vierhonderdenvier

0	4	0	4

vierhonderdenvier,
op een abacus

• Geluid:  vierhonderdenvier    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌvirhɔndərtɛnˈvir / (5 lettergrepen)

• vier·hon·derd·en·vier

• samenstellende samenstelling van  vierhonderd ht,   en vw  en  vier ht 

vierhonderdenvier

1. "404", langere vorm van vierhonderdvier, vierhonderd plus vier
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft vierhonderdenvier euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdenvier. 

• vierhonderdvier (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• vierhonderdenvierde

hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdenvier" ht als linkerdeel

• vierhonderdenvierduizend

• Het woord 'vierhonderdenvier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.