duin

• Geluid:  duin    (hulp, bestand)
• IPA: / dœyn / (1 lettergreep)
  • (Noord-Nederland): /dœʏ̯n/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dœːn/

• duin

• Leenwoord uit het Keltisch, in de betekenis van ‘zandheuvel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1067 ^[1]

duin

1. v; een zandheuvel aan de kust

   • Jullie moeten de duinen ontzien, want ze zijn de beste zeewering die we hebben. 

2. o; het stelsel van zandheuvels aan de kust

   • Hij ging graag voor een wandeling het duin in. 

• kustverdediging

• Het woord duin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duin" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.