psychologie
Uiterlijk
- Geluid: psychologie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpsixoloˈɣi / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /psiχoloˈχi/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /psixoloˈɣi/
- psy·cho·lo·gie
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘wetenschap die zich bezighoudt met de ziel’ voor het eerst aangetroffen in 1679 [1]
- met het voorvoegsel psycho- met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psychologie | - |
verkleinwoord | - | - |
de psychologie v
- (wetenschap) de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar bewustzijnsverschijnselen, het bewuste, het onderbewuste en het onbewuste
- Hij studeert nu psychologie op de universiteit.
- (wetenschap) (de leer van) het geheel van de psychische verschijnselen in een groep of tussen groepen
|
1. de wetenschap die zich bezighoudt met het onderzoek naar bewustzijnsverschijnselen
- Het woord psychologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "psychologie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "psychologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ psychologie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel psycho- in het Nederlands
- Achtervoegsel -logie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Wetenschap in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %