sticker
Uiterlijk
- stic·ker
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘plakker’ voor het eerst aangetroffen in 1969 [1]
- uit het Engels sticker = plakker met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sticker | stickers |
verkleinwoord | stickertje | stickertjes |
- plakplaatje
- Ik heb veel stickers op mijn schoolagenda geplakt.
- adressticker, belastingsticker, bumpersticker, kwaliteitssticker, naamsticker, plassticker, reclamesticker, reservesticker, tepelsticker, waarschuwingssticker
vervoeging van |
---|
stickeren |
sticker
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stickeren
- Ik sticker.
- gebiedende wijs van stickeren
- Sticker!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stickeren
- Sticker je?
- Het woord sticker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sticker" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sticker" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sticker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sticker | stickers |
killer
- iets dat blijft kleven/vastplakken, plakker, sticker
- aanhouder, doorzetter
- (handel) winkeldochter
- steekwapen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Handel in het Engels