gangpad
Dutch
[edit]Pronunciation
[edit]Audio: (file)
Noun
[edit]gangpad n (plural gangpaden, diminutive gangpaadje n)
- aisle (clear path through rows of seating)
- Kan ik een stoel naast het gangpad hebben? ― Can I have a seat next to the aisle?
- De bruid liep door het gangpad naar het altaar. ― The bride walked down the aisle to the altar.
- In vliegtuigen is er meestal een smal gangpad tussen de stoelen. ― In airplanes, there is usually a narrow aisle between the seats.