STS-51-L
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
STS-51-L, voluit Space Transportation System-51-L, was de 25ste vlucht van het Space Shuttleprogramma en de eerste vlucht waarbij een burger aan boord was. Voor deze missie werd de Challenger gebruikt die op 28 januari 1986 werd gelanceerd van lanceercomplex 39B van Kennedy Space Center, Florida. De missie eindigde in een ramp nadat de shuttle na 73 seconden uit elkaar viel.
Al tijdens de eerste seconden van de vlucht lekten er hete gassen uit de rechter stuwraket, door een defecte rubberen O-ring die de buitenste afdichting vormde tussen het onderste deel en de rest van de stuwraket. Deze O-ring was niet bestand tegen de lage temperatuur van 2 graden Celsius op het moment van de lancering.
Bemanning
- Francis "Dick" Scobee (2), gezagvoerder
- Michael J. Smith (1), piloot
- Judith Resnik (2), missiespecialist
- Ellison Onizuka (2), missiespecialist
- Ronald McNair (2), missiespecialist
- Gregory Jarvis (1), Payload specialist
- Christa McAuliffe (1), Payload specialist (Teacher in Space)
Als Christa McAuliffe (om wat voor reden dan ook) niet mee mocht met deze vlucht zou ze vervangen worden door haar collega lerares-astronaut Barbara Morgan. Barbara Morgan zou 21 jaar later, tijdens missie STS-118 in augustus 2007 alsnog de ruimte ingaan.
Doel van STS-51-L
De 10e vlucht van de Challenger zou een communicatiesatelliet voor het spaceshuttleprogramma in de ruimte brengen, evenals twee kleine defensiesatellieten die in zogenaamde Getaway Specials Cannisters werden vervoerd in het vrachtruim van de Challenger. Bovendien was er een primeur voor Sharon Christa McAuliffe: ze zou de eerste lerares zijn die in de ruimte les zou geven aan de leerlingen op de Aarde.
Missiedoelen
- Uitzetten van de Tracking Data Relay Satellite-B (TDRS-B) via een Inertial Upper Stage booster
- Vlucht van Shuttle-Pointed Tool for Astronomy (SPARTAN-203)/Halley's Comet Experiment Deployable
- Uitvoeren van het Fluid Dynamics Experiment (FDE)
- Uitvoeren van het Comet Halley Active Monitoring Program (CHAMP)
- Uitvoeren van het Phase Partitioning Experiment (PPE)
- Uitvoeren van drie Shuttle Student Involvement Program (SSIP) experimenten
- twee lessen voor het leraar-in-de-ruimte project (TISP).
Daarnaast zou Ronald McNair op saxofoon een stuk spelen voor Jean Michel Jarre. Dit stuk zou deel gaan uitmaken van Jarre's album Rendez-Vous. In 1986 werd dit album alsnog uitgebracht waarbij dit deel (Rendez-Vous 5) de subtitel "Ron's Piece" kreeg.
geen van deze missiedoelen werd uitgevoerd.
Missieparameters
De oorzaak van de ramp
De O-ring in de rechter stuwraket bleek niet bestand tegen de lage temperaturen op de lanceerdag. Tijdens de ontsteking faalde de O-ring waardoor korte tijd later via de ontstane opening in de verbinding van de segmenten hete gassen en brandstof uit de rechter stuwraket begonnen te lekken. Deze brandstof bevatte ook aluminiumpoeder, dat voor extra vermogen zorgt tijdens de vlucht naar de ruimte. De aanwezigheid van het aluminium in de hete brandstof veroorzaakte slakken die in de opening terecht kwamen, waardoor deze tijdelijk werd gedicht.
Na 58 seconden passeerde het ruimteveer een smalle luchtlaag met hoge windsnelheden. Een half uur voor de lancering vloog er nog een passagiersvliegtuig door deze luchtlaag, precies boven de lanceerplaats van de Challenger. Dit vliegtuig ondervond een sterke windstroming van ruim 300 kilometer per uur. Zo kwam dus ook de Challenger in deze luchtlaag terecht. Vermoedelijk raakten de slakken los door hevige trillingen als gevolg van de grote windkrachten, waardoor er weer hete gassen en brandstof begonnen te lekken. De opening werd groter en hete gassen lekten met een steeds hoger tempo tegen de onderzijde van de externe brandstoftank die daardoor 73 seconden na de lancering bezweek. De tank met vloeibare waterstof verloor daardoor vrijwel zijn hele inhoud. Tegelijkertijd werd deze tank met grote kracht in de tank met vloeibare zuurstof gedreven waardoor ook deze laatste bezweek. De enorme hoeveelheden waterstof en zuurstof die vrijkwamen werden ontstoken door de uitlaatgassen van de stuwraketten en een zeer snelle verbranding volgde. In tegenstelling tot wat vaak genoemd wordt was er echter geen sprake van een explosie.
Na de ramp stelde toenmalig president Ronald Reagan een officiële onderzoekscommissie in met onder meer Nobelprijswinnaar Richard Feynman. Deze concludeerde dat de waterstof en zuurstof weliswaar zeer snel verbrandde in een grote wolk, maar dat van explosieve verbranding geen sprake was. De Challenger bevond zich midden in het inferno van de verbrandende brandstoffen en werd uit elkaar gerukt. De cockpit kwam grotendeels intact uit de wolk verbrandende gassen tevoorschijn en viel van ruim 16 kilometer hoogte omlaag om op het wateroppervlak van de Atlantische Oceaan uiteen te spatten. Daarbij vond de hele bemanning de dood.