Abc
Uiterlijk
- IPA: /aːbeːˈʦeː/ of /abeˈʦeː/
- Abc
Abc o
- abc
- «Das Abc lernen Kinder spätestens in der ersten Klasse.»
- Het abc leren kinderen op zijn vroegst in de eerste klas.
- «Wer das Abc nicht beherrscht, sollte die Finger vom Wiktionary lassen.»
- Wie het abc niet beheerst, moet niet aan WikiWoordenboek meewerken.
- «Das Abc lernen Kinder spätestens in der ersten Klasse.»
- een boek met alfabetisch geordende steekwoorden.
- (overdrachtelijk) basis, basiskennis
- «Das Abc des Erlernens einer Fremdsprache besteht in der laufenden Anwendung derselben.»
- De basis om een vreemde taal aan te leren bestaat in het doorlopende gebruik van dezelfde.
- «Das Abc des Erlernens einer Fremdsprache besteht in der laufenden Anwendung derselben.»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Abc | - |
genitief | des Abc | - |
datief | dem Abc | - |
accusatief | das Abc | - |
- [1] Alphabet
- [3] Einmaleins, Grundlage
- [1] Schrift, Sprache; Kommunikation, Kultur, Soziologie
- [1] Abc-Buch, Abc-Code, Abc-Kode, Abc-Schütze