bosspin
Uiterlijk
- bos·spin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosspin | bosspinnen |
verkleinwoord |
- (spinachtigen) grote spin die in tropische wouden leeft
- Het woord bosspin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bosspin" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be