spark
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud |
---|---|
spark | sparks |
spark
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to spark |
he/she/it | sparks |
verleden tijd | sparked |
voltooid deelwoord |
sparked |
onvoltooid deelwoord |
sparking |
gebiedende wijs | spark |
spark
- spark
- [A]: Verkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord sparkstøtting.
- [B+C]: Afkomstig van het Noorse werkwoord sparke, dat van het Oudnoorse werkwoord sparka komt.
Naar frequentie | 3042 |
---|
spark
- gebiedende wijs van sparke
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spark | sparken | sparker | sparkene |
genitief | sparks | sparkens | sparkers | sparkenes |
[A] spark, m
- (verkeer), (verkorting) stepslee
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sparken |
[B] spark, m
- (figuurlijk) in de uitdrukkingen "få sparken" en "gi sparken"
- få sparken
worden ontslagen
- gi sparken
iemand zijn ontslag indienen
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spark | sparket | spark | sparka sparkene |
genitief | spark | sparkets | sparks | sparkas sparkenes |
[C] spark, o
- [2]: ta ballen på sparket
de bal direct verder schoppen
- [1]: ta noe på sparket
iets zonder voorbereiding doen
- [1]: gi en et spark
denigreren, neerhalen
spark, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van spark
- spark
- [A]: Verkorting van het Nynorske zelfstandige naamwoord sparkstytting.
- [B+C]: Afkomstig van het Nynorske werkwoord sparke, dat van het Oudnoorse werkwoord sparka komt.
spark
- gebiedende wijs van sparke
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spark | sparken | sparkar | sparkane |
[A] spark, m
- (verkeer), (verkorting) stepslee
m | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sparken |
[B] spark, m
- (figuurlijk) in de uitdrukkingen "få sparken" en "gje sparken"
- få sparken
worden ontslagen
- gje sparken
iemand zijn ontslag indienen
o | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | spark | sparket | spark | sparka |
[C] spark, o
- [2]: ta ballen på sparket
de bal direct verder schoppen
- [1]: ta noko på sparket
iets zonder voorbereiding doen
- [1]: kome med eit spark til
denigreren, neerhalen
spark, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van spark
Categorieën:
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 5
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Werkwoord in het Engels
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Zelfstandig naamwoord in het Noors
- Verkeer in het Noors
- Verkorting in het Noors
- Figuurlijk in het Noors
- Sport in het Noors
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Dubbele betekenis in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Woorden in het Nynorsk met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nynorsk
- Zelfstandig naamwoord in het Nynorsk
- Verkeer in het Nynorsk
- Verkorting in het Nynorsk
- Figuurlijk in het Nynorsk
- Sport in het Nynorsk
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk
- Dubbele betekenis in het Nynorsk