boerenleider
Uiterlijk
- boe·ren·lei·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenleider | boerenleiders |
verkleinwoord |
de boerenleider m
- bestuurder van een boerenorganisatie
- ▸ In 1517 trok de Friese boerenleider Grutte Pier uit Kimswerd met een oorlogsvloot ten strijde tegen Medemblik. Burgers van de stad vluchtten naar het kasteel van kasteelheer Joost van Buren, waardoor ze werden gered. De Friese soldaten plunderden de stad, staken hem in brand en vermoordden de inwoners die niet naar het kasteel waren ontkomen.[1]
- ▸ Friese boerenleider krijgt dreigbrief gericht aan hele sector[2]
1. bestuurder van een boerenorganisatie
- Het woord boerenleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Friezen bieden 500 jaar na dato excuses aan voor vernietiging Medemblik” (23-09-2017), NOS
- ↑ Weblink bron “Friese boerenleider krijgt dreigbrief gericht aan hele sector” (03-01-2020), NOS