[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

Étymologie

modifier
(Date à préciser) Dérivé de kijken, avec le préfixe be-.
Présent Prétérit
ik bekijk bekeek
jij bekijkt
hij, zij, het bekijkt
wij bekijken bekeken
jullie bekijken
zij bekijken
u bekijkt bekeek
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben bekijkend bekeken

bekijken \bə.ˈkɛi̯.kə(n)\ transitif

  1. Regarder.
    • Ik bekijk de foto.
      Je regarde la photo.
  2. Examiner, considérer, étudier.
    • Je bekijkt het maar!
      Débrouille-toi !
  3. (Informatique) Consulter.
    • De gegevens bekijken.
      Consulter les données.

Synonymes

modifier

Dérivés

modifier

Taux de reconnaissance

modifier
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 99,6 % des Flamands,
  • 99,7 % des Néerlandais.

Prononciation

modifier

Références

modifier
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]