Ashanti (volk)
De Ashanti (of Asante) is een etnische groep in het zuiden van Ghana, die een dialect van het Akan spreken. Het grootste deel woont in de gelijknamige regio Ashanti. Ook de voormalige president van Ghana, John Agyekum Kufuor, is lid van de Ashanti. Ze vormen een onderdeel van de overkoepelende etnische groep de Akan.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Voor de Europese kolonisatie was de Ashanti Confederatie een belangrijke staat in West-Afrika, vooral van 1570 tot 1900. De rijkdom van de Ashanti was gebaseerd op de aanzienlijke goudvoorraden in de regio. Het waren vaardige goudsmeden. De Ashanti waren een machtige stam. De hoofdinkomsten kwamen eeuwenlang uit de handel in goud en slaven. De Ashanti waren slavenhouders die de slaven lieten werken in hun goudmijnen. Ook voerden ze een levendige handel, eerst met de slavenhandelaren die uit het noorden van Afrika kwamen. De slaven uit eigen stam en tot slaaf gemaakten van andere stammen werden verkocht aan handelaren van de Hausa-stam en Arabieren, die ze vervoerden naar het noorden van Afrika en naar Klein-Azië. De focus verschoof later toen er contact kwam met slavenhandelaren uit Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland die slaven nodig hadden voor hun plantages in Amerika en het Caribisch gebied. Omdat deze handel er toe leidde dat men veel meer slaven nodig had, leidde dit tot een aantal grote expedities in de omgeving waarbij veel mensen van andere stammen maar ook van de eigen achtergrond tot slaaf werden gemaakt en doorverkocht.[1][2]
Onder achtereenvolgende opperhoofden ("Asantehenes") nam het koninkrijk deel aan de Afrikaanse slavenhandel.[3] De Ashanti namen mensen uit omringende gebieden gevangen en verkochten hen aan Europese slavenhandelaren.[4] In 1827 verbood de Ashanticonfederatie de slavenhandel. De handel stopte in de eerste helft van de 19e eeuw.
Ashanti was een van de weinige Afrikaanse staten die serieuze weerstand kon bieden aan de Europese imperialisten. Tussen 1826 en 1896 voerde Groot-Brittannië vier oorlogen tegen de Ashanti-koningen (de Anglo-Ashanti Oorlogen). Een daarvan was het eerste conflict waarin het Maxim-machinegeweer, het eerste zelfladende machinegeweer, gebruikt werd.
Tijdens een van de oorlogen legden Britse troepen de hoofdstad Kumasi in as; er werd een rituele offerplaats gevonden achter het grote marktplein. Stanley, de grote ontdekkingsreiziger, stuitte op tientallen onthoofde lijken in staat van ontbinding met in de wijde omtrek naar zijn schatting tienduizenden schedels. Hij schilderde de Ashanti af als bloeddorstige slavenhouders[5].
In 1900 onderwierpen de Britten uiteindelijk het koninkrijk en noemden het de Goudkust. Een gerespecteerde figuur in de Ashantigeschiedenis is Yaa Asantewaa, een leider van het verzet tegen het Britse kolonialisme in 1896.
Een belangrijk Ashanti-artefact was een gouden stoel. De gouden stoel was heilig, zodat niemand er op kon zitten, hem aanraken of zelfs naderen. In 1900 probeerde de Britse gouverneur van de Goudkust Frederick Hodgson de Gouden Stoel in beslag te nemen, wat leidde tot een opstand door de Ashanti die maanden voortduurde.
Het territorium van het koninkrijk van de Ashanti maakt nu deel uit van Ghana. De overerfde kroon wordt nog steeds geëerd door de Ashanti-mensen naast de autoriteit van de staat.
Aquasi Boachi
[bewerken | brontekst bewerken]In 1837 stuurde de Asantahene Kwaku Dua twee prinsjes, zijn zoon Aquasi Boachi en zijn neef Kwame Poku, naar koning Willem I der Nederlanden als onderdeel van een overeenkomst tussen hem en de Nederlandse regering voor de werving van soldaten voor het KNIL. Zij vertrokken met onderhandelaar generaal-majoor J. Verveer naar Nederland via Fort Sint George te Elmina, een van de centra van de slavenhandel van de West-Indische Compagnie en van 1831 tot 1872 wervingsplaats voor soldaten voor het KNIL, de Belanda Hitam (= Zwarte Nederlanders) van toenmalig Nederlands-Indië. Naast veel tegenslagen raakten de prinsen onder andere bevriend met prinses Sophie van Oranje-Nassau.
Hun levensloop was voor Arthur Japin de aanleiding voor zijn roman De zwarte met het witte hart (1997).
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Robert B. Edgerton, 1995, The Fall of the Asante Empire. The Hundred-Year War for Africa's Gold Coast. New York, ISBN 0-02-908926-3
- A. Japin, 1997, De zwarte met het witte hart, ISBN 90-295-2337-9
- W. Kroese, De oorsprong van de wasdruktextiel op de kust van West-Afrika
- N. Kyeremateng, K. Nkansa, 1996, The Akans of Ghana: their history & culture, Accra, Sebewie Publishers
- M.D. McLeod, 1981, The Asante. London: The British Museum.
- Ernest E. Obeng, 1986, Ancient Ashanti Chieftaincy, Ghana Publishing Corporation, ISBN 9964-1-0329-8
- A. Quarcoo, The Language of Adinkra Symbols
- D. Warren, The Akan of Ghana
- Kessel, I. van, met voorwoord van A. Japin, 2005, Zwarte Hollanders; Afrikaanse soldaten in Nederlands-Indië, ISBN 90-6832-498-5
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Geschiedenis van de Ashanti
- Inventaris van de collectie Aquasi Boachi, prins van Ashanti, c. 1843-1904
- Het verhaal achter de Artapappa's
- Een zwart en een wit hart: liefde, nijd en plagiaat op de Oude Delft 480, De Gids, februari 2006
- ↑ (en) Clohts have ties with west african slave trade. Gearchiveerd op 14 september 2021.
- ↑ (en) Blackpast,org - Ashanti empire kingdom 18-19 century. Gearchiveerd op 4 december 2021.
- ↑ Zoe Deceuninck, Oog in oog met het slavernijverleden. One World (3 december 2018). Gearchiveerd op 3 september 2021.
- ↑ In Ghana zijn de Ashanti de slavenhandelaren. De Groene Amsterdammer (27 februari 2019). Gearchiveerd op 3 september 2021.
- ↑ (en) Stanley, Henry M. (London, 1874). Compassie and Magdala. The Story of Two British Campaigns in Africa, 184-185, 230-243 en passim.