prijs
Uiterlijk
- prijs
- [1], [2]: via Middelnederlands prise "lof, waarde" van Oudfrans pris dat teruggaat op Latijn pretium zn "prijs, waarde, beloning"; in de betekenis van ‘kosten’ voor het eerst aangetroffen in 1250 [1] [2] [3] [4] [5]
- [3]: via Middelnederlands prise van Frans prise, verbogen voltooid deelwoord van prendre "nemen" [6] [7] [5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prijs | prijzen |
verkleinwoord | prijsje | prijsjes |
de prijs m
- (economie) het bedrag (meestal in geld) dat betaald wordt voor een goed of een dienst
- De prijzen zijn deze winter sterk gestegen.
- ▸ In 1989 nam Henriroux de zaak over. 'We zijn trots op onze geschiedenis, maar proberen altijd vooruit te denken', zegt hij. Henriroux opende een hotel en een tweede restaurant waar je goed kunt eten tegen redelijke prijzen.[8]
- een uitzonderlijke beloning, bijvoorbeeld voor een bepaalde prestatie
- Hij won de tweede prijs in de loterij.
- (verouderd) (scheepvaart) buitgemaakt schip
- ▸ Item oock naederhandt op den 10 February als wanneer uyt d'opperhooffden van dien verstonden, dat deselve omtrent de cust van Brasil op omtrent 12 graden Z.breete een Portugese neger prijs (comende van Angola ende tenderende nae de bay tote la Santoes) genomen hadden met over de 500 slaven ende slavinnen, daeruyt gelight 250 stucx, hebbende de rest met het Portugees schip, dat oudt ende onbequaem was, laten varen;[9]
- niet financiële kosten van iets
- ▸ Het komt allemaal goed.” Maar wat als het niet goed gaat? Klimmen heeft af en toe ook een prijs.[10]
- [2] premie
|
Het was weer prijs.
- Het was weer zover.
1. de gevraagde geldsom bij verkoop
2. een uitzonderlijke beloning, bijvoorbeeld voor een bepaalde prestatie
vervoeging van |
---|
prijzen |
prijs
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prijzen
- Ik prijs.
- gebiedende wijs van prijzen
- Prijs!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prijzen
- Prijs je?
- Het woord prijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prijs" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[11] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ prijs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ prijs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "prijs" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 5,0 5,1 www.archive.org Weblink bron “Etymologicum Teutonicae Linguae sive Dictionarium Teutonico-Latinum, praecipuas Teutonicae Linguae dictiones et phrases Latinè interpretatas.”, 3e druk (1599), Plantijn, Johannes Moretus, Antwerpen, p. 415 kol. 2
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ prijs op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Jan van Riebeeck“Dagverhaal”, 1652-1662, ed. Historisch Genootschap, Utrecht (1884-1893), p. 364.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Van het Nederlandse prijs.
enkelvoud of impliciet meervoud |
expliciet meervoud |
---|---|
prijs | prijsnan |
prijs
- Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: preis.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Scheepvaart in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Papiaments
- Zelfstandig naamwoord in het Papiaments