drankensector
- dran·ken·sec·tor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drankensector | drankensectoren drankensectors |
verkleinwoord |
de drankensector m
- alle bedrijven die (alcoholische)drankjes produceren en verkopen
- ▸ Nota bene de drankensector maakt het consumenten de laatste paar jaar makkelijker om voor non-alcoholische dranken te kiezen. Er zijn steeds meer producten zonder alcohol op de markt die qua smaak een 'echt' biertje, wijntje of sterke drank evenaren.[1]
- ▸ Dat ondernemers vijf jaar de tijd krijgen om de schuld af te lossen, verlicht de druk, stelt ABN Amro. Wel maakt de bank zich zorgen dat de belastingschulden bij een beperkte groep zitten. Zo hebben alle cafés met meer dan vijftig werknemers uitstel van belastingbetaling aangevraagd tijdens corona en de bank vraagt zich af of horecazaken de komende jaren in staat zijn om die schuld af te betalen. Maar ook bijna de helft van de uitzendbureaus en ondernemers in de drankensector hebben een belastingschuld opgebouwd.[2]
- Het woord drankensector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Dry January 'goed voor lichaam en geest', maar hoe houd je het vol?” (Vrijdag 3 januari 2020, 18:43), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Elektronica- en taxibedrijven zijn groot deel van winst kwijt aan belastingschuld” (Maandag 8 november 2021, 00:01), NOS