Het woord literatuur heeft verschillende, dicht bij elkaar liggende betekenissen. De ruimste is dat literatuur de verzameling van alle teksten is, geschreven en in mondelinge vorm. Literatuur wordt ook in een enge betekenis gebruikt, waarbij zij tegenover lectuur is gesteld. In die zin zou literatuur de hoge, artistieke vorm en lectuur de lage, populairdere vorm van teksten aanduiden.
Gedichten en poëzie, toneel- en filmteksten, prozateksten die geheel of gedeeltelijk zijn verzonnen (fictie, bijvoorbeeld de roman) en proza dat waargebeurde verschijnselen en personen beschrijft (non-fictie, onder meer de brief, het essay en de autobiografie) kunnen literaire kenmerken bezitten. De definitie van die kenmerken is geen eenvoudige zaak. Veelal zijn meerduidigheid (poly-interpretabiliteit), originaliteit en complexiteit centrale criteria, alsook de betrokkenheid van de lezer bij het herscheppen van de tekst. Waterdichte instrumenten om te bepalen wat literatuur is, levert dat niet op.
Beckman wist al op haar elfde dat ze schrijfster wilde worden. Voordat ze met schrijven begon, trof ze veel voorbereidingen. Ze verzamelde zo veel mogelijk gegevens en ging samen met haar man, Dirk Hendrik Beckmann (die overleed in 1993), op reis.
Veel van de boeken van Beckman hebben een historische achtergrond. Daarbij romantiseerde ze de geschiedenis omdat ze vooral spannende en avontuurlijke boeken wilde schrijven.
Een literatuurprijs wordt periodiek (vaak jaarlijks) uitgereikt aan een auteur voor een specifiek werk, een serie werken of zijn of haar gehele oeuvre. Enkele voorbeelden van bekende literatuurprijzen:
"Er zijn geen goede schrijvers. Soms ontstaat in ons land een goed boek, dat op het gemiddelde peil geen invloed heeft. De goede boeken zijn meestal afkomstig van zonderlingen, liefhebbers die stiekem schrijven in het holst van de nacht en niets te maken hebben met het literaire leven, met de levende literatuur als geheel."
Boek Uitgelicht
The Canterbury Tales is een verzameling verhalen die in de 14e eeuw werden geschreven door Geoffrey Chaucer.
Twee van de verhalen zijn in proza, de overige in verzen. Sommige verhalen zijn oorspronkelijk, andere niet. Gezamenlijk vormen zij een raamvertelling.
Een groep pelgrims reist van Londen naar Canterbury om in de kathedraal aldaar het graf te bezoeken van Thomas Becket.
Zij besluiten om elkaar onderweg, om de tijd te doden en ter lering en vermaak, ieder twee verhalen te vertellen. De pelgrims hebben een zeer gevarieerde achtergrond en dat komt ook tot uiting in de verhalen. De thema's lopen sterk uiteen en behandelen zaken als hoofse liefde, verraad, gierigheid en overspel.
Ook wordt er gebruikgemaakt van verschillende vertelgenres waaronder fabel, dierenfabel en romance.
In 1949 trad Lucebert op als voorman van de Beweging van Vijftig of de Vijftigers, de groep experimentele dichters die destijds veel stof deed opwaaien. In 1949, ten tijde van de Politionele Acties, debuteerde hij met het gedicht Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia. De bundel Triangel in de jungle / de dieren der democratie, verscheen in 1951. Al snel werd hij gezien als de Keizer der Vijftigers. In de jaren zestig legde hij zich vooral toe op de beeldende kunst, die destijds 'figuratief-expressionistisch' genoemd werd. Zijn schilderwerk, dat vooral in het begin sterk beïnvloed was door Cobra, geeft blijk van een vrij pessimistisch wereldbeeld. Vanaf 1981 brak met de bundel Oogsten in de dwaaltuin een nieuwe creatieve dichtperiode aan, waarin zijn poëzie zwarter en toch ook socialer was.
Een stijlfiguur is in taal een afwijking van de "gewone" manier van zeggen. Dit wordt in de literatuur vaak bewust gedaan om een bepaald effect te bereiken. Gebeurt de afwijking onbewust, dan spreekt men ook wel van een stijlfout. Voorbeelden van bekende stijlfiguren zijn: