unie
- unie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | unie | unies |
verkleinwoord | unietje | unietjes |
de unie v
- samen een eenheid
- organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben
- Het woord unie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "unie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "unie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ unie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Leenwoord uit het Nederlands
unie
- unie; organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben
- unie
- Afgeleid van het Latijnse unio
unie v
- unie; organisatie met daarin leden die hetzelfde doel voor ogen hebben
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | unie | unie |
genitief | unie | unií |
datief | unii | uniím |
accusatief | unii | unie |
vocatief | unie | unie |
locatief | unii | uniích |
instrumentalis | unií | uniemi |
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch / Duits)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.