreerd komt te staan en de stabiliteit van de drager/plantcombinatie wordt bevorderd. Een dergelijke verdieping kan eenvoudig in het planomateriaal worden gedrukt danwel, gezien de conische vorm van de kweekpot als 20 opening worden uitgevoerd.In particular also for this method of placing the cultivation pot, it is recommended to provide the support platform with a recess adapted to the culture pot so that the culture pot comes to be centered with respect to the support platform and the stability of the carrier / plant combination is promoted. Such a recess can simply be pressed into the blank material or, given the conical shape of the growing pot, can be designed as an opening.

Verdere kenmerken van de uitvinding zijn omschreven in de bijgaande conclusies 5- 11.Further features of the invention are defined in the appended claims 5-11.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met een aantal uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing with a number of exemplary embodiments.

25 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de drager volgens de uitvinding in plano- vorm;FIG. 1 shows an exemplary embodiment of the carrier according to the invention in plano form;

Fig. 2-4 tonen een drietal varianten op het onderste gedeelte van de plano volgens fig.1 ; enFIG. 2-4 show three variants on the lower part of the blank according to figure 1; and

Fig. 5 en 6 tonen elk een uit een der in fig. 1-4 getoonde plano’s gevormde drager 30 volgens de uitvinding, tezamen met een daarin geplaatste kweekpot met plant van het type orchidee.FIG. 5 and 6 each show a carrier 30 according to the invention formed from one of the blanks shown in Figs. 1-4, together with a growing pot with an orchid-type plant placed therein.

De in fig. 1 in plano getoonde drager bestaat uit een langwerpige strook 1 van bijvoorbeeld een stevige papiersoort of karton. Aan het boveneinde heeft de strook een opening 2, waardoor een handgreep 3 is gevormd en de strook als draagstrook kan 35 fungeren.The carrier shown in plano in fig. 1 consists of an elongated strip 1 of, for example, a sturdy type of paper or cardboard. At the top end the strip has an opening 2, through which a handle 3 is formed and the strip can function as a support strip.

Het benedeneinde van de strook 1 verloopt volgens een halve cirkel met straal R. Voorts bevindt zich in het onderste gedeelte van de strook 1 een uitsparing 4 (zie arcering), -3- waarvan de onderste begrenzing concaaf en wel volgens een halve cirkel met kleinere straal r verloopt. Hierdoor is het met 5 aangegeven strookeinddeel ontstaan dat via de beide in eikaars verlengde liggende lijnstukken 6 met de rest van de strook 1 is verbonden.The lower end of the strip 1 runs along a semicircle with radius R. Furthermore, there is a recess 4 (see hatching) in the lower part of the strip 1, the lower boundary of which is concave and according to a semicircle with smaller radius r expires. As a result, the strip end part indicated by 5 is formed which is connected to the rest of the strip 1 via the two line sections 6 which are aligned with each other.

Het strookeinddeel 5 nu is bestemd om in de uiteindelijke draagstrook als 5 steunplatform voor de te dragen kweekpot te fungeren. Daartoe zijn de lijnstukken 6 door middel van een op zich algemeen bekende bewerking tot scharnier- of vouwlijnen gevormd. Het strookeinddeel 5 kan daardoor bijvoorbeeld in de aangegeven pijlrichtingen rond de schamierlijnen 6 worden gedraaid naar een positie waarin het naar weerszijden loodrecht t.o.v. de rest van de strook uitstaat.The strip end part 5 is now intended to function in the final support strip as a support platform for the growing pot to be supported. To that end, the line sections 6 are formed by means of a generally known operation into hinge or folding lines. The strip end part 5 can therefore, for example, be rotated in the indicated arrow directions around the hinge lines 6 to a position in which it projects perpendicularly to both sides of the strip.

10 In het onderstaande wordt de uit de in fig. 1 getoonde plano te vormen'drager verder beschreven onder de aanname dat het strookeinddeel 5 in de zojuist beschreven steun-platformpositie staat en het hierbij gaat om een kweekpot in de gebruikelijke conisch-ronde vormgeving met kraalrand.In the following, the carrier to be formed from the blank shown in Fig. 1 is further described on the assumption that the strip end part 5 is in the supporting platform position just described, and this is a cultivation pot in the usual conical-round shape with beaded edge.

De door de uitsparing 4 ontstane ruimte loopt dan tot het draagvlak van het steun-15 platform 5 door. Daardoor kan het onderste gedeelte 4a van de uitsparing 4, dat zich vanaf het steunplatform 5 tot de op potrandhoogte gelegen overgangsschouders 7 uitstrekt, fungeren als ligplaats voor de te dragen kweekpot. Daarbij correspondeert de zijdelingse begrenzing 8’ van de ligplaats 4a met de te dragen kweekpot en dienen de overgangsschouders 7 als steunschouder voor de veronderstelde kraalrand van de kweekpot.The space created by the recess 4 then extends to the bearing surface of the support platform 5. As a result, the lower part 4a of the recess 4, which extends from the support platform 5 to the transition shoulders 7 situated at pot edge height, can function as a berth for the growing pot to be supported. The lateral boundary 8 'of the berth 4a corresponds to the growing pot to be supported and the transition shoulders 7 serve as a support shoulder for the assumed bead edge of the growing pot.

20 De overgangs- of steunschouders zijn voorzien van uitsteeksels 7a, die bestemd zijn om op twee diametraal overstaande locaties in de omtreksholte van de kraalrand van de te plaatsen kweekpot te grijpen en daarmede de geplaatste kweekpot in de ligplaats 4a te fixeren. Daarbij is het duidelijk dat bij het plaatsen van de kweekpot deze eerst op enige afstand (van minimaal de hoogte van de uitsteeksels 7a) vrij van het steunplatform 5 moet 25 worden gehouden en wel tot hij voor de helft door de draagstrook heen steekt. Op dat moment kan men de kweekpot eenvoudig met zijn bodem op het steunplatform 5 en met zijn kraalrandholte over de uitsteeksels 7a laten zakken. Voor deze wijze van plaatsen biedt het bovenste gedeelte 4b van de uitsparing 4 uiteraard meer dan de benodigde verticale speelruimte. Het in fig. 1 getoonde bovenste gedeelte 4b van de uitsparing 4 heeft echter nog een 30 andere functie, waarop nog nader zal worden ingegaan.The transition or support shoulders are provided with protrusions 7a, which are intended to grip at two diametrically opposite locations in the circumferential cavity of the bead edge of the culture pot to be placed and thereby fix the placed culture pot in the berth 4a. It is clear here that when placing the cultivating pot it must first be kept at some distance (at least the height of the protrusions 7a) free from the support platform 5, namely until it extends halfway through the carrier strip. At that moment, the culture pot can easily be lowered with its bottom onto the support platform 5 and with its beaded cavity over the protrusions 7a. For this method of placing, the upper part 4b of the recess 4 naturally offers more than the required vertical clearance. The upper part 4b of the recess 4 shown in Fig. 1, however, has yet another function, which will be discussed in more detail below.

Op een drietal plaatsen in het draagstrookgedeelte tussen de handgreep 3 en de uitsparing 4b zijn voorgestanste, van insteeksleuven 8a voorziene bevestigingstongen 8 aangebracht. Deze tongen kunnen naar behoefte om bijbehorende vouw- of schamierlijnen 9 uit het draagstrookvlak in een daarvan uitstaande werkzame positie worden gebogen om een 35 of meer plantstelen te ondersteunen en vast te zetten.At three locations in the carrier strip portion between the handle 3 and the recess 4b, pre-punched fixing tongues 8 provided with insert slots 8a are provided. These tongues may be bent around associated folding or hinge lines 9 from the support strip surface to an operative position therefrom to support and secure one or more plant stems.

De draagstrook volgens fig. 1 toont tenslotte op korte afstand van elk der beide langsranden een vouwlijn 10 waaromheen de buiten die vouwlijn gelegen strookranddelen uit -4- het (hoofd)vlak van de draagstrook kunnen worden gebogen om aan die draagstrook meer stevigheid te geven.Finally, the carrier strip according to Fig. 1 shows a folding line 10 at a short distance from each of the two longitudinal edges around which the strip edge parts situated outside said folding line can be bent from -4 the (main) surface of the carrier strip in order to give that carrier strip more rigidity.

De in fig. 2 getoonde variant op het onderste gedeelte van de draagstrook volgens tig. 1 betreft in de eerste plaats de vormgeving van het uitsparinggedeelte 4b boven de 5 overgangs- c.q. steunschouders 7a. De afwijking t.o.v. de vormgeving in fig. 1 bestaat in feite uit een beperking van de uitsparing 4b in de vorm van een boven elk der steunschouders 7 geformeerde nok 11, waarmede enerzijds de verticale speelruimte bij het plaatsen van de kweekpot tot de benodigde omvang wordt beperkt en anderzijds de geplaatste kweekpot minder gemakkelijk uit zijn ligplaats geraakt. In de tweede plaats is in de uitvoeringsvorm 10 volgens fig. 2 het gedeelte van het steunplatform 5, dat in de werkzame positie t.o.v. het vlak van tekening naar achteren wijst (vergelijk r in fig. 1) vergroot, waardoor er ruimte is gekomen voor het toepassen van een verdieping c.q. opening 13, waarin de kweekpot gecentreerd komt te zitten.The variant shown in Fig. 2 on the lower part of the carrier strip according to Figs. 1 relates in the first place to the shape of the recess portion 4b above the transition or support shoulders 7a. The deviation from the design in Fig. 1 in fact consists of a limitation of the recess 4b in the form of a lug 11 formed above each of the support shoulders 7, with which on the one hand the vertical playing space when placing the cultivating pot is limited to the required size and, on the other hand, the placed growing pot is less likely to get out of its berth. Secondly, in the embodiment 10 according to Fig. 2, the portion of the support platform 5, which points backwards in the operative position relative to the plane of the drawing (cf. r in Fig. 1), as a result of which space has been created for the applying a floor or opening 13, in which the growing pot will be centered.

In de uitvoeringsvariant volgens fig.3 is de in verband met fig. 1 en fig. 2 genoemde 15 verticale speelruimte tot nul gereduceerd. Daarbij reiken de nokken 11’ over de uitsteeksels 7a heen en begrenzen deze nokken tezamen met de uitsteeksels 7a een aparte ligplaats voor de kraalrand van de te plaatsen kweekpot. Deze uitvoeringsvariant verschaft een “draagvaste” vergrendeling van de kweekpot in zijn ligplaats. Daarentegen is het voor het plaatsen van de kweekpot noodzakelijk dat de uiteinden van de nokken 11’ tijdelijk worden 20 “weggebogen” tot de kweekpot de gewenste centrale positie t.o.v. de draagstrook heeft bereikt.In the embodiment according to Fig. 3, the vertical playing space mentioned in connection with Fig. 1 and Fig. 2 is reduced to zero. The cams 11 'then extend over the protrusions 7a and together with the protrusions 7a these cams define a separate berth for the beaded edge of the growing pot to be placed. This embodiment variant provides a "wear-resistant" locking of the culture pot in its berth. On the other hand, it is necessary for the placement of the culture pot that the ends of the cams 11 "are temporarily" bent "until the culture pot has reached the desired central position relative to the support strip.

In de uitvoeringsvariant volgens fig. 4 heeft de nok 11” in principe dezelfde functie als de nok 11 in de uitvoeringsvariant volgens fig. 2. Weliswaar reikt de nok 11’ evenals die (11 ’) volgens fig. 3 verder naar binnen, doch van een belemmering bij het plaatsen van de 25 kweekpot als in het geval van fig. 3 is geen sprake. Het wezenlijke verschil met de uitvoeringen volgens fig. 2 en fig. 3 is de vervanging van de uitsteeksels 7a door grotere, over de “verlaagde” steunschouders 7 beweegbare fixeernokken 7’a. De nokken 7’a maken elk deel uit van een uit het gebied van de uitsparing 4a afkomstig vleugeldeel 7b, dat draaibaar is rond een vouw- of scharnierlijn 12. De vouw- of scharnierlijnen 12 corresponderen 30 met de zijbegrenzingen 8’ in fig. 1 en de overeenkomstige begrenzingen in fig. 2 en 3.In the embodiment according to Fig. 4, the cam 11 "basically has the same function as the cam 11 in the embodiment according to Fig. 2. Although the cam 11 ', like that (11') according to Fig. 3, extends further inwards, but of there is no question of placing the cultivation pot in the same way as in the case of Fig. 3. The essential difference with the embodiments according to Fig. 2 and Fig. 3 is the replacement of the protrusions 7a with larger fixing cams 7'a movable over the "lowered" support shoulders 7a. The cams 7'a each form part of a wing part 7b coming from the area of the recess 4a and rotatable about a fold or hinge line 12. The fold or hinge lines 12 correspond to the side limits 8 'in fig. 1 and the corresponding limits in Figs. 2 and 3.

In de uitvoering volgens fig. 4 kan de kweekpot eenvoudig - op het steunplatform steunend - naar binnen worden geschoven. Daarbij worden de fixeernokken 7’a rond de vouw- of scharnierlijnen 12 geleidelijk uit het (hoofd)vlak van de draagstrook gezwenkt, tot een positie tangentiaal t.o.v. het manteloppervlak van de kweekpot wordt bereikt en de 35 nokken in de omtreksholte van de kraalrand van de kweekpot kunnen treden. Het voordeel van de uitvoeringsvariant volgens fig. 4 is, dat de fixeernokken 7’a over een wezenlijk groter deel van de kweekpotomtrek werkzaam zijn.In the embodiment according to Fig. 4, the cultivation pot can simply be pushed in - supported on the support platform. The fixing cams 7'a are thereby pivoted gradually around the folding or hinge lines 12 from the (main) surface of the carrier strip, until a position tangential to the mantle surface of the culture pot is reached and the cams in the circumference cavity of the bead edge of the pot can enter. The advantage of the embodiment according to Fig. 4 is that the fixing cams 7'a are active over a substantially larger part of the culture pot circumference.

-5--5-

Na het voorgaande spreken de in fig. 6 getoonde voorbeelden van een in de drager volgens de uitvinding aangebrachte kweekpot met orchidee in hoofdzaak voor zich. Uit beide voorbeelden blijkt het nut van de in het bovenstaande beschreven "bovenste uitsparing” 4b. Duidelijk zal zijn dat deze uitsparing de mogelijkheid biedt een deel van de voor de 5 beschouwde plant kenmerkende bladeren bij het plaatsen van de kweekpot door deze uitsparing heen naar de achterzijde van de draagstrook te leiden. Bovendien biedt deze uitsparing meer vrijheid t.a.v. de positie die de steel c.q. stelen van de plant in de kweekpot dienen in te nemen.After the foregoing, the examples shown in Fig. 6 speak of a cultivation pot with orchid arranged in the support according to the invention essentially for itself. Both examples show the usefulness of the "upper recess" 4b described above. It will be clear that this recess offers the possibility of a part of the leaves characteristic of the plant considered when placing the growing pot through this recess to the In addition, this recess offers more freedom with regard to the position that the stem or stems of the plant should occupy in the growing pot.

10 103610110 1036101

Claims

Carrier for a plant standing in its propagating pot, more particularly of the orchid type, characterized by a supporting strip (1) in use, which is shaped at one end or upper end as a carrying handle (3) and at the other end or lower end connects to a support platform (5) protruding perpendicularly from both support strip sides, wherein in the support strip - directly adjacent to the support platform - a berth (4a) adapted to the external shape and height of the culture pot for a growing pot, while the carrier strip is provided at one or more places with means (8, 8a) for holding one or more plant stems.

Carrier according to claim 1, characterized in that the part of the support platform (5) projecting outwards from one side of the carrier strip (1) is obtained by a lower end portion (radius R) of the carrier strip, which via fold lines (6) present on either side of the base of the berth and located in line with each other with the rest of the support strip (1) is to bend around said fold lines from the (main) surface of the support strip, while the one the remaining portion (with radius r) of the supporting platform (5) forming entirely with this platform part is formed by a carrier strip part cut out of the lying zone (4a) of the support strip, which strip can be bent along with the one support platform part (R).

3. Carrier as claimed in claims 1-2, characterized in that the support platform (5) has a floor (13) adapted to the bottom of the growing pot.

Carrier according to claims 1-3, characterized in that the berth (4a) merges into a recess (4b) located above it with a pot edge on either side of the berth (4a) with an outwardly facing transition or support shoulder (7)

5. Carrier as claimed in claim 4, characterized in that at a certain distance above each of the transition or support shoulders (7) a cam-shaped projection (11; 11 ') extends inwards from the relevant side edge of the recess (4b) for limitation of the vertical playing space of a growing pot located in the berth (4a).

6. Carrier as claimed in claims 4-5, characterized in that the transition or support shoulders (7) are provided with or cooperate with fixing projections (7a; 7'a), which can engage at diametrically opposite locations of the grow pot rim.

7. Carrier as claimed in claims 5-6, characterized in that the cam-shaped protrusions (11 ') extend over the respective transition or support shoulders (7) into the berth (4a).

8. Carrier as claimed in claim 6, characterized in that the fixing protrusions cooperating with the transition or supporting shoulders (7) are fixing mugs (7'a), each of which comes from the lying zone (recess 4a) part (7b) of the carrier strip can be rotated around folding lines (12), which coincide with the side boundaries (8) of the berth, such that when placing the culture pot the strip parts (7b) with the fixation mugs (7 ' a) are pivoted around the folding lines (12) to a position tangential to the culture pot 5, in which position the fixation mugs engage the culture pot edges.

9. Carrier as claimed in claims 1-8, characterized in that the means for holding one or more plant stems are formed by one or more tongues (8) to be bent out of the plane of the carrier strip, provided with one or more insertion slots ( 8a) for the 10 plant stems.

10. Carrier as claimed in claims 1-9, characterized in that a folding line (10) is formed at a short distance from each of the two carrier strip longitudinal edges, around which the strip edge part situated outside said folding line can be bent out of the (main) surface of the carrier strip (1) is.

11. Carrier as claimed in claims 4-10, characterized in that the height of the recess (4b) above the berth (4a) corresponds in order of magnitude to that of the berth.

A blank for forming the support according to claims 1-11.

Carrier as claimed in claims 1-11, together with a growing pot with an orchid-type plant placed therein. 20 1036101