mobiliteitssector
- mo·bi·li·teits·sector
- samenstelling van mobiliteit zn en sector zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mobiliteitssector | |
verkleinwoord |
de mobiliteitssector m
- (verkeer) (economie) alle bedrijven en organisaties die betrokken zijn bij het vervoer van mensen en goederen
- ▸ Op zich geeft Europa aanzienlijk meer uit aan onderzoek in de mobiliteitssector dan Amerika, Japan of China, maar te veel van dat geld gaat nog naar schonere diesel- en benzinemotoren, en niet naar bijvoorbeeld de verdere ontwikkeling van waterstof, betere accu’s of snellere oplaadsystemen voor elektrische auto’s.[1]
- ▸ Voor autodealers of fietsenverkopers is het goed nieuws dat klanten op afspraak weer hun winkels en showrooms mogen bezoeken. Voor grotere aankopen zoals een auto, scooter of e-bike is goed persoonlijk advies namelijk belangrijk. Dat wordt door de beperkte opening van winkels weer mogelijk, aldus de branchevereniging voor de mobiliteitssector RAI Vereniging.[2]
- Het woord 'mobiliteitssector' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Frans Boogaard“'Steden moeten auto's met benzine- en dieselmotor binnen 12 jaar weren'” (09-04-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron Sebastiaan Quekel“Zo reageert Nederland op de versoepelingen: ‘Niet tegen te houden dat kroegen toch opengaan’” (23 feb. 2021), Tubantia