biggenkruid
- Geluid: biggenkruid (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪɣə(n)ˌkrœyt / (3 lettergrepen)
- big·gen·kruid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biggenkruid | - |
verkleinwoord | biggenkruidje | biggenkruidjes |
het biggenkruid o
- (plantkunde) (voeding) plantengeslacht (Hypochaeris ) maar gewoonlijk wordt hiermee de plant 'gewoon biggenkruid' bedoeld (Hypochaeris radicata ) een eetbare plant, die ook in de winter groen blijft en vroeger een belangrijke bron van vitamine C was
- biggekruid (officiële spelling tot 2006)
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord biggenkruid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.