kreupelheid
- Geluid: kreupelheid (hulp, bestand)
- kreu·pel·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kreupelheid | |
verkleinwoord |
- het kreupel zijn; het slecht kunnen lopen
- ▸ Ik was ook groot, maar mager, en in ieder geval was er die hatelijke kreupelheid.[2]
- ▸ Lidl laat onderzoeken of in de winkel een ander kippenras moet worden verkocht. De supermarkt verkoopt nog steeds een ras dat bekend is als plofkip en daarop heeft Wakker Dier veel kritiek. Het ras kampt met kreupelheid, gewrichtspijn en kortademigheid.[3]
- Het woord kreupelheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Burcht der verschrikking” (1966), Saga, ISBN 9788726484878
- ↑ Weblink bron “Lidl onderzoekt andere kip na kritiek Wakker Dier” (Woensdag 13 januari 2016, 08:00), NOS