nachtbraker
- Geluid: nachtbraker (hulp, bestand)
- IPA: /nɑɣ(d)brakər/
- nacht·bra·ker
- Samenstellende afleiding van nacht en het verouderde werkwoord braken (bezig zijn) met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtbraker | nachtbrakers |
verkleinwoord | nachtbrakertje | nachtbrakertjes |
de nachtbraker m
- een persoon die tot laat in de nacht wakker blijft
- Sommige mensen vinden het heerlijk om een nachtbraker te zijn.
- Het woord nachtbraker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nachtbraker" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be