werkgever
Appearance
Dutch
[edit]Etymology
[edit]Compound of werk (“work”) + gever (“giver”).
Pronunciation
[edit]Noun
[edit]werkgever m (plural werkgevers, diminutive werkgevertje n)
- an employer
- Coordinate term: werknemer
- De werkgever biedt uitstekende arbeidsvoorwaarden. ― The employer offers excellent working conditions.
- De werkgevers zijn verantwoordelijk voor de veiligheid van hun werknemers. ― The employers are responsible for the safety of their employees.
- De werkgever is op zoek naar gemotiveerde medewerkers. ― The employer is looking for motivated employees.
Derived terms
[edit]Descendants
[edit]- Afrikaans: werkgewer
- → Indonesian: pemberi kerja (calque)