[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/Naar inhoud springen

bewijs

Uit WikiWoordenboek
  • be·wijs
enkelvoud meervoud
naamwoord bewijs bewijzen
verkleinwoord bewijsje bewijsjes

het bewijso

  1. datgene wat de juistheid van een bewering onweerlegbaar vast (kan) leggen
    • Het wiskundige bewijs dat er oneindig veel priemgetallen bestaan is onweerlegbaar. 
     Zij is het levende bewijs dat blondjes ook verdraaide slim kunnen zijn.[3]
     Het gerechtshof in Amsterdam heeft Keith Bakker woensdag in hoger beroep veroordeeld tot achttien maanden cel voor het verkrachten van een minderjarig meisje. Het OM eiste eind juni zes jaar cel en tbs met dwangverpleging, maar de straf viel fors lager uit. Volgens het hof is bewijs voor dwang in de relatie niet gevonden.[4]
  2. schriftelijk blijk van iets, bewijsstuk
    • De kassabon dient als bewijs dat je iets betaald hebt. 
  • iets met bewijzen staven
vervoeging van
bewijzen

bewijs

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewijzen
    • Ik bewijs. 
  2. gebiedende wijs van bewijzen
    • Bewijs! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewijzen
    • Bewijs je? 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. bewijs op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht op Wikipedia, ISBN 90-229-9182-2
  4. Bronlink geraadpleegd op 13 juli 2022 Weblink bron “Voormalige verslavingsgoeroe Keith Bakker krijgt fors lagere straf in hoger beroep” (13 jul 2022), NU.nl
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be