vierhonderdeneen
Uiterlijk
0 | 4 | 0 | 1 |
vierhonderdeneen,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: vierhonderdeneen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈen / (5 lettergrepen)
- vier·hon·derd·en·een
- samenstellende samenstelling van vierhonderd ht, en vw en een ht
vierhonderdeneen
- "401", langere vorm van vierhonderdeen, vierhonderd plus een
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdeneen euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdeneen.
- om een hoeveelheid aan te geven
- vierhonderdeen (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdeneen" ht als linkerdeel
- Het woord vierhonderdeneen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)