ijsclub
- ijs·club
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsclub | ijsclubs |
verkleinwoord |
- (sport) sportvereniging voor het beoefenen van de schaatssport
- Het is voorbij. De zon heeft zondagmiddag een einde gemaakt aan enkele dagen schaatspret op de ijsbaan in Almelo. Totaal kwamen er 2000 bezoekers langs de kassa. Zondag waren er dat nog ruim driehonderd. De ijsclub is meer dan tevreden. [2]
- Achter de velden van AJC is sinds zaterdag een stalen karkas te zien. Het laat zien hoe het multifunctionele dat gebruikt gaat worden door de IJsclub Losser, atletiekclub Iphitos en Judoclub Losser eruit komt te zien. [3]
1.
- Het woord ijsclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsclub" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Hans Brok 04-03-18 IJsbaan Almelo ontving afgelopen dagen zo'n 2000 schaatsers
- ↑ Tubantia René Beune 31-03-18 Nieuw onderkomen voor Losserse sportclubs groeit snel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be